N L
NL Instrument en LCD display
V eiligheidsinstructies
V erklaring van de symbolen
Reglementair gebruik
Contra-indicaties
Algemene oorzaken voor onjuiste metingen
Bloeddrukmeter
Gebruiksaanwijzing - A.u.b. zorgvuldig lezen!
•
Deze volautomatische elektronische bloeddrukmeter is bestemd voor het thuis meten van de bloed-
druk. Dit is een niet-invasief systeem voor het meten van de diastolische en systolische bloeddruk en
de pols van volwassenen, door gebruik te maken van de oscillometrische techniek door het aanleggen
van een manchet om de bovenarm.
•
Het toestel is niet geschikt voor de bloeddrukmeting bij kinderen. V oor het gebruik bij oudere kinderen
dient u het advies van uw arts in te winnen.
Deze bloeddrukmeter is niet geschikt voor mensen met een sterke aritmie.
•
•
Neem voor een meting 5 tot 10 minuten rust en
eet niks, drink geen alcohol, rook niet, voer geen
lichamelijke werkzaamheden uit, sport niet en
neem geen bad. Al deze factoren kunnen het
meetresultaat beïnvloeden.
T rek alle kledingstukken uit die te strak rond de
bovenarm zitten.
Meet altijd aan dezelfde arm (meestal links).
Meet uw bloeddruk regelmatig en dagelijks op
hetzelfde tijdstip, omdat de bloeddruk in de loop
van de dag verandert.
Alle pogingen van de patiënt de arm te
ondersteunen, kunnen de bloeddruk verhogen.
Zorg voor een comfortabele en ontspannen
houding en span tijdens de meting de spieren van
de arm waaraan wordt gemeten, niet aan. Gebruik,
indien nodig, een kussen ter ondersteuning.
Als de armslagader onder- of boven het hart ligt,
is het meetresultaat onjuist.
Een losse of open manchet veroorzaakt een
onjuiste meting.
Door herhaaldelijk meten, hoopt het bloed zich in
de arm op, wat tot een onjuist resultaat kan leiden.
Opeenvolgende bloeddrukmetingen moeten
worden uitgevoerd met pauzes van één minuut of
nadat de arm zo omhoog is gehouden, dat het op-
gehoopte bloed weg kan stromen.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Het instrument is enkel bedoeld voor particulier gebruik. Mocht u bedenkingen voor de ge-
zondheid hebben, consulteer uw dokter alvorens de bloeddrukmeter te gebruiken. i
Gebruik het instrument alleen als bedoeld in deze handleiding. Als u het instrument aan zijn
eigenlijke bedoeling onttrekt vervalt uw recht op garantie. i
Hartritmestoringen resp. arritmieën veroorzaken een onregelmatige pols. Normaal brengt
dit moeilijkheden met zich mee bij het vaststellen van de correcte meetwaarde met behulp
van oscillometrische bloeddruk-computers. Het onderhavige toestel is elektronisch zo uit-
gerust dat het meer dan 20 van de meest optredende arrhythmieën en zogenaamde be-
wegingsartefacten herkent en dit door een symbool op het display weergeeft. i
Indien u aan een ziekte lijdt zoals b.v . obliteratieve arteriële ziekte, raadpleegt u best uw
arts voordat u het instrument toe-past. i
Het instrument mag niet worden gebruikt om de har frequentie van een pacemaker te con-
troleren. i
Zwangeren moeten de nodige voorzorgs maatregelen en hun individuele belastbaarheid in
acht nemen, raadpleeg, indien nodig, uw dokter . i
Mocht u tijdens een meting last zoals b.v . pijn in de bovenarm of andere ongemakken on-
dervinden, druk dan op de ST ART -toets om de manchet meteen te ontluchten. Maak de
manchet los en neem hem af van de bovenarm. i
Het apparaat is niet geschikt voor kinderen. i
Kinderen mogen het instrument niet gebruiken. Medische producten zijn geenspeelgoed! i
Bewaar het apparaat buiten het bereik van kinderen. i
Het inslikken van kleine onderdelen, zoals verpakkingsmateriaal, batterijen, het deksel van
het batterijvak, enz. kan leiden tot verstikking. i
W anneer het toestel bewaard werd in een frissere ruimte, moet het voor gebruik eerst op
kamertemperatuur worden gebracht. i
Alleen de meegeleverde manchet kan worden gebruikt. Deze manchet kan niet worden ver-
vangen door andere manchetten. De manchet kan alleen worden vervangen door een
manchet van exact hetzelfde type. i
Het apparaat mag niet worden gebruikt in ruimtes met intensieve straling of in de buurt van
apparaten die intensieve straling afgeven, bijv . radiozenders, mobiele telefoons of magne-
