56
Montageaanwijzing
Veiligheidsvoorschriften
De geldende wetten, voorschriften, richtlijnen en nor-
men in het land van gebruik moeten worden nage-
leefd (veiligheidsvoorschriften, vakkundige en
volgens de voorschriften uitgevoerde recycling enz.).
De montage mag alleen door een vakman worden
uitgevoerd.
De minimale afstanden ten opzichte van andere ap-
paraten en meubels moet worden gehandhaafd.
Onder het apparaat moet een beschermbodem
worden gemonteerd.
De snijvlakken van het werkblad moeten met een ge-
schikt afdichtingsmateriaal beschermd worden te-
gen vochtigheid.
De dichting zorgt voor een naadloze aansluiting tus-
sen apparaat en werkblad.
Tussen het apparaat en het werkblad mag geen sili-
conendichtmiddel worden aangebracht.
Voorkom het plaatsen van het apparaat direct naast
deuren of onder ramen. Openklappende deuren en
openspringende ramen kunnen anders het kookgerei
van de kookplaat stoten.
1 WAARSCHUWING!
Risico op verwonding door elektrische stroom.
• Op de netaansluitklem staat spanning.
• Netaansluitklem spanningvrij maken.
• Houd u aan het aansluitschema.
• Houd u aan de veiligheidsvoorschriften met be-
trekking tot elektrotechniek.
• Garandeer de contactbescherming door vakkundi-
ge inbouw.
• Laat de elektrische aansluiting uitvoeren door een
erkend installateur.
1 LET OP!
Beschadigingen door elektrische stroom.
Loszittende en onvakkundig aangebrachte stekker-
verbindingen kunnen oververhitting van de aanslui-
ting veroorzaken.
• Klemaansluitingen vakkundig uitvoeren.
• Zorg ervoor dat het snoer niet wordt belast door
trekken.
• Bij een aansluiting met 1- of met 2-fasen dient
steeds de juiste en passende netaansluitng van het
type H05BB-F Tmax 90° (of hoger) te worden inge-
zet.
• Als de aansluitkabel van dit apparaat beschadigd
is, moet deze door een speciale aansluitkabel (type
H05BB-F Tmax 90°; of hoger) worden vervangen.
Deze is verkrijgbaar bij de service-dienst.
In de elektrische installatie moet een inrichting wor-
den aangebracht, die het mogelijk maakt het appa-
raat met een contactopeningswijdte van min. 3 mm
met alle polen van het net te scheiden.
Geschikte scheidingsinrichtingen zijn bijv. automati-
sche zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de
fitting geschroefd worden), aardlekschakelaar en vei-
ligheidsschakelaars.