27
NL
6.4 Afstelling van de pendelbeweging
(fig. 9, pos. 8)
n Aan de omschakelaar voor de pendelbeweging
(8) kan de sterkte van de pendelbeweging van
het zaagblad (12) tijdens de slag worden
afgesteld.
n U kan de snijsnelheid, de snijcapaciteit en het
snijpatroon aanpassen aan het te bewerken stuk.
Breng de omschakelaar voor pendelbeweging (8) in
één van de volgende standen.
Stand 0 = geen wipeffect
Materiaal: rubber, keramiek, aluminium, staal
Opmerking: voor fijne en schone snijkanten, dunne
materialen (b.v. bladmetaal) en harde materialen.
Stand 1 = klein wipeffect
Materiaal: kunststof, hout, aluminium
Opmerking: voor harde materialen
Stand 2 = middelmatig wipeffect
Materiaal: hout
Stand 3 = groot wipeffect
Materiaal: hout
Opmerking: voor zachte materialen en zagen met de
draad mee
De beste combinatie van toerental en
pendelbeweging is afhankelijk van het te bewerken
materiaal. Het is aan te bevelen de ideale afstelling
steeds aan de hand van een proefsnede op een
afvalstuk te bepalen.
6.5 Uitvoeren van sneden
n Vergewis u er zich van dat de AAN/UIT-
schakelaar (3) niet ingedrukt is. Sluit pas dan de
netstekker aan op een gepast stopcontact.
n Zet de decoupeerzaag enkel met gemonteerd
zaagblad aan.
n Gebruik enkel intacte zaagbladen. Vervang botte,
krom gebogen of gebarsten zaagbladen
onmiddellijk.
n Plaats de zaagvoet plat op het te bewerken stuk.
Zet het gereedschap aan.
n Laat het zaagblad aanlopen tot het de volle
snelheid heeft bereikt. Leidt het zaagblad dan
behoedzaam langs de snijlijn. Oefen daarbij
slechts een lichte druk uit op het zaagblad.
n Bij het zagen van metaal is het raadzaam op de
snijlijn een gepast koelmiddel aan te brengen.
6.6 Uitzagen van gebieden (fig. 10)
Boor met een boormachine een gat van 10 mm
binnen het uit te zagen gebied. Breng het zaagblad in
dit gat en begin met het uitzagen van het gewenste
gebied.
6.7 Uitvoeren van parallelsneden
n Parallelaanslag monteren en overeenkomstig
afstellen (zie pt. 5.3).
n Aanwijzingen in pt. 6.5 in acht nemen.
n Snede uitvoeren zoals getoond in fig. 11.
6.8 Versteksnede
n Hoek aan de zaagschoen overeenkomstig
instellen (zie pt. 5.4).
n Aanwijzingen in pt. 6.5 in acht nemen.
n Snede uitvoeren zoals getoond in fig. 12.
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Als de netaansluitleiding van dit apparaat
beschadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant of
diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalificeerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
8. Reiniging, onderhoud en bestellen
van wisselstukken
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
8.1 Reiniging
n Hou de veiligheidsinrichtingen, de
ventilatiespleten en het motorhuis zo veel
mogelijk vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met
een schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
n Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
n Reinig het toestel regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kunnen
aantasten. Let er goed op dat geen water in het
toestel terechtkomt.
8.2 Koolborstels
n Bij bovenmatige vonkvorming laat u de
koolborstels door een bekwame elektricien
nazien. Let op! De koolborstels mogen enkel door
een bekwame elektricien worden vervangen.