27
6.5 Gebruik van gereedschappen met conische
schacht (fig. 12/13)
De kolomboormachine beschikt over een
boorspilconus.
Om gereedschappen met een conische schacht
(MK2 of MK3 houder, naargelang de uitvoering) te
gebruiken, gaat u als volgt te werk:
b boorhouder naar de onderste stand brengen,
b conische schacht uitdrijven m.b.v. de bijgaande
uitdrijfspie (31); let er wel goed op dat het
gereedschap niet op de grond kan vallen.
b nieuw gereedschap met conische schacht (36)
met een ruk de boorspilconus in schuiven en
vervolgens controleren of het gereedschap goed
vast zit.
6.6. Afstellen van het toerental (fig. 1/2/7/8/10/11)
Zet eerst de machine uit en trek de netstekker uit het
stopcontact.
De verschillende spiltoeren kunnen worden afgesteld
door de v-snaar te verplaatsen.
Ga als volgt te werk :
b De schroef (16) losdraaien teneinde de v-
snaarafdekking (7) te kunnen openen.
b Spanschroeven (15) losdraaien en de motor (8)
in de richting van de machinekop schuiven.
b V-snaar naar de gewenste positie verplaatsen.
b De overeenkomstige toeren staan vermeld in de
tabel 6.12.
b V-snaar spannen door de spanhefboom (34) in
de richting van de motor te duwen en de
fixeerschroef (13) opnieuw aan te halen.
b V-snaarafdekking sluiten en vastzetten m.b.v. de
schroef (16).
De v-snaarafdekking (7) moet altijd goed
gesloten zijn, omdat de machine voorzien is van
een veiligheidsschakelaar en bijgevolg enkel bij
gesloten v-snaarafdekking (7) kan worden
aangezet.
Let op! Nooit de boormachine met geopende v-
snaarafdekking laten draaien. Voor het openen van
het deksel altijd eerst de netstekker uit het
stopcontact trekken. Nooit in roterende v-snaren
grijpen.
6.7 Boordiepteaanslag (fig. 8)
Het booras is voorzien van een draaibare schaalring
voor het afstellen van de boordiepte.
Afstelwerkzaamheden enkel bij stilstaande machine
uitvoeren.
b Booras (11) omlaagdrukken tot het boorpunt in
contact komt met het werkstuk.
b Klemschroef (17) losdraaien en schaalring (25)
naar voren draaien tot tegen de aanslag.
b Schaalring (25) met de gewenste boordiepte
terugdraaien en vastzetten d.m.v. de
klemschroef (17).
6.8 Schuine stand van de boortafel afstellen
(fig. 7)
b Slotbout (26) onder de boortafel (4) loszetten.
b Boortafel (4) op de gewenste hoekmaat afstellen.
b Slotbout (26) opnieuw aanhalen teneinde de
boortafel (4) in deze stand vast te zetten.
6.9 Hoogte van de boortafel afstellen (fig. 1/14)
b Spanschroef (37) losdraaien
b Boortafel naar de gewenste stand brengen
m.b.v. de handkruk (27).
b Spanschroef (37) opnieuw aanhalen.
6.10 Werkstuk spannen (fig. 1)
Span werkstukken principieel vast m.b.v. een
machinebankschroef of met een gepast spanmiddel.
Werkstukken nooit met de hand vasthouden!
Tijdens het boren moet het werkstuk op de boortafel
(4) bewegelijk zijn zodat een zelfcentrering kan
plaatsvinden. Werkstuk zeker borgen tegen
verdraaien. Dit gebeurt best door het werkstuk of de
machinebankschroef tegen een vaste aanslag te
schuiven.
Let op ! Stukken van plaatmateriaal moeten worden
ingespannen, anders zouden ze omhoog kunnen
worden gesleept. Stel de boortafel naargelang het
werkstuk qua hoogte en schuine stand correct af. Er
moet voldoende afstand blijven tussen de bovenkant
van het werkstuk en het boorpunt.
6.11. Houtbewerking
Gelieve er op te letten dat bij het bewerken van hout
een gepaste stofafzuiging moet worden gebruikt
omdat houtstof schadelijk voor de gezondheid kan
zijn. Draag bij stofverwekkende werkzaamheden
zeker een gepaste stofmasker.
6.12. Werksnelheden
Let bij het boren op het juiste toerental. Dit is
afhankelijk van de boordiameter en het materiaal.
De onderstaande lijst helpt u bij het kiezen van
toerentallen voor verschillende materialen.
De opgegeven toerentallen zijn slechts
richtwaarden.
Ø boor Grijs gietijzer Staal Ijzer Aluminium Brons
3 2550 1600 2230 9500 8000
4 1900 1200 1680 7200 6000
5 1530 955 1340 5700 4800
6 1270 800 1100 4800 4000
7 1090 680 960 4100 3400
8 960 600 840 3600 3000
NL