N
No. Functie Beschrijving
4 Aanduiding van de De binnentemperatuur wordt aangeduid met waarde
binnentemperatuur van 0 t/m 40° C. Waarden onder nul worden als 00
aangeduid en boven 40° C slechts als 40.
5 Aanduiding van de Duidt de gewenste temperatuur aan. Het bereik gaa
geprogrammeerde temperatuur van 0 tot 30° C.
Wanneer het toestel voor het eerst in bedrijf word
gesteld is een temperatuur van 30° C vooringesteld
6 Aanduiding luchtverversing Deze aanduiding gaat branden wanneer te veel
koolmonoxide aanwezig is als gevolg van een slech
verbranding of van ontbrekende toevoer van verse
lucht. Op het display verschijnt dan "E04” VENT.
7 FUEL aanduiding Wanneer de kerosine opgebrand is gaat deze
aanduiding branden en een alarmsignaal klinken. O
het display verschijnt "E07” – FUEL.
8 Tijdinstelling De actuele tijd kan bijgeregeld worden. AM en PM k
u telkens apart instellen. Op het display verschijnt
AM;PM minuten en het uur.
9 Temperatuurcontrolefunctie Dit kan worden gebruikt teneinde de gewenste
temperatuur in te stellen. Op het display wordt
12 – 30° C aangeduid.
10 Uitschakelfunctie Dient om het toestel uit te schakelen of wanneer
niemand thuis is om reuk en niet verbrand gas te
stoppen, waarbij de warmeluchtventilator 10 second
voordien wordt uitgeschakeld. Daardoor wordt
voorkomen dat de vlam tijdens het bedrijf snel word
gedoofd door de vlam langzaam te verminderen.
12. Beschrijving van de veiligheidsinrichtingen
No. Benaming van de Beschrijving
veiligheidsinrichting
1 Beveiliging door automatische Door deze beveiliging wordt de brander uitgeschake
uitschakeling wanneer de temperatuur tussen 7 en
20° C ligt. Op het display word E06 aangeduid.
Teneinde deze beveiliging te ontgrendelen dient u d
knop OFF in te drukken.
2 Beveiliging tegen oververhitting Dient om de vlam te doven wanneer het toestel door
brander werd oververhit. Op het display wordt E16
aangeduid. De thermostaat is afgesteld zodat hij het
toestel bij 90° C uitschakelt en bij 70° C inschakelt.
Teneinde deze beveiliging te ontgrendelen drukt u d
knop OFF in.
3 Beveiliging tegen overspanning Dient om het toestel in geval van overspanning uit te
schakelen. Deze zekering heeft een capaciteit van
250 V – 5 A / 630 mA. Indien nodig, de zekering
vervangen en herstarten (alleen door een
elektrovakman).