Gebruik van de koelkast
De thermostaat (fig. 6) zorgt voor de juiste temperatuur
in
het apparaat. Door de regelknop aan de voorzijde te
wijzigen, krijgen we steeds een andere temperatuur.
- stand
OFF = de compressor is uit (koelen en vriezen
uit)
- stand 1 = de laagste stand (de "warmste" tem-
peratuur)
- stand
3 = de hoogste stand (de "koudste" tempe-
ratuur)
Attentie:
De instelling van de thermostaat is o.a. afhankelijk van:
• de omgevingstemperatuur.
• de ruimte waarin het apparaat is geplaatst.
• hoe vaak de deur wordt geopend.
• de hoeveelheid bewaarde produkten.
Onder normale omstandigheden bevelen wij aan de ther-
mostaat in de middelste positie te zetten.
Let op: onder bepaalde omstandigheden kan het
nodig zijn een hogere of lagere instelling te kiezen.
Na instelling van de thermostaat de koelkast aanzetten
door de stekker in het stopcontact te steken en het
apparaat een poosje leeg op temperatuur laten komen.
Let op, bij een omgevingstemperatuur lager dan +12ºC.,
zal het diepvriesgedeelte gaan ontdooien!
8 FMK-145 FMK-145 9
Ontdooien koelgedeelte
Het ontdooien van de koelkast geschiedt automatisch tij-
dens het koelen. Het dooiwater wordt opgevangen in een
bakje dat op de compressor staat en verdampt
door de warmte van de compressor. In het geval van
hardnekkige ijsvorming kunt u de thermostaat tijdelijk
op de OFF-stand zetten.
N.B. Deze handeling veroorzaakt ook het ontdooien
van produkten in het vriesvak.
Gebruik van het vriesvak
De 0-ster betekent dat het vak alleen geschikt is voor ijs-
blokjes maken.
- Als de koelkast voor de eerste keer gebruikt wordt, moet
het apparaat min. 3 uur van te voren aangezet worden
met de thermostaat op de koudste stand (
3) voor er
levensmiddelen in opgeslagen kunnen worden.
- De thermostaat daarna op de normale bewaarstand (2)
terugzetten.
- Bij str
oomuitval; als een storing niet langer duurt dan
12 uur, zullen de ingevroren produkten nog niet ontdooit
zijn, als de deur van de koelkast maar gesloten
blijft tijdens
de storing!
-
Als de storing langer duurt, de nog bevroren produkten
in bijv. kranten wikkelen en deze direct overplaatsen in
een koele ruimte of in een andere koelkast/vriezer.
fig. 6