NL
29
5. Montage
5.1 Montage van de geleidehandgreep
Breng de geleidehandgreep aan zoals voorgesteld in
de fig. D1-D3. Haal de schroeven pas aan als u de
optimale werkpositie met de draagriem hebt
afgesteld. De geleidehandgreep moet worden
uitgericht zoals voorgesteld in fig. A.
5.2 Monteren/vervangen van het snijmes
(fig. E1-E3)
In de leveringstoestand is het snijmes op het
gereedschap klaar gemonteerd. Daarom wordt eerst
de demontage toegelicht:
Het boorgat van de meeneemplaat (fig. E1, pos.
26) en de eronder liggende inkeping in
overeenstemming brengen en meeneemplaat
vastzetten m.b.v. de binnenzeskantsleutel gr. 6
(fig. E1/E2).
De bevestigingsmoer van het snijmes verwijderen
d.m.v. de bijgaande bougiesleutel (fig. E2). Let
op! linkse schroefdraad!
Drukplaatafdekking (fig. E3, pos. 26) en drukplaat
(fig. E3, pos. 27) verwijderen.
U kan dan het snijmes (fig. E3, pos. 4) afnemen.
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
Let erop dat bij de drukplaat (fig. E3, pos. 26) de
kant met de uitdieping in de richting van het
snijmes moet wijzen.
5.3 Montage van de snijdraadbeschermkap
Let op! Bij het werken met de snijdraad moet de
snijdraadbeschermkap aangebracht zijn.
De montage van de beschermkap voor snijdraad
gebeurt zoals voorgesteld in de fig. F1-F3.
Aan de onderkant van de beschermkap bevindt zich
een mes (fig. F6, pos. A) voor de automatische
bijregeling van de draadlengte. Dit mes is afgedekt
d.m.v. een bescherming (fig. F6, pos. B).
Verwijder deze bescherming voor werkbegin en
breng haar aan het einde van het werk terug aan.
5.4 Monteren/vervangen van de draadspoel
Het boorgat van de meeneemplaat en de eronder
liggende inkeping in overeenstemming brengen en
meeneemplaat vastzetten m.b.v. de
binnenzeskantsleutel gr. 6 (fig. F4).
Draadspoel de geleidedoorn op schroeven (fig. F5).
Let op! Linkse schroefdraad!
De demontage gebeurt in omgekeerde volgorde.
5.5 Montage van de mesbeschermkap
Let op! Bij het werken met het snijmes moet de
snijmesbeschermkap zijn aangebracht. De montage
van de snijmesbeschermkap gebeurt zoals
voorgesteld in de fig. F7-F9.
6. Vóór inbedrijfstelling
Controleer voor de inbedrijfstelling of alle bewegelijke
onderdelen gemakkelijk bewegen. Vergewis u er zich
van dat alle schroefverbindingen goed vast zitten en
controleer alle beschermende inrichtingen.
6.1 Afstellen van de snijhoogte
Draagriem aanleggen zoals voorgesteld in fig.
G1-G3.
Het gereedschap vasthaken op de draagriem (fig.
G4).
Met behulp van de diverse riemverstellers op de
draagriem de optimale werk- en snijpositie
afstellen (fig. G5).
Teneinde de optimale lengte van de draagriem te
bepalen, maakt u vervolgens enkele
zwenkbewegingen zonder de motor te starten
(fig. H).
De draagriem is voorzien van een snel openend
mechanisme. Trek aan het rode riemeinde (fig. G6)
als u het gereedschap vlug moet afleggen.
Let op! Gebruik de riem altijd als u met het
gereedschap werkt. Breng de riem aan zodra u de
motor hebt gestart en de motor stationair draait.
Ga voor iedere ingebruikneming na of:
het brandstofsysteem geen lekkage vertoont,
de veiligheidsinrichtingen en de snij-inrichting in
goede staat zijn,
alle schroefverbindingen goed vast zitten.
6.2 Brandstof en olie
Aanbevolen brandstoffen
Gebruik alleen een mengeling van normale loodvrije
benzine en speciale tweetaktmotorolie. Meng de
brandstofmengeling volgens de brandstofmengtabel.
Let op! Gebruik geen brandstofmengeling die langer
dan 90 dagen werd bewaard.
Let op! Gebruik geen tweetaktolie waarvoor een
mengverhouding van 100 tot 1 wordt aanbevolen.
Wordt door onvoldoende smering schade aan de
motor berokkend, komt de motorgarantie van de
fabrikant te vervallen.
Let op! Gebruik voor het transport en bewaren van
brandstof alleen vaten die daarvoor voorzien en
toegelaten zijn.