TIPS IN GEVAL VAN STORINGEN
H1) Onderdruk-alarm (verschijnt wanneer de luchtstroomsensor een onvoldoende stroom verbrandingslucht detecteert).
De stroom kan onvoldoende zijn indien de deur is geopend, indien de deur niet perfect dicht is (bijvoorbeeld: pakking),
indien er een probleem is met de aanzuiging van de lucht of de afvoer van rook, indien de verbrandingshaard verstopt is.
Controleer:
- of de deur is gesloten
- het aanzuigkanaal van verbrandingslucht (maak hem schoon en let daarbij op de onderdelen van de luchtstroomsensor):
- maak de luchtstroomsensor schoon met droge lucht (type voor computertoetsenbord)
- de plaatsing van de kachel: de kachel mag niet tegen een muur staan,
- of de verbrandingshaard goed is geplaatst en regelmatig wordt schoongemaakt (frequentie afhankelijk van het soort
pellets)
- het rookkanaal (schoonmaken)
- de installatie (indien de installatie niet conform de normen is en ze meer dan 2-3 bochten heeft, vindt geen goede
rookafvoer plaats)
- drempelwaarde van de luchtstroomsensor (SF in de parameters) (alleen door dealer).
Indien u vermoedt dat de luchtstroomsensor defect is, voer dan een testuit als de kachel afgekoeld is. Indien bijvoorbeeld
bij gewijzigde omstandigheden of bij het openen van de deur de waarde op het scherm niet verandert, dan is er een
probleem met de sensor.
Het onderdruk-alarm kan eveneens optreden tijdens het aansteken, want de luchtstroomsensor begint 90 seconden na het
begin van de ontsteekcyclus te meten.
H2) Beschadigde rookafvoermotor (verschijnt wanneer de toerentalsensor van de rookafvoermotor een afwijking
opmerkt)
- Controleer de goede werking van de rookafvoermotor. (Dealer)
- Controleer de verbinding met toerentalsensor. (Dealer)
- Controleer of het rookkanaal schoon is.
- Controleer functionering elektronische kaart (Dealer)
- Controleer functionering aarde van de elektronische installatie
SF (H3) Geen vlam (verschijnt wanneer het thermokoppel een temperatuur van de rook opmeet die lager is dan de geprogrammeerde
waarde, wat wordt geïnterpreteerd als de afwezigheid van een vlam).
De vlam kan afwezig zijn omdat:
- er geen pellets zijn
- te veel pellets de vlam hebben verstikt
- de thermostaat voor de maximumtemperatuur in werking is getreden (zeldzaam, dit komt enkel voor bij een te hoge
temperatuur van de rook)
AF (H4) Mislukte ontsteking (verschijnt al er binnen maximum 15 minuten geen vlam verschijnt en de
opstarttemperatuur niet wordt bereikt).
Er kunnen zich twee gevallen voordoen:
Er is GEEN vlam
Er is een vlam, maar na de boodschap Ar
verschijnt de boodschap AF
Controleer:
- de positie en reiniging van de verbrandingshaard
- de aanvoer van verbrandingslucht in de verbrandingshaard
- de goede werking van de weerstand
- de omgevingstemperatuur (indien lager dan 3°C, gebruik
dan een aanmaakblokje) en de vochtigheidsgraad.
Probeer aan te steken met een aanmaakblokje.
Controleer:
- de goede werking van het thermokoppel
- de geprogrammeerde ontstekingstemperatuur in de
parameters
H5) Black-out
Controleer de elektrische aansluiting en spanningsdalingen.
H6) Thermokoppel defect (verschijnt wanneer het thermokoppel defect of ontkoppeld is) (alleen voor dealer)
Ga na of het thermokoppel is aangesloten op de kaart.
Controleer de goede werking bij de test in koude toestand.
H7) Temperatuur rook te hoog (uitdoving door te hoge temperatuur van de rook)
Mogelijke oorzaken van een te hoge temperatuur van de rook: het soort pellets, een afwijking bij de afvoer van de rook,
de verstopping van een rookkanaal, foute installatie, “drift” van de reductiemotor.
NEDERLANDS
NEDERLANDS