trons. Daardoor kunnen functionele storingen of onjuiste meetwaarden optreden (zie „Elek-
tromagnetische verdraagzaamheid“). i
Gebruik het apparaat niet in de buurt van brandbaar gas (bijv . verdovingsgas, zuurstof of
waterstof) of brandbare vloeistof (bijv . alcohol). i
Bouw het toestel niet om en demonteer het niet. i
De veilige en storingsvrije werking is slechts dan gegarandeerd wanneer het toestel uit-
sluitend binnen de in de technische gegevens vermelde omgevingsvoorwaarden wordt ge-
bruikt en opgeslagen. i
In geval van storingen mag u het instrument niet zelf herstellen. Laat herstellingen enkel
door geautoriseerde serviceplaatsen uitvoeren. i
Bescherm het toestel tegen hoge temperaturen, rechtstreeks zonlicht en vocht. Mocht ooit
vocht het instrument binnendringen, dient u de batterijen onmiddellijk te verwijderen en
verdere toepassingen te vermijden. Stelt u zich in dit geval met uw gespecialiseerde han-
delaar in verbinding of informeer ons rechtstreeks. i
Het toestel werd ontworpen om minstens 10 000 metingen veilig en correct uit te voeren
of om gedurende 3 jaar te worden gebruikt. Ook na 1000 keer openen en sluiten is het
manchet gegarandeerd nog in orde. i
Bescherm het apparaat tegen harde klappen en laat het niet vallen. i
Zou het in zeldzame gevallen door een foutieve functie voorkomen dat de manchet tijdens
de meting permanent opgepompt blijft, dan moet deze onmiddellijk worden geopend. Lang-
ere belasting van de arm door een te hoge druk in de manchet (manchetdruk >300 mmHg
of een permanente druk >15 mmHg voor meer dan 3 min.) kan tot een bloeduitstorting aan
de arm leiden. i
Het toestel mag niet worden gebruikt bij bestaande, intravasculaire therapie, bij existerende,
veneuze toegangen of na een mastectomie. i
Plaats de manchet nooit op geïrriteerde huidonderdelen. i
W anneer het toestel door meerdere personen wordt gebruikt, moeten, om hygiënische re-
denen alle personen hun eigen manchet hebben. Deze manchetten zijn apart in de handel
verkrijgbaar . i
Zorg ervoor dat de luchtslang niet geblokkeerd of geklemd raakt tijdens het meten, aange-
zien dit tot fouten bij het oppompen en/of tot verwondingen kan leiden. i
Gebruik het instrument niet in rijdende voertuigen, omdat hierdoor de meetresultaten wor-
den beïnvloed. i
V erwijder de batterijen, als u het apparaat langere tijd niet gebruikt.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
LCD display MEM-toets ST ART -toets Batterijvak (aan de onderkant)
Stekker voor de luchtslang Manchet met luchtslang Aanduiding van datum/
tijd Aanduiding van de systolische druk Aanduiding van de diastolische druk
/ polsfrequentie Symbool „klaar om op te pompen“ Batterijwissel-symbool
Pols-symbool / Aritmie-display (hartritmestoornis) Bloeddrukindicator (groen - geel -
oranje - rood) Geheugensymbool
Omvang van de levering
Gelieve eerst te controleren of het instrument
volledig is. Bij de levering horen:
• 1 ecomed bloeddrukmeter BU-92E
• 1 manchet met luchtslang
• 4 batterijen (type AA, LR6) 1.5 V
• 1 gebruiksaanwijzing
BU-92E
1- 2 cm
(a )
(b )
(c )
1
2
3
•
4 x LR6,
1,5V , AA
Mocht u bij het uitpakken een transportschade vast-
stellen, verzoeken wij u onmiddellijk uw handelaar
te contacteren.
•
•
•
•
•
•
•
•
T egen vocht beschermen
Instrument en LCD display
W AARSCHUWING
T e lage bloeddruk betekent net zo’n gezondheidsrisico als hoge bloed-
druk! Aanvallen van duizeligheid kunnen leiden tot gevaarlijke situaties
(b.v . op trappen of in het verkeer)!
V oor het Gebruik
Het plaatsen/vervangen van de batterijen
V oordat u het instrument kunt gebruiken dient u de bijgaande batterijen in te zetten. Aan de
onderkant van het instrument bevindt zich het deksel van het batterijvak . Open het
deksel en plaats de 4 bijgeleverde 1,5 V batterijen, type AA LR6. Neem daarbij de polariteit
in acht (zoals in het batterijvak gemerkt). Sluit het batterijvak opnieuw . Verwissel van bat-
terijen als het gelijknamige symbool op het display verschijnt of wanneer er op het
display geen melding verschijnt nadat u de batterijen correct had ingebracht.
