24
Aan het einde van de zaagbeurt de machinkop
weer naar de bovenste ruststand brengen en de
in-/uitschakelaar (3) loslaten.
Let op! Door de terughaalveer slaat de machine
automatisch omhoog, daarom handgreep (2) aan
het einde van de zaagbeurt niet loslaten maar de
machinekop langzaam en onder lichte tegendruk
omhoog bewegen.
7.2 Kapsnede 90° en draaitafel 0° - 45° (fig. 8)
Met de zaag kunnen schuine sneden naar links en
rechts van 0° tot 45° ten opzichte van de aanslagrail
worden uitgevoerd.
De machinekop (4) naar de bovenste stand
brengen.
Draaitafel (8) loszetten door de vastzetgreep (10)
los te draaien.
Met de handgreep (2) de draaitafel (8) op de
gewenste hoek afstellen, d.w.z. het merk (a) op
de draaitafel moet overeenstemmen met de
gewenste hoekmaat (17) op de vaststaande
grondplaat (9).
De vastzetgreep (10) weer vastdraaien om de
draaitafel (8) te fixeren.
Snede uitvoeren zoals beschreven onder punt
7.1).
7.3 Versteksnede 0° - 45° en draaitafel 0°
(fig. 6/9)
Met de zaag kunnen versteksneden naar links van 0°
tot 45° ten opzichte van het werkvlak worden
uitgevoerd.
De machinekop (4) naar de bovenste stand
brengen.
De draaitafel (8) in stand 0° fixeren.
Spanschroef (12) losdraaien en de kop (4) van
de machine naar links schuin zetten m.b.v. de
handgreep (2) tot de wijzer (11) de gewenste
hoekmaat (15) aangeeft.
Vastzetmoer (12) weer vastdraaien en snede
uitvoeren zoals beschreven onder punt 7.1).
7.4 Versteksnede 0° - 45° en draaitafel 0° - 45°
(fig. 10)
Met de zaag kunnen versteksneden naar links van 0°
tot 45° ten opzichte van het werkvlak en meteen van
0° tot 45° ten opzichte van de aanslagrail worden
uitgevoerd (dubbele versteksnede).
Machinekop (4) in zijn bovenste stand brengen.
Draaitafel (8) loszetten door de vastzetgreep (10)
los te draaien.
Met het handvat (2) de draaitafel (8) in de
gewenste schuine stand brengen (zie ook punt
7.2).
De spanschroef (10) terug aanhalen om de
draaitafel vast te zetten.
De spanschroef (12) losdraaien en met de
handgreep (2) de machinekop (4) naar links op
de gewenste hoekmaat schuin zetten (zie
hieromtrent ook punt 7.3).
Spanschroef (12) opnieuw aanhalen.
Snede uitvoeren zoals beschreven onder punt
7.1).
8. Vervanging van de
netaansluitleiding
Als de netaansluitleiding van dit apparaat
beschadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant of
diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalificeerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
9. Reiniging, onderhoud en bestellen
van wisselstukken
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
9.1 Reiniging
Hou de veiligheidsinrichtingen, de
ventilatiespleten en het motorhuis zo veel
mogelijk vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met
een schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
Reinig het toestel regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kunnen
aantasten. Let er goed op dat geen water in het
toestel terechtkomt.
9.2 Koolborstels
Bij bovenmatige vonkvorming laat u de
koolborstels door een bekwame elektricien
nazien.
Let op! De koolborstels mogen enkel door een
bekwame elektricien worden vervangen.
9.3 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te
onderhouden onderdelen.
Alle beweegbare onderdelen moeten op gezette
tijden worden bijgesmeerd.
9.4 Bestellen van wisselstukken:
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken volgende
NL