5. Reglementair gebruik
Het toestel is enkel berekend voor de particuliere
sector en niet als een industriële verwarming.
6. Inbedrijfstelling
Let op! Vóór inbedrijfstelling controleren of de
voorhanden zijnde spanning overeenkomt met de
spanning vermeld op het kenplaatje.
Het toestel alleen op een stevige horizontale
ondergrond gebruiken.
Bij de eerste inbedrijfstelling is tijdelijk
reukvorming mogelijk.
Tijdens het verwarmingsproces brandt de rode
verklikker (fig. 1 / pos. 2).
Mocht het toestel kantelen of omvervallen, wordt
de stroomtoevoer door een veiligheidsschakelaar
ingebouwd in het toestel onderbroken. Zodra het
toestel opnieuw recht staat, wordt de
stroomtoevoer weer tot stand gebracht.
Neem de veiligheidsinstructies vermeld onder punt 1
in acht.
6.1 Tijdschakelklok (fig. 1 / pos. 5)
Stel de gewenste tijdsduur (0-12 uur) van de
verwarming in. Na afloop van de ingestelde tijd wordt
het toestel automatisch uitgeschakeld.
Voor continu bedrijf (toestel verwarmt voortdurend)
dient de tijdschakelklok op continu bedrijf te worden
ingesteld.
6.2 Functieschakelaar (fig. 1 / pos. 3)
gering thermisch vermogen (650 W) – schakelaar
(pos. 3) naar stand „I“ brengen.
maximaal thermisch vermogen (1300 W) –
schakelaar (pos.3) naar stand „II“ brengen.
6.3 Thermostaatregelaar /
kamertemperatuurregelaar (fig. 1 / pos. 4)
Schakel het gewenste thermische vermogen in
d.m.v. de functieschakelaar. Draai de regelaar op
“MAX” tot de gewenste kamertemperatuur bereikt is.
Draai dan de regelaar terug tot duidelijk een klikken
te horen is. De thermostaatregelaar schakelt het
verwarmingstoestel automatisch in en uit en zorgt
voor een nagenoeg constante kamertemperatuur
mits het toestel voor de te verwarmen ruimte over
een voldoend thermisch vermogen beschikt.
7. Berging
Indien het verwarmingstoestel een tijdje niet wordt
gebruikt, dient de netkabel volledig in het daarvoor
voorziene vak te worden geborgen. Het
verwarmingstoestel dient op een droge plaats, indien
mogelijk, afgedekt te worden opgeborgen.
8. Onderhouden en schoonmaken
Onderhouds- en herstelwerkzaamheden
uitsluitend door een geautoriseerde
elektrowerkplaats of door ISC GmbH laten
uitvoeren.
De netkabel dient regelmatig op defecten of
beschadigingen te worden gecontroleerd. Een
beschadigde netkabel mag alleen door de
elektrovakman of door ISC GmbH mits
inachtneming van de desbetreffende bepalingen
worden vervangen.
Let op: Vóór een schoonmaakbeurt altijd de
netstekker uit het stopcontact trekken – gevaar
voor een elektrische schok.
Gebruik een lichte vochtige doek om de behuizing
schoon te maken.
9. Bestellen van wisselstukken
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken volgende
gegevens te vermelden:
Type van het toestel
Artikelnummer van het toestel
Ident-nummer van het toestel
Wisselstuknummer van het benodigd stuk
8
NL