Afstellen van datum en tijd
Na het inbrengen van de batterijen worden afwisselend datum en tijd op het display ge-
toond. Druk tegelijkertijd op de ST ART - en MEM-toets en hou deze ingedrukt totdat er
een korte pieptoon weerklinkt en de invoerplaats voor de maand (M) knippert. Stel vervolgens
de gewenste maand in door meermaals op de MEM-toets te drukken en druk vervolgens
op de ST ART -toets , om naar de invoerplaats voor de dag te gaan. Herhaal de stappen
v oo r h e t i n st e ll e n, t ot d a t d e m aa n d , d e d a g, h e t u u r e n d e m i nu u ta a nd u i di n g
correct zijn ingesteld. Wanneer u op de ST ART -toets drukt na de instelling van de minuten,
gaat u weer terug naar de normale aanduiding van datum en tijd. W anneer u geen toetsen
aanraakt, gaat het toestel na ongeveer 1 minuut automatisch naar de normale aanduiding van
datum en tijd terug. Bij het vervangen van batterijen gaan de ingevoerde gegevens verloren
en moeten zij opnieuw worden ingevoerd.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Steek voor gebruik het uiteinde van de luchtslang in de opening aan de linkerkant van het
apparaat . i
Schuif de open kant van de manchet zo door de metalen beugel, dat de klittenbandsluiting
zich aan de buitenkant bevindt en er een cilindrische vorm (afb.1 ) ontstaat. Schuif de
manchet over uw linker bovenarm. i
Plaatst u de luchtslang op het midden van uw arm in het verlengde van de middelvinger
(afb.2 ) (a ). De onderkant van de manchet moet daarbij 2 à 3 cm boven de binnenkant van
de elleboog liggen (b ). T rekt u de manchet strak en sluit u de klittenbandsluiting (c ). i
Meet op de naakte bovenarm. i
Alleen als de manchet niet rond de linker arm kan worden geplaatst legt u hem aan de
rechter arm aan. Metingen dienen steeds op dezelfde arm te worden uitgevoerd. i
Juiste meetpositie bij het zitten (afb.3 ).
W AARSCHUWING
Neem op grond van een zelfmeting geen therapeutische maatregelen.
V erander nooit de dosering van een door de dokter voorgeschreven
geneesmiddel.
Dit instrument beschikt over 2 aparte geheugens met een capaciteit van 60 geheugen-
plaatsen per geheugen. De resultaten worden automatisch in het geselecteerde geheugen
opgeslagen. Om opgeslagen meetwaarden op te roepen, drukt u bij uitgeschakeld (aan-
duiding van datum en tijd) apparaat op de MEM-toets . Nu verschijnt ofwel „U1 “ ofwel
„U2 “ knipperend op het display , evenals het opslagsymbool en het totale aantal
opgeslagen metingen voor deze gebruiker . Druk op de ST ART -knop om tussen U1 en
U2 te schakelen. Druk op de MEM-toets (of druk gedurende ca. 5 seconden op geen
enkele toets) en de gemiddelde waarde van de laatste drie metingen van de gekozen ge-
bruikersopslag wordt aangeduid (samen met het opslagsymbool en "A "). Wanneer er
geen waarden opgeslagen zijn, verschijnt "- - ". Als u de MEM-toets opnieuw indrukt,
verschijnt de laatst uitgevoerde meting. Als u verder op de MEM-toets drukt worden
telkens de vorige meetwaarden aangegeven. Als u bij de laatste invoer gekomen bent en
u niet op een toets drukt, schakelt het apparaat na ca. 60 seconden automatisch uit (aan-
duiding van datum en tijd). Door te drukken op de ST ART -toets kunt u de geheugen-
afroep-modus altijd verlaten en het apparaat tegelijk uitschakelen. Als in het geheugen 60
meetwaarden zijn opgeslagen en wordt een nieuwe waarde opgeslagen, wordt de oudste
waarde gewist.
De bloeddruk meten
Nadat u de manchet correct heeft omgedaan, kunt u met de meting beginnen.
1.
2.
3.
4.
5.
W anneer er op de ST ART -toets wordt gedrukt, weerklinkt er een lange pieptoon en
verschijnen alle tekens op het display . Met deze test wordt nagegaan of de aanduiding
volledig is. i
V ervolgens verschijnt er "U1 " (Gebruikersopslag 1) of "U2 " (Gebruikersopslag 2) op het
display , Door op de MEM-toets te drukken kunt u van U1 naar U2 gaan en weer terug.
