NL
14
6. Montage en bediening
Let op !
Trek vóór alle montage- en afstelwerkzaamheden
de netstekker uit het stopcontact.
A) Montage van de afzuigstomp (fig. 3)
Let op ! Om gezondheidsredenen is het absoluut
noodzakelijk een stofafzuiging te gebruiken.
Afzuigstop (16) met de beide verzonken schroeven
(a) vastschroeven op de freesschoen (11).
De afzuigstomp kan op afzuigtoestellen (stofzuiger)
met een zuigslang van ( 36 mm worden aangesloten.
B) Montage van de parallelaanslag (fig. 4)
Geleidingsas (a) van de parallelaanslag (13) in de
gaten (b) van de freesschoen (11) schuiven.
Parallelaanslag (13) op de gewenste maat
afstellen en vastklemmen met de vleugel-
schroeven (c).
C) Montage van het passerpunt (fig. 5)
Passerpunt (10) op de geleidingsas (a) van de
parallelaanslag (13) schuiven en vastzetten met
de vleugelschroef (b).
Passerpunt in contact brengen met het materiaal.
Gewenste straal afstellen door de parallelaanslag
(13) te verschuiven en vastzetten dmv. de beide
vleugelschroeven (c).
Machine inschakelen.
Na het lossen van de spangreep (15) de machine
langzaam omlaag bewegen tot tegen de aanslag
Groeven, aanzettingen enz. frezen door de
machine gelijkmatig vooruit te schuiven. Daarbij
de machine met de beide handen leiden.
Aan het eind van de werken de machine weer
omhoog terugleiden.
Machine uitschakelen.
D) Montage van de geleidingsbus (fig. 6/7/8)
Geleidingsbus (9) met de beide verzonken
schroeven (f) op de freesschoen (11) bevestigen.
De geleidingsbus (9) wordt met de aanloopring
(b) langs het sjabloon (c) geleid.
Het werkstuk (d) dient met het verschil „buitenkant
aanloopring“ en „buitenkant frees“ (e) groter te zijn
teneinde een exacte kopie te verkrijgen.
E) Montage van het freesgereedschap (fig. 9)
Let op ! Netstekker uit het stopcontact trekken !
Spilarrêt indrukken en spil laten vastklikken (12).
De wartelmoer losdraaien m.b.v. de platte open
sleutel.
Frees verwisselen en wartelmoer aanhalen m.b.v.
de platte open sleutel.
Let op: Afstel- en montagegereedschappen weer
verwijderen alvorens de machine in bedrijf te stellen.
Voor het verwijderen van het freesgereedschap
gaat u in omgekeerde volgorde te werk.
F) Afstellen van de freesdiepte (fig. 10)
Machine op het werkstuk plaatsen.
Vleugelschroef (a) en spangreep (15) losdraaien.
Machine langzaam omlaag bewegen tot de frees
het werkstuk raakt.
Spangreep (15) vastdraaien.
Diepteaanslag (3) met behulp van de schaal op
de gewenste freesdiepte afstellen en met de
vleugelschroef (a) vastzetten.
Druk de Aan-schakelaar (6) in om de machine in
te schakelen.
Stel met behulp van de toerenregeling (7) het
benodigde toerental van het freesgereedschap af.
Spangreep (15) weer losdraaien en de frees laten
zakken om te frezen.
Aan het eind van de werken dient de machine
opnieuw naar haar uitgangspositie te worden
gebracht.
Het toerental van de bovenfrees is afhankelijk van
het te frezen materiaal, de voedingssnelheid en
het gebruikte freesgereedschap.
G) Freesinrichting (fig. 11)
Het frezen dient altijd tegen de omlooprichting in
(contrarotatie) te gebeuren. Anders bestaat het
gevaar een verwonding op te lopen wegens
terugstoot.
H) Vorm- en kantfrezen (fig. 12)
Voor het vorm- (a) en kantfrezen (b) kunnen ook
speciale frezen met aanloopring worden gebruikt.
Frees monteren.
Machine voorzichtig naar het werkstuk brengen.
Geleidingspen of kogellager (c) met lichte druk
