5
Een geheugenkaart van Klasse 4 of hoger wordt aanbevolen.
Schakel het apparaat uit voordat u een kaart invoert of
verwijdert.
2. De batterij opladen. Het apparaat gebruikt een ingebouwde
heroplaadbare batterij. Wanneer het apparaat is uitgeschakeld, kunt
u het via de USB kabel met de PC verbinden om de batterij op te
laden. Gedurende het opladen zal het status-indicator lampje
(blauw) branden. Wanneer de batterij volledig is opgeladen zal
het lampje uitgaan.
Opmerking: Wanneer het apparaat is ingechakeld, zal deze niet
opladen wanneer u het met de PC verbindt.
In- en Uitschakelen
1. Inschakelen: druk op knop en houd deze ongeveer 3 seconden
ingedrukt. Het LCD scherm toont “ON” en een geluidssignaal zal
klinken.