NL
25
2. Beschrijving van het apparaat
1. Aanzuigluchtfilter
2. Drukvat
3. Wiel
4. Standvoet
5. Snelkoppeling (geregelde perslucht)
6. Manometer (ingestelde druk kan worden
afgelezen)
7. Drukregelaar
8. AAN/UIT-schakelaar
9. Transportgreep
10. Veiligheidsklep
11. Aflaatplug voor condensatiewater
12. Manometer (keteldruk kan worden afgelezen)
13. Oliekijkglas
14. Olieafsluitstop (olievulgat)
15. Olieaflaatplug
16. Snelkoppeling (ongeregelde perslucht)
3. Toepassingsgebied
De compressor dient voor de persluchtopwekking
voor pneumatisch gereedschap.
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen
overeenkomstig hun bestemming niet geconstrueerd
zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel
gebruik. Wij geven geen garantie indien het
gereedschap in ambachtelijke of industriële bedrijven
alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt gebruikt.
De machine mag slechts voor werkzaamheden
worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk ander
verder gaand gebruik is niet reglementair. Voor
daaruit voortvloeiende schade of verwondingen van
welke aard dan ook is de gebruiker/bediener, niet de
fabrikant, aansprakelijk.
4. Technische gegevens
Netaansluiting: 230 V ~ 50 Hz
Motorvermogen kW: 1,5
Bedrijfsmodus S2 15 min
Compressor-toerental 1/min: 2850
Bedrijfsdruk bar: 8
Drukvatcapaciteit (in liter): 24
Theor. aanzuigvermogen l/min: 206
Geluidsvermogen L
WA
in dB: 92
Bescherming type.: IP20
Gewicht van het toestel in kg: 24,5
De inschakelduur S2 15 min (kortstondig bedrijf)
betekent dat de motor met het nominaal vermogen
(1500 W) enkel voor de tijd (15 min) vermeld op het
kenplaatje voortdurend mag worden belast. Anders
zou hij ontoelaatbaar warm worden. Tijdens de pauze
koelt de motor weer af op zijn oorspronkelijke
temperatuur.
5. Aanwijzingen omtrent de installatie
Controleer het toestel op transportschade.
Eventuële schade onmiddellijk aangeven aan de
vervoeronderneming waarmee de compressor
werd geleverd.
De compressor dient nabij de verbruikers te
worden geïnstalleerd.
Vermijd lange luchtkabels en toevoerleidingen
(verlengingen).
Let op droge en stofvrije aanzuiglucht.
De compressor niet in een vochtige of natte
ruimte installeren.
De compressor mag slechts in gepaste ruimten
(goed geventileerd, omgevingstemperatuur
+5°C - +40°C) worden gebruikt. In de ruimte
mogen geen stof, zuren, dampen, explosieve of
ontvlambare gassen zijn.
De compressor is geschikt voor gebruik in droge
ruimten. Hij mag niet worden gebruikt in zones
waarin met spatwater wordt gewerkt.
Vóór inbedrijfstelling dient het oliepeil in de
compressorpomp te worden gecontroleerd.