Druk op de ST ART - toets of gebruik gedurende ongeveer 5 seconden geen enkele
toets, om met het oppompen te beginnen. i
Het toestel is klaar om te meten en het cijfer 0 verschijnt en het symbool "Klaar om op te
pompen" knippert gedurende ca. 2 seconden. Nu pompt het toestel automatisch lang-
zaam het manchet op om uw bloeddruk te meten. i
De toenemende druk wordt in het display weergegeven. Het instrument blijft de manchet
oppompen tot een voor de meting voldoende druk is bereikt. Vervolgens laat het instru-
ment de lucht langzaam af uit de manchet en voert het de meting uit. Zodra het apparaat
een signaal registreert, begint het polssymbool in het display te knipperen. i
Als de meting is voltooid, wordt de manchet ontlucht. De systolische en diastolische
bloeddruk alsmede de polswaarde verschijnen op het display . Overeenkomstig de
bloeddrukclassificatie volgens de WHO knippert de bloeddrukindicator naast de bijbe-
horende gekleurde balk. Als het apparaat een onregelmatige pols vaststelt, knippert bo-
vendien het Aritmie-display .
6.
7.
De gemeten waarden worden automatisch opgeslagen in het gekozen geheugen (U1
of U2 ). In ieder geheugen kunnen maximaal 60 meetwaarden met datum en tijd wor-
den opgeslagen. i
De meetresultaten blijven op het beeldscherm staan. Als er geen toets meer wordt in-
gedrukt, schakelt het apparaat na ca. 1 minuut automatisch uit (aanduiding van datum
en tijd). Het apparaat kan ook met de ST ART -toets worden uitgeschakeld.
De meting afbreken
Als het nodig is, om wat voor reden dan ook, de bloeddrukmeting af te breken (bijv . onpas-
selijkheid van de patiënt), kan te allen tijde de ST ART -toets worden ingedrukt. Het appa-
raat ontlucht de machet onmiddellijk automatisch.
W anneer u zeker weet dat u alle opgeslagen waarden voorgoed wilt wissen, druk dan
gedurende ca. 3 seconden op gelijke welke opgeslagen waarde van een gebruiker wan-
neer die waarde verschijnt (behalve bij de aanduiding van de gemiddelde waarde van de
laatste 3 metingen) op de MEM-toets . Na drie pieptonen worden alle waarden van
deze gebruiker gewist en verschijnt er „- - “ op het display .
"Er 0 " tot "Er 4 ": Fouten in het druksysteem of wanneer systolische, respectievelijk diasto-
lische druk niet herkend worden. De verbinding met de luchtslang is mo-
gelijk onderbroken. Controleer de aansluiting van de manchet op het
toestel, leg de manchet correct om de arm en herhaal de meting.
Beweeg niet tijdens het meten.
"Er 5 ": De manchetdruk (meer dan 300 mmHg) is te hoog.
Neem 5 minuten rust en herhaal de meting.
"Er 6 ": De manchetdruk is al meer dan 180 seconden hoger dan 15 mmHg.
Neem 5 minuten rust en herhaal de meting.
"Er 7 " / "Er 8 " /
"Er A": Elektronica-, parameter- of sensorfout.
Neem 5 minuten rust en herhaal de meting.
In het display verschijnt het symbool voor batterijen vervangen " ":
De batterijen zijn te zwak of leeg. V ervangt u alle vier de batterijen door nieuwe 1,5 V bat-
terijen van type AA LR6.
Abnormale meetwaarden of "HI " of "LO " worden getoond:
Leg de manchet goed aan. Neemt u de juiste positie in. Blijf rustig tijdens de meting. V oor
patiënten met een sterk onregel- matige pols is het apparaat niet geschikt.
Dit toestel herkent verschillende storingen en geeft, afhankelijk van de reden van deze
storing een overeenkomstige foutmelding. Wanneer er op dat ogenblik een meting plaats-
vindt, wordt die afgebroken:
•
•
•
Belangrijk: Neem contact op met uw arts, wanneer de hiervoor vermelde fouten herhaalde-
lijk optreden. Blijf rustig tijdens de meting.
Deze bloeddrukmeter beantwoordt aan de eisen van de EU-norm voor nietinvasieve
bloeddrukmeetinstrumenten. Het is gecertificeerd volgens de EG-richtlijnen en voorzien
van het CE-merk (conformiteitsmerk) ”CE 0297”. De bloeddrukmeter beantwoordt aan de
Europese voorschriften EN 60601-1, EN 60601-1-2, EN 80601-2, EN 1060-1 en EN
1060-3. Aan de eisen van de EU-richtlijn "93/42/EWG van de raad van 14 juni 1993 be-
treffende medische producten“ is voldaan. i
Harmonische trillingen
volgens IEC 61000-3-2
Spanningsschom-
melingen / flikkering
volgens IEC 61000-3-3
N.v .t.
