Lees dit hoofdstuk aandachtig door voordat u de brander instelt.
Een erkende gasmonteur dient het toestel de eerste keer aan te zetten. Het niet naleven
van deze instructies kan leiden tot schade aan eigendommen of ernstig letsel.
Zodra het apparaat volledig is geïnstalleerd (water en gaszijdig vullen en ontluchten van
de installatie, gas, rookgas, luchtinlaat, bedrading enz.) volgens de voorafgaande instal-
latie-instructies, kan de ketel worden aangesloten op een elektrisch geaard wandcon-
tactdoos. De ketel moet altijd worden aangesloten d.m.v. een steker en wandcontact-
doos of een externe hoofdschakelaar die alleen de ketel schakelt. De ketel moet elek-
trisch worden geaard in overeenstemming met de vereisten van de plaatselijke be-
voegde autoriteit.
Inleiding
De ketel moet in de volgende situaties altijd worden afgesteld:
- Er is een nieuwe ketel geïnstalleerd.
- Als onderdeel van een service-/onderhoudscheck, wanneer de Co2 -waarden onjuist blijken te zijn.
- De gasklep is vervangen.
- Bij Gasconversie naar propaan. Volg vóór de aanpassingen de procedure in 19.4.
- De venturi is vervangen. Volg vóór de aanpassingen de procedure in 19.3.
- De ventilator is vervangen.
- De rookgasklep is vervangen.
In elk van de beschreven gevallen altijd de gas/luchtverhouding van de verbrandingsproducten tabel (CO2) con-
troleren bij maximaal en minimaal vermogen. Stel eerst de ketel in op de maximale belasting en vervolgens op
de minimale belasting en herhaal indien nodig (bij maximale belasting worden de waarden bij een minimale be-
lasting beïnvloed en omgekeerd).
Hoofdstukoverzicht:
Allereerst: alle noodzakelijke waarden staan in de onderstaande tabel. Een tekening van de gasklep(pen) en
stelschroeven wordt gegeven in § 19.1.2. In § 19.2 wordt een algemene procedure gegeven, conform welke de
afstellingen moeten worden uitgevoerd. § 19.3 beschrijft de specifieke aanpassingen die moeten worden aange-
bracht wanneer de venturi wordt vervangen en § 19.4 beschrijft de veranderingen die nodig zijn wanneer het gas
type op propaan wordt ingesteld.
19.1.1 VERBRANDINGS TABEL
Tabel: CO2-waarden voor maximale en minimale belasting.1)
Toegestane afwijkingen zijn : CO2 ±0.1 en O2 ±0.2
1) Alle waarden zijn gemeten zonder frontpaneel.
2) Voor propaan: een ombouwset (inspuit nippel) moet worden gemonteerd, zie § 19.4.
3) Voor propaan: Parameter 92 en 93 moeten worden gewijzigd, zie § 19.4