27
NL
Ȝ Gebruik van de parallelaanslag: Positioneer de
parallelaanslag (16) vlak tegen de kant van het
werkstuk en begin met zagen.
ƽ Let op! Proefsnede met een stuk afvalhout
uitvoeren.
6. Bediening
6.1 Werken met de handcirkelzaag
Ȝ Cirkelzaag steeds goed vasthouden.
Ȝ De pendelbeschermkap (19) wordt door het
werkstuk automatisch teruggeschoven.
Ȝ Gebruik geen geweld!
De cirkelzaag gelijkmatig vooruitschuiven zonder
te forceren.
Ȝ Het afvalstuk moet zich aan de rechterkant van de
cirkelzaag bevinden zodat het brede deel van de
steuntafel met het volledige oppervlak op het
werkstuk ligt.
Ȝ Indien u volgens een voorgetekende lijn zaagt,
leidt u de cirkelzaag langs de overeenkomstige
inkeping.
Ȝ Kleine houten stukken voor de bewerking goed
vastspannen. Nooit met de hand vasthouden.
Ȝ Veiligheidsinstructies zeker in acht nemen!
Veiligheidsbril dragen!
Ȝ Gebruik geen defecte zaagbladen of zaagbladen
die scheuren en barstjes vertonen.
Ȝ Gebruik geen flenzen/flensmoeren waarvan het
boorgat groter of kleiner is dan dat van het
zaagblad.
Ȝ Het zaagblad mag niet met de hand of door
zijdelingse druk tegen het zaagblad worden
afgeremd.
Ȝ De pendelbeschermkap mag niet klem zitten en
moet aan het einde van de zaagbeurt zich weer in
de oorspronkelijke positie bevinden.
Ȝ Voor gebruik van de cirkelzaag de werking van de
pendelbeschermkap controleren terwijl de
netstekker uit het stopcontact is verwijderd.
Ȝ Vergewis u er zich voor elk gebruik van de
machine van dat de veiligheidsinrichtingen zoals
pendelbeschermkap, flenzen en
verstelinrichtingen werken resp. correct zijn
afgesteld en vastgezet.
Ȝ Op de aansluiting voor spaanderafzuiging (14) kan
u een gepaste stofafzuiging aansluiten. Vergewis
u er zich van dat de stofafzuiging veilig en naar
behoren is aangesloten.
Ȝ De bewegelijke pendelbeschermkap mag voor het
zagen niet in de teruggetrokken beschermkap
worden vastgeklemd.
ƽ Let op! Trek telkens de netstekker uit het
stopcontact voordat u aan de cirkelzaag werkt!
6.2 Gebruik van de cirkelzaag
Ȝ Pas snijdiepte, snijhoek en parallelaanslag aan
(zie pt. 5.1, 5.2 en 5.4).
Ȝ Vergewis u er zich van dat de AAN/UIT-
schakelaar (2) niet ingedrukt is. Sluit pas dan de
netstekker aan op een gepast stopcontact.
Ȝ Zet de cirkelzaag enkel met gemonteerd zaagblad
aan!
Ȝ Plaats de zaagvoet plat op het te bewerken stuk.
Het zaagblad mag het werkstuk niet raken.
Ȝ Hou de cirkelzaag dan met beide handen vast.
Ȝ Voordat u met het zagen van het werkstuk begint
kan u de pendelbeschermkap (19) iets openen
m.b.v. de hendel (15). Daardoor wordt een
gemakkelijker start van het zagen mogelijk.
6.3 In-/uitschakelen (fig. 9)
Inschakelen:
Grendelknop (3) en AAN/UIT-schakelaar (2)
tegelijkertijd indrukken.
Ȝ Laat het zaagblad aanlopen tot het de volle
snelheid heeft bereikt. Leidt het zaagblad dan
behoedzaam langs de snijlijn. Oefen daarbij
slechts een lichte druk uit op het zaagblad.
Uitschakelen:
Grendelknop en AAN/UIT-schakelaar loslaten.
Ȝ Bij het loslaten van de handgreep wordt de
machine automatisch uitgeschakeld zodat
onbedoeld draaien niet mogelijk is.
Ȝ Let er goed op dat tijdens het werken de
ventilatieopeningen niet worden afgedekt of
verstopt geraken.
Ȝ Rem het zaagblad na het uitschakelen niet af door
er zijdelings tegen te drukken.
Ȝ Let op! Leg de machine pas neer nadat het
zaagblad helemaal tot stilstand is gekomen.
ƽ Let op! Proefsnede met een stuk afvalhout
uitvoeren.
6.4 Verwisselen van zaagblad (fig. 10-13)
ƽ Let op! Trek telkens de netstekker uit het
stopcontact voordat u aan de cirkelzaag werkt!
Gebruik uitsluitend zaagbladen van hetzelfde type
zoals het bijgeleverde zaagblad van deze cirkelzaag.
Vraag advies in de gespecialiseerde handel.
Voor het verwisselen van zaagblad hebt u de
bijgaande zaagbladsleutel (13) nodig. De