N.v .t.
Elektromagnetische uitzendingen
HF-uitzendingen
CISPR 1 1
Groep 1
Het bloeddrukmeettoestel is voor het gebruik in de onderaan vermelde
elektromagnetische omgeving bestemd. De klant of gebruiker van het
bloeddrukmeettoestel moet ervoor zorgen dat het in een dergelijke
omgeving gebruikt wordt.
Het „bloeddrukmeettoestel”
gebruikt HFenergie uitsluitend
voor zijn interne functie.
Daarom is zijn HF-uitzending
heel gering en is het onwaar-
schijnlijk dat elektronische
toestellen in de omgeving
gestoord worden.
Het „bloeddrukmeettoestel” is
bestemd voor het gebruik in
alle inrichtingen, inclusief
woonzones en zones die
onmiddellijk op een openbaar
laagspanningsnet aangesloten
zijn, dat ook gebouwen ver-
zorgt die voor woondoeleinden
gebruikt worden.
Klasse B
HF-uitzendingen
CISPR 1 1
Ontlading van
statische
elektriciteit (ESD)
volgens
IEC 61000-4-2
±6 kV
contact-
ontlading
±8 kV lucht-
ontlading
Het bloeddrukmeettoestel is voor het gebruik in de onderaan vermelde
elektromagnetische omgeving bestemd. De klant of gebruiker van het
bloeddrukmeettoestel moet ervoor zorgen dat het in een dergelijke
omgeving gebruikt wordt.
Elektromagnetische stoorvastheid
Magneetvelden van de net-
frequentie moeten een sterkte
hebben die met de standplaats
in een typische bedrijfs- of zieken-
huisomgeving overeenkomt.
3 A/m 3 A/m
Uitzendings-
metingen
Overeen-
stemming
Elektromagnetische
omgevingsrichtlijnen
Elektromagnetische
omgevingsrichtlijnen
Stoorvast-
heidscontroles
IEC 60601
T estpeil
Overeen-
stemmings-
peil
±6 kV
contact-
ontlading
±8 kV lucht-
ontlading
Magneetveld bij
de voedings-
frequentie (50 Hz)
volgens
IEC 61000-4-8
De vloer moet uit hout,
beton of keramische tegels
bestaan.
Gaat het bij de vloer om
een synthetisch materiaal,
dan moet de relatieve
luchtvochtigheid minstens
30% bedragen.
Benaming en model
Weergavesysteem
Geheugenplaatsen
Meetmethode
V oeding
Meetbereik bloeddruk
Meetbereik pols
Maximale meetafwijking van de
statische druk
Maximale meetafwijking van de
polswaarden
Drukopwekking
Lucht aflaten
Operationele voorwaarden
Opslagvoorwaarden
Afmetingen (L x B x H)
Manchet
Gewicht (apparaateenheid)
Artikel-nummer
EAN-nummer
Speciaal onderdeel
ecomed bloeddrukmeter BU-92E
digitale weergave
2 x 60 voor meetgegevens incl. tijd en datum
oscillometrisch
6 V=, 4 x 1.5V batterijen AA LR6
40 – 260 mmHg
40 – 180 polsslagen/min.
± 3 mmHg
± 5 % van de waarde
automatisch door pomp
automatisch
+5 °C tot +40 °C, 90 % max. relat. luchtvochtigheid
-20 °C tot +55 °C, 90 % max. relat. luchtvochtigheid
ca. 136 x 100 x 65 mm
22 - 30 cm voor volwassenen
Approx. 236 g zonder batterijen & manchet
23205
40 15588 23205 3
• Manchet groot 30 - 42 cm voor vol-wassenen met
een groete boven-armomvang, Art.-Nr. 51 126
• Manchet normaal 22 - 30 cm voor volwassenen
met normale omvang van de bovenarm,
Art.-Nr. 51 135
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
T echnische gegevens
In het kader van onze voortdurende inspanningen naar verbeteringen, behouden wij
ons het recht voor om qua vormgeving en op technisch gebied veranderingen aan
ons product door te voeren.
Le es de g ebru iksa anw ijzi ng, i n het b ijzo nder d e
veiligheidsinstructies, zorvuldig door vooraleer u het
apparaat gebruikt en bewaar de gebruiksaanwijzing
voor verdergebruik. Als u het toestel aan derden
doorgeeft, geef dan deze gebruiksaanwijzing absoluut
mee.
