45
NEDERLANDS
Nominaal vermogen
6
kW
UItstoot
CO (13% O2)
0,25
%
Rooktemperatuur
230
°C
Gewicht rook
6,5
g/s
Minimum trek
12
Pa
Stof (13% O2)
70
mg/m
3
Rendement
nominaal vermogen
81
%
Verbruiknominaal vermogen
1,8
kg/h
Duur verbrandingscyclus
50
min
Lading bij nominaal vermogen
1,5
kg/h
Voor ruimtes van
145
m
3
Gewicht met verpakking
ELLE
152
kg
Gewicht met verpakking
ROLLER
172
kg
Gewicht met verpakking
VOGUE
157
kg
Ø rookafvoer bovenaan of achteraan (vrouwelijk)
150
mm
Luchtinlaten ruimte waarin de kachel is geïnstalleerd
> 200
cm²
SCHOORSTEENPIJP
• Vooraleer de kachel te installeren, nagaan of de schoorsteenpijp
geschikt is om rook af te voeren. De goede werking van een
eventueel vorig fornuis of vorige kachel die op diezelfde schoor-
steenpijp was aangesloten, houdt niet noodzakelijk in dat ook de
nieuwe kachel goed zal functioneren.
• Bij de installatie van de kachel moet rekening worden gehouden
met de plaats van de schoorsteenpijp, teneinde rookkanalen met
een onjuist verloop te vermijden. De afmetingen van de schoor-
steenpijp moeten overeenstemmen met de vermeldingen in deze
technische fiche (zie tabel pagina 62). Wij raden het gebruik van
warmtegeïsoleerde schoorsteenpijpen aan, bestaande uit hittebe-
stendig materiaal of roestvrij staal met een cirkelvormige binnen-
kant en met gladde binnenwanden.
• De doorsnede van de schoorsteenpijp moet over de gehele len-
gte dezelfde zijn (wij raden een hoogte van minimaal 3,5 à 4
meter aan).
• Het verdient aanbeveling om aan het begin van de schoorsteen-
pijp een vergaarbak voor onverbrande resten en eventuele con-
densatiedampen te plaatsen .
• Schoorsteenpijpen in slechte staat, vervaardigd uit ongeschikt
materiaal (asbest, gegalvaniseerd staal, geribbeld staal enz. met
een ruwe en poreuze binnenkant) zijn wettelijk verboden en hin-
deren de goede werking van de kachel.
• De schoorsteenpijp mag enkel voor de kachel worden gebruikt
(er mag geen rook van om het even welke andere brandhaard
worden afgevoerd).
• Een perfecte trek wordt vooral verkregen door een schoorsteen-
pijp zonder obstakels zoals versmallingen, horizontale delen, uit-
stekende scherpe randen; voor eventuele verplaatsingen van de as
moet in de pijp een buiging worden aangebracht, met een hoek
van maximaal 45° ten opzichte van de verticale as (Afb. 3).
• Wanneer de schoorsteenpijp die men wenst te gebruiken voor de
installatie, voordien voor andere kachels of haarden werd
gebruikt, moet deze zorgvuldig worden gereinigd om te garande-
ren dat de kachel goed kan functioneren of om ontbranding van
voordien op de binnenwanden afgezette onverbrande resten te
voorkomen.
• In normale omstandigheden moet de schoorsteenpijp ten minste
jaarlijks worden schoongeveegd.
• Voor een optimale werking moet de trek van de schoorsteenpijp
een onderdruk van 0,12 tot 0,2 mbar genereren. Lagere waarden
kunnen de vlotte rookafvoer hinderen bij het vullen van de kachel
en te veel roetafzetting veroorzaken. Hogere waarden veroorza-
ken een te snelle verbranding waardoor het warmterendement
daalt. De waarden zijn terug te vinden in de tabel UNI
10683/2006.
• Bij meerdere schoorsteenpijpen op het dak is een tussenafstand
van 2 meter aanbevolen en zou de schoorsteen van de kachel
minstens 40 centimeter boven de andere moeten uitsteken. Zie de
norm UNI 10683/2006, hoofdstuk inzake de afstanden en plaat-
sing van schoorstenen.
• Wij raden aan om een klep op het rookkanaal te installeren.
SCHOORSTEEN
De schoorsteen moet winddicht zijn (gelieve u voor meer uitleg tot
uw verdeler te wenden) met een interne doorsnede gelijkaardig aan
die van de schoorsteenpijp, en een uitgang niet kleiner dan het dub-
bele van de uitgang van de schoorsteenpijp. Raadpleeg norm UNI
10683/2006 voor een correcte werking van de schoorsteen.
INSTALLATIE