26
I
n Breng de diepteaanslag (2) op het zelfde niveau
t.o.v. de boor.
n Trek de diepteaanslag met de gewenste
boordiepte terug.
n Draai de greep van de extra handgreep (8) terug
dicht tot hij vastzit.
n Boor dan het gat tot de diepteaanslag (2) het
werkstuk raakt.
5.3 Inzetten van de boor (fig. 5-6)
n Verwijder altijd de netstekker uit het stopcontact
voordat u het gereedschap anders afstelt.
n Diepteaanslag (2) loszetten zoals beschreven
onder 5.2 en naar de greep van de boormachine
toe schuiven. Zodoende hebt u toegang tot de
boorhouder (1).
n De boorhouder met de bijgeleverde spansleutel
(9) tegen de richting van de wijzers van de klok in
openen.
n Voor een optimale bevestiging is het aan te raden
de boor of het gereedschap zo ver mogelijk de
boorhouder in te schuiven. Haal na het inzetten
van de boor of het gereedschap de boorhouder
(1) met de wijzers van de klok mee met de
spansleutel (9) aan tot de boor of het
gereedschap is ingespannen. Controleer of de
boor in de boorhouder (1) vast zit.
n Controleer regelmatig of de boor of het
gereedschap goed vast zit (netstekker uit het
stopcontact verwijderen!).
6. Bediening
6.1 AAN/UIT-schakelaar (fig. 7, pos. 5)
n Zet eerst een gepaste boor het gereedschap in
(zie 5.3).
n Sluit de netstekker aan op een gepast
stopcontact.
n Zet de boormachine rechtstreeks op de plaats
aan waar u wilt boren.
Aanzetten:
AAN/UIT-schakelaar (5) indrukken
Continubedrijf:
AAN/UIT-schakelaar (5) indrukken en borgen d.m.v.
de vastzetknop (4).
Uitzetten:
De AAN-/UIT-schakelaar (5) kort indrukken.
6.2 Toerental afstellen (fig. 7, pos. 5)
n U kan het toerental tijdens het bedrijf traploos
regelen.
n U kiest het toerental door de AAN/UIT-
schakelaar (5) meer of min hard in te drukken.
n Kiezen van het juiste toerental: Het best
geschikte toerental is afhankelijk van het
werkstuk, van de werkmodus en van de
ingezette boor.
n AAN/UIT-schakelaar (5) minder hard ingedrukt:
lager toerental (geschikt voor: kleine schroeven,
zachte materialen)
n AAN/UIT-schakelaar (5) harder ingedrukt: hoger
toerental (geschikt voor: grote/lange schroeven,
harde materialen)
Hint: boor de boorgaten met een laag toerental aan.
Verhoog dan het toerental geleidelijk aan.
Voordelen:
n De boor is bij het aanboren gemakkelijker te
controleren en glijdt niet weg.
n U voorkomt verbrijzelde boorgaten (b.v. bij
tegels).
6.3 Vooraf instellen van het toerental
(fig. 7, pos. 6)
n De toerentalafstelring (6) maakt het mogelijk het
maximumtoerental vast te leggen. De AAN/UIT-
schakelaar (5) kan enkel nog tot het vooraf
ingestelde maximumtoerental worden ingedrukt.
n Stel het toerental af d.m.v. de afstelring (6) in de
AAN/UIT-schakelaar (5).
n Verricht deze afstelling niet tijdens het boren.
6.4 Omschakelaar “rechts-/linksdraaiend”
(fig. 7, pos. 7).
n Enkel in stilstand omschakelen!
n Stel de draairichting van de klopboormachine af
d.m.v. de omschakelaar “rechts-/linksdraaiend”
(7).
Draairichting Schakelaarstand
rechtsdraaiend (voorwaarts en boren)
rechts ingedrukt
linksdraaiend (terugloop) links ingedrukt
6.5 Omschakelaar “boren/klopboren”
(fig. 8, pos. 3)
n Enkel in stilstand omschakelen!
Boren:
omschakelaar “boren/klopboren” (3) in stand “boren”.
(Positie A)
Toepassing: hout, metaal, plastiek