BELANGRIJK
V olg de gebruiksaanwijzing op!
Het niet naleven van deze instructie kan
zware verwondingen of schade aan het
toestel veroorzaken.
W AARSCHUWING
Deze waarschuwingen moeten in acht
genomen worden om mogelijk letsel van
de gebruiker te verhinderen.
OPGELET
Deze aanwijzingen moeten in acht
genomen worden om mogelijke schade
aan het toestel te verhinderen.
AANWIJZING
Deze aanwijzingen geven u nuttige
bijkomende informatie bij de installatie
of het gebruik.
Classificatie van het instrument: type BF
LOT -nummer
Producent
Productiedatum
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BETREFFENDE DE BA TTERIJEN
Batterien niet uit elkaar halen! i
V ervang de batterijen, zodra het batterijsymbool in het display verschijnt. i
V erwijder zwakke batterijen onmiddellijk uit het batterijvak, omdat deze kunnen leeglop-
en en het apparaat kunnen beschadigen! i
V erhoogd uitloopgevaar, contact met huid, ogen en slijmhuid vermijden! Bij contact met
accuzuur de betreffende plaatsen onmiddellijk met overvloedig helder water spoelen en
onmiddellijk een arts opzoeken! i
Mocht er een batterij ingeslikt zijn, dan moet onmiddellijk een arts opgezocht worden! i
Altijd alle batterijen tegelijk vervangen! i
Alleen batterijen van hetzelfde type gebruiken, geen verschillende types of gebruikte en
nieuwe batterijen door elkaar gebruiken! i
Plaats de batterijen correct, neem de polariteit in acht! i
V erwijder de batterijen als u het apparaat minstens 3 maanden niet meer gebruikt. i
Batterijen uit de buurt van kinderen houden! i
Batterijen niet heropladen! Er bestaat explosiegevaar! i
Niet kortsluiten! Er bestaat explosiegevaar! i
Niet in het vuur werpen! Er bestaat explosiegevaar! i
Geef verbruikte batterijen en accu's niet met het gewone huisvuil mee, maar met het
speciale afval of in een batterijverzamelstation in de vakhandel!
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
W at betekent bloeddruk?
Bloeddruk is de druk die door elke hartslag in de vaten ontstaat. Wanneer het hart samen-
trekt (= systole) en bloed naar de arteriën pompt, leidt dit tot het stijgen van de druk. De
hoogste waarde van deze druk wordt systolische druk genoemd en gedurende een bloed-
drukmeting als eerste waarde gemeten. Wanneer de hartspier verslapt om nieuw bloed op
te nemen, neemt ook de druk af in de arteriën. Wanneer de vaten ontspannen zijn, wordt
de tweede waarde - de diastolische druk gemeten.
Hoe werkt de meting?
De ecomed BU-92E is een bloeddrukmeter, die de bloeddruk van de bovenarm meet.
De meting wordt door een microprocessor bestuurt die met behulp van een druksensor
de drukschommelingen analyseert die via de arterie ontstaan door het opblazen en af-
laten van de bloeddrukmanchet.
Classificatie volgens de WHO
Deze cijfers zijn vastgelegd door de wereldgezondheidsorganisatie (WHO) los van de leef-
tijd.
Lage bloeddruk systolisch <100 diastolisch <60
Normale bloeddruk (groene gebied van het display )
systolisch 100 - 139 diastolisch 60 - 89
V ormen van hoge bloeddruk
Licht verhoogde bloeddruk (gele gebied van het display )
systolisch 140 – 159 diastolisch 90 – 99
Middelmatig verhoogde (oranje gebied van het display )
bloeddruk systolisch 160 – 179 diastolisch 100 – 109
Sterk verhoogde bloeddruk (rode gebied van het display )
systolisch ≥ 180 diastolisch ≥ 1 10
Beïnvloeding en analyse van de metingen
Meet meermalen uw bloeddruk, sla de resultaten op en vergelijk de deze vervolgens on-
der elkaar . Trek geen conclusie opgrond van een enkel resultaat. i
Uw bloeddrukwaarden dienen altijd door een arts te worden beoordeeld die vertrouwd is
met uw medische voorgeschiedenis. Als u het instrument regelmatig gebruikt en de waar-
den registreert voor uw arts, informeer dan uw arts regelmatig over het verloop. i
Houd tijdens bloeddrukmetingen rekening ermee dat de dagelijkse waarden van vele fac-
toren afhankelijk zijn. Factoren zoals roken, alcohol, medicijnen en lichamelijk werk beïn-
vloeden de meetwaarden op verschillende manier . i
Meet uw bloeddruk voor de maaltijden. i
Rust minstens 5-10 minuten voordat u uw bloeddruk meet. i
Neem, als u een buitengewone (te hoge of te lage) systolische of diastolische waarde van
de meting constateert, hoewel het instrument op de juiste manier is gebruikt, contact op
met uw arts, indien deze waarde ook na een aantal metingen blijft verschijnen. Dit geldt
ook voor de zeldzame gevallen dat door een onregelmatige of zeer zwakke pols de
meting wordt verhinderd.
