Draai dan de handgreep in tegengestelde
draairichting terug dicht tot de extra handgreep
vast zit.
De extra handgreep (8) is zowel voor
rechtshandigen als ook voor linkshandigen
geschikt.
6.2 Diepteaanslag monteren en afstellen
(fig. 4, pos. 2)
De diepteaanslag (2) wordt door de extra handgreep
(8) dankzij een kleminrichting vastgehouden. De
kleminrichting wordt losgezet of aangehaald door de
handgreep te draaien.
Draai de kleminrichting los en zet de
diepteaanslag (2) de uitsparing van de extra
handgreep in die ervoor is voorzien.
Breng de diepteaanslag (2) op het zelfde niveau
t.o.v. de boor.
Trek de diepteaanslag met de gewenste
boordiepte terug.
Draai de greep van de extra handgreep (8) terug
dicht tot hij vastzit.
Boor dan het gat tot de diepteaanslag (2) het
werkstuk raakt.
6.3 Inzetten van de boor (fig. 5)
Verwijder altijd de netstekker uit het stopcontact
voordat u het gereedschap anders afstelt.
De snelspanboorhouder (1) is voorzien van een
arreteersluiting:
vergrendelen = huls (a) naar voren drukken
ontgrendelen = huls (a) naar achteren drukken
Diepteaanslag loszetten zoals beschreven onder
6.2 en naar de extra handgreep toe schuiven.
Zodoende hebt u toegang tot de boorhouder (1).
Deze klopboormachine is voorzien van een
snelspanboorhouder (1).
Draai de boorhouder (1) open. De booropening
moet groot genoeg zijn om de boor op te nemen.
Kies een gepaste boor. Schuif de boor zo ver
mogelijk de boorhouderopening in.
Draai de boorhouder (1) dicht. Controleer of de
boor in de boorhouder (1) vast zit.
Controleer regelmatig of de boor of het
gereedschap goed vast zit (netstekker uit het
stopcontact verwijderen!).
7. Bediening
7.1 AAN/UIT-schakelaar (fig. 6, pos. 5)
Zet eerst een gepaste boor het gereedschap in
(zie 6.3).
Sluit de netstekker aan op een gepast
stopcontact.
Zet de boormachine rechtstreeks op de plaats
aan waar u wilt boren.
Aanzetten:
AAN/UIT-schakelaar (5) indrukken
Continubedrijf:
AAN/UIT-schakelaar (5) indrukken en borgen d.m.v.
de vastzetknop (4).
Uitzetten:
De AAN-/UIT-schakelaar (5) kort indrukken.
7.2 Toerental afstellen (fig. 6, pos. 5)
U kan het toerental tijdens het bedrijf traploos
regelen.
U kiest het toerental door de AAN/UIT-
schakelaar (5) meer of min hard in te drukken.
Kiezen van het juiste toerental: Het best
geschikte toerental is afhankelijk van het
werkstuk, van de werkmodus en van de
ingezette boor.
Hint: boor de boorgaten met een laag toerental aan.
Verhoog dan het toerental geleidelijk aan.
Voordelen:
De boor is bij het aanboren gemakkelijker te
controleren en glijdt niet weg.
U voorkomt verbrijzelde boorgaten (b.v. bij
tegels).
7.3 Vooraf instellen van het toerental
(fig. 6, pos. 6)
De toerentalafstelring (6) maakt het mogelijk het
maximumtoerental vast te leggen. De AAN/UIT-
schakelaar (5) kan enkel nog tot het vooraf
ingestelde maximumtoerental worden ingedrukt.
Stel het toerental af d.m.v. de afstelring (6) in de
AAN/UIT-schakelaar (5).
Verricht deze afstelling niet tijdens het boren.
7.4 Omschakelaar “rechts-/linksdraaiend”
(fig. 6, pos. 7).
Enkel in stilstand omschakelen!
Stel de draairichting van de klopboormachine af
d.m.v. de omschakelaar “rechts-/linksdraaiend”
(7).
Draairichting Schakelaarstand
rechtsdraaiend (voorwaarts en boren)
rechts ingedrukt
linksdraaiend (terugloop) links ingedrukt
NL
26