22
NL
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het kenplaatje
overeenkomen met de gegevens van het stroomnet
alvorens het gereedschap aan te sluiten.
Verwijder altijd de netstekker uit het stopcontact
voordat u het gereedschap anders afstelt.
5.1 Afstelling van de spaandiepte (fig. 4, pos. 1)
Door draaien van de instelknop voor spaandiepte (1)
kan de spaandiepte in stappen van 0,1 van 0 tot 2
mm worden afgesteld.
Draaien van de spaandiepte-instelknop (1) met de
wijzers van de klok mee: grotere spaandiepte
Draaien van de spaandiepte-instelknop (1) tegen de
richting van de wijzers van de klok in: kleinere
spaandiepte
Aan het einde van het werk de spaandiepte instellen
zodat de messen verzonken en bijgevolg beschermd
zijn tegen beschadiging. Draai daarvoor de
spaandiepte-instelknop naar de positie “0”.
5.2 Spaanafzuiging (fig. 5-6)
Voor een optimale spaanafzuiging kunt u de bij de
levering begrepen stofzak (2) aansluiten op de
elektrische handschaaf. Te dien einde schuift u de
stofzak (2) de adapter (7) voor de spaanuitwerpstomp
van de elektrische handschaaf in. De stofzak (2) kan
ofwel op de linker ofwel op de rechter
spaanuitwerpstomp (7) worden aangesloten. De
keuze tussen de spaanuitwerpstompen (7) gebeurt
door de omschakelaar (9).
5.3 Parallelaanslag (fig. 7, pos. 13)
Gebruik de parallelaanslag (13) als u evenwijdig met
de kant van het werkstuk wilt schaven.
Montage van de parallelaanslag (fig. 7)
Maak de houder (d) van de parallelaanslag aan
de linkerkant van het gereedschap vast m.b.v. de
bijgeleverde vleugelschroef (a).
Verbindt dan de houder (d) met de slede van de
parallelaanslag (13).
De geleidelijst dient steeds naar beneden te zijn
uitgericht.
Leg de nodige afstand vast tussen de
parallelaanslag en de rand van het werkstuk.
Maak de stukken vast m.b.v. de slotbout (b) en
de vleugelmoer (c).
6. Bediening
6.1 AAN/UIT-schakelaar (fig. 8)
De elektrische handschaaf is voorzien van een
veiligheidsschakelaar ter voorkoming van
ongelukken.
Om de schaaf in te schakelen drukt u de
zijdelingse grendelknop (3) en de schakeltoets
in.
Om de elektrische handschaaf uit te schakelen
laat u de schakeltoets (4) gewoon los. De
schakeltoets (4) gaat dan vanzelf terug naar haar
oorspronkelijke stand.
6.2 Werkinstructies
ƽ Let op! De elektrische handschaaf mag enkel
ingeschakeld in contact worden gebracht met het
werkstuk.
6.2.1 Schaven van vlakken
Stel de gewenste spaandiepte af. De elektrische
handschaaf met de voorste zoolplaat op het te
bewerken houten stuk zetten en de schaaf
inschakelen. De elektrische schaaf met beide
handen over het vlak heen schuiven terwijl de
voorste en achterste zoolplaat helemaal op het
werkstuk liggen.
Voor de afwerking van vlakken enkel een geringe
spaandiepte afstellen en het vlak in meerdere
gangen bewerken.
6.2.2 Afkanten (fig. 9-10)
De voorste zoolplaat is voorzien van een V-groef
(a) waarmee u randen met een hoek van 45° glad
kan schaven.
Schakel het gereedschap in en wacht tot het zijn
maximumtoerental heeft bereikt. Zet de V-groef
(a) van de schaaf met een hoek van 45° tegen de
rand van een werkstuk aan.
Geleidt dan de elektrische schaaf langs de rand
van het werkstuk.
Teneinde een resultaat van goede kwaliteit te
behalen is het aan te bevelen met een constante
schaafsnelheid en hoekpositie te werken.
6.2.3 Schaven van trappen (fig. 7/11)
Met behulp van de parallelaanslag (13) kunt u
trappen schaven.
Monteer de parallelaanslag (13) aan de
linkerkant van het gereedschap (zie 5.3).
Monteer de diepteaanslag door de trapdiepte-
meetstaaf (12) rechts vooraan op het huis van de
schaaf aan te brengen m.b.v. de vastzetschroef
(11) (zie fig. 11).