•
•
•
•
•
•
Aanleggen van de manchet
Het weergeven van de opgeslagen waarden
Wissen van het geheugen
Fouten en oplossingen
Bij ongebruikelijke metingen verschijnen de volgende symbolen in het display:
Reiniging en onderhoud
V erwijder de batterijen voordat u het instrument reinigt. Maak het instrument met een zach-
te doek schoon dat u met een mild zeepsop lichtjes bevochtigt. Gebruik in geen geval
bijtende reinigingsmiddelen, alcohol, nafta, verdunners of benzine, enz. Dompel noch het
apparaat, noch eventuele accessoires onder water. Let op dat er geen vocht in het appa-
raat dringt. Maak de manchet niet nat en reinig de manchet niet met water . Als de manchet
toch vochtig is geworden, wrijf de manchet dan voorzichtig af met een droge doek. Leg de
manchet vlak neer , rol haar niet op en laat haar aan de lucht drogen. i
Stel het instrument niet bloot aan de felle zon en bescherm het tegen vuil en vocht. Stel het
apparaat niet bloot aan extreme hitte of kou. Als u het apparaat niet gebruikt, bewaar het
dan in de originele verpakking. Bewaar het apparaat op een schone en droge plaats.
Afvalbeheer
Dit apparaat mag niet samen met het huishoudelijk afval worden aangeboden.
Iedere consument is verplicht, alle elektrische of elektronische apparaten, onge-
acht of die schadelijke stof fen bevatten of niet, bij een milieudepot in zijn stad of
bij de handelaar af te geven, zodat ze op een milieuvriendelijke manier kunnen
worden verwijderd.
Haal de batterijen uit het apparaat voordat u het apparaat verwijdert. Gooi gebruikte
batterijen niet bij het huisvuil, maar breng deze naar de daarvoor bestemde afvalverwer-
king of lever deze in bij een speciaal daarvoor bestemd inzamelstation bij de super-
markt of elektrawinkelier . W endt u zich betreffende het afvalbeheer tot uw gemeente of
handelaar .
Richtlijnen / normen
Elektromagnetische verdraagbaarheid: Richtlijnen en verklaring van de fabrikant
(bijgewerkt 25. Maart 2014)
Elektromagnetische stoorvastheid
Gestraalde
HF-storingen
volgens
61000-4-3
3 V/m
80 MHz tot
2,5 GHz
Het bloeddrukmeettoestel is voor het gebruik in de onderaan vermelde
elektromagnetische omgeving bestemd. De klant of gebruiker van het
bloeddrukmeettoestel moet ervoor zorgen dat het in een dergelijke
omgeving gebruikt wordt.
Bij het gebruik van draagbare en mobiele hoog-
frequente communicatietoestellen mag de aanbe-
volen afstand tot elk deel van het „bloeddrukmeet-
toestel” (inclusief van de kabels), die aan de hand
van de op de frequentie van de zender van toe-
passing zijnde vergelijking berekend werd, niet
onderschreden worden.
Aanbevolen veiligheidsafstand:
d=1.2 P 80 MHz tot 800 MHz
d=2.3 P 800 MHz tot 2,5 GHz
Elektromagnetische
omgevingsrichtlijnen
Stoorvast-
heids-
controles
IEC 60601
T estpeil
Overeen-
stemmings-
peil
3 V/m
met P als het maximale nominale uitgangsvermogen
van de zender in watt (W) volgens de gegevens van de
zenderfabrikant en d als de aanbevolen veiligheidsafstand
in meter (m). V eldsterktes van stationaire draadloze
zenders moeten volgens een elektromagnetisch stand-
plaatsonderzoek onder het overeenstemmingspeil liggen.
In de omgeving van toestellen, die volgend symbool
dragen, zijn storingen mogelijk:
a
b
OPMERKING 1: bij 80 MHz en 800 MHz geldt de hoogste waarde.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing.
De uitbreiding van elektromagnetische golven wordt door absorpties en reflecties
van gebouwen, voorwerpen en mensen beïnvloed.
a.
