Hint: boor de boorgaten met een laag toerental aan.
Verhoog dan het toerental geleidelijk aan.
Voordelen:
De boor is bij het aanboren gemakkelijker te
controleren en glijdt niet weg.
U voorkomt verbrijzelde boorgaten (b.v. bij
tegels).
6.3 Vooraf instellen van het toerental
(fig. 6, pos. 6)
De toerentalafstelring (6) maakt het mogelijk het
maximumtoerental vast te leggen. De AAN/UIT-
schakelaar (5) kan enkel nog tot het vooraf
ingestelde maximumtoerental worden ingedrukt.
Stel het toerental af d.m.v. de afstelring (6) in de
AAN/UIT-schakelaar (5).
Verricht deze afstelling niet tijdens het boren.
6.4 Omschakelaar “rechts-/linksdraaiend”
(fig. 6, pos. 7).
Enkel in stilstand omschakelen!
Stel de draairichting van de klopboormachine af
d.m.v. de omschakelaar “rechts-/linksdraaiend”
(7).
Draairichting Schakelaarstand
rechtsdraaiend (voorwaarts en boren) R
linksdraaiend (terugloop) L
6.5 Omschakelaar “boren/klopboren”
(fig. 7, pos. 3)
Enkel in stilstand omschakelen!
Boren:
omschakelaar “boren/klopboren” (3) in stand “boren”.
(Positie A)
Toepassing: hout, metaal, plastiek
Klopboren:
omschakelaar “boren/klopboren” (3) in stand
“klopboren”. (Positie B)
Toepassing: beton, steen, metselwerk
6.6 Hints voor het werken met uw
klopboormachine
6.6.1 Boren in beton en metselwerk
Breng de omschakelaar “boren/klopboren“ (3)
naar stand B (klopboren).
Gebruik voor het bewerken van metselwerk of
beton altijd hardmetalen boren en een hoge
toerentalafstelling.
6.6.2 Boren in staal
Breng de omschakelaar “boren/klopboren“ (3)
naar stand A (boren).
Gebruik voor het bewerken van staal steeds
HSS-boren (HSS = hooggelegeerd
snelwerkstaal) en een lage toerentalafstelling.
Het is aan te raden het boorgat door een gepast
koelmiddel te smeren om onnodige slijtage van
de boor te voorkomen.
6.6.3 Schroeven indraaien/losdraaien
Breng de omschakelaar “boren/klopboren“ (3)
naar stand A (boren).
Gebruik een lage toerentalafstelling.
6.6.4 Gaten aanboren
Indien een diep gat in hard materiaal (zoals staal
b.v.) moet worden geboord, is het aan te raden het
gat met een kleinere boor voor te boren.
6.6.5 Boren in tegels
Breng voor het aanboren de omschakelaar
“boren/klopboren“ (3) naar stand A (boren).
Breng de omschakelaar “boren/klopboren“ (3)
naar stand B (klopboren) zodra de boor de tegel
heeft doorslaan.
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Als de netaansluitleiding van dit apparaat
beschadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant of
diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalificeerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
8. Reiniging, onderhoud en bestellen
van wisselstukken
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
8.1 Reiniging
Hou de veiligheidsinrichtingen, de
ventilatiespleten en het motorhuis zo veel
mogelijk vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met
een schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
Reinig het toestel regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
NL
23