De veldsterktes van stationaire zenders, zoals bijv . basisstations van radiotelefoons
(gsm’s/draadloze telefoons) en mobiele radiodiensten, amateurstations, AM- en FM-
radio- en televisiezenders, kunnen theoretisch niet precies voorbestemd worden. Een
onderzoek van de plaats van gebruik van elektromagnetische toestellen moet in over-
weging genomen worden om de door hoogfrequente zenders opgewekte elektromag-
netische omgeving te beoordelen. Als de vastgestelde veldsterkte op de standplaats
van het bloeddrukmeettoestel het hierboven opgegeven overeenstemmingspeil over-
schrijdt, dan moet het „bloeddrukmeettoestel” op zijn normale werking bewaakt worden.
Als ongewone prestatiekenmerken vastgesteld worden, kan het nodig zijn om bijko-
mende maatregelen te nemen, zoals bijv . het opnieuw instellen van het „bloeddrukmeet-
toestel”.
In het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte minder dan [V1] 3
V/m bedragen.
b.
V eiligheidsafstand volgens zendfrequentie
m
Maximaal nomi-
naal uitgangs-
vermogen van
de zender
W
150 kHz tot 80 MHz
d=1.2 P
80 MHZ tot 800 MHZ
d=1.2 P
800 MHZ tot2.5 GHz
d=2.3 P
0.12
0.38
1.2
3.8
12
0.01
0.1
1
10
100
V oor zenders waarvan het maximale nominale uitgangsvermogen in de
tabel hierboven niet vermeld is, kan de afstand in meter (m) met de
vergelijking bepaald worden, die tot de betreffende frequentie van de
zender behoort, waarbij P het maximale nominale uitgangsvermogen van
de zender in watt (W) volgens de aanwijzingen van de zenderfabrikant is.
OPMERKING 1: bij 80 MHz en 800 MHz geldt de veiligheidsafstand voor
het hoogste frequentiebereik.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van
toepassing. De uitbreiding van elektromagnetische golven wordt door
absorpties en reflecties van gebouwen, voorwerpen en mensen beïnvloed.
Het „bloeddrukmeettoestel” is voor het gebruik in een elektromagnetische
omgeving bestemd waarin gestraalde HF-storingen gecontroleerd worden.
De klant of gebruiker van het „bloeddrukmeettoestel” kan helpen om
elektromagnetische storingen te verhinderen door de onderaan vermelde
aanbevolen minimumafstanden tussen draagbare en mobiele HF-commu-
nicatietoestellen (zenders) en het „bloeddrukmeettoestel” afhankelijk van
het maximale uitgangsvermogen van de communicatietoestellen in acht te
nemen.
Aanbevolen veiligheidsafstanden tussen draagbare en mobiele
HF-communicatietoestellen en het „bloeddrukmeettoestel”
0.12
0.38
1.2
3.8
12
0.23
0.73
2.3
7.3
23
Neem in het geval van garantie contact op met uw speciaalzaak of met de klantenservice.
Indien u het apparaat op moet sturen, geef dan het defect aan en voeg een kopie van de
kwitantie bij. Hierbij gelden de volgende garantievoorwaarden:
1. V oor de producten van ecomed geldt een garantietermijn van twee jaar vanaf de datum van
aankoop. Deze kan door middel van de verkoopbon of factuur worden aangetoond.
2. Alle klachten, die het gevolg zijn van materiaal- en/of fabricagefouten worden
binnen de garantietermijn kosteloos verholpen.
3. Een geval van garantie leidt niet tot automatische verlenging van de garantietermijn, noch
voor het apparaat zelf noch voor de vervangbare onderdelen.
4. Uitgesloten van garantie zijn:
a. Alle schade die ontstaan is door ondeskundige behandeling, b.v . het niet op
de juiste wijze volgen van de gebruiksaanwijzing
b. Beschadigingen, die zijn ontstaan door reparaties door de koper of een
ander onbevoegd persoon.
c. T ransportschade, die is ontstaan op weg van de verkoper naar de verbruiker
of tijdens het opsturen naar de klantendienst.
d. T oebehoren, die onderhevig zijn aan slijtage.
5. De fabrikant neemt geen verantwoording voor directe of indirecte vervolgschade die door
het apparaat veroorzaakt wordt. Ook niet als de schade aan het apparaat als garantiegeval
erkend is.
Garantie/reparatievoorwaarden
MEDISANA AG, 41468 NEUSS, DUITSLAND.
ECOMED is een geregistreerd handelsmerk van MEDISANA AG.
Neem voor reparaties, toebehoren en reserveonderdelen contact op met:
MEDISANA Benelux N.V .
Euregiopark 30
6467 JE Kerkrade
Nederland
T el.: +31 / 45 547 0860
Fax : +31 / 45 547 0879
eMail: info@medisana.nl
Internet: www .medisana.be/fr/nl