Aanvangstijd
T emperatuur
Aanvangstijd
T emperatuur
Aanv .-
T emperatuur
Dag
(ma, di, wo, di) (vr) P1,P2 P3, P4,P5 (sa) (so) P1,P2 P3, P4,P5
tijd
P1,P2 P3, P4,P5 6 4 2
n
Ochtend
6.00 6.00 2 1°C 28°C 21°C 7.00 7.00 2 1°C 28°C 21°C 7.00 2 1°C 28°C 21°C •••
o
voormiddag
8.30 8.30 18°C 18°C 18°C 10.00 10.00 18°C 18°C 18°C 10.00 18°C 18°C 18°C ••
r
middag
12.00 12.00 21°C 12.00 12.00 21°C 12.00 21°C •
}
namiddag
14.00 14.00 18°C 14.00 14.00 21°C 14.00 21°C •
~
’s avonds
17.00 17.00 21°C 28°C 21°C 17.00 17.00 21°C 28°C 21°C 17.00 21°C 28°C 21°C ••
s
’s nachts
22.00 23.00 15°C 18°C 18°C 23.00 22.00 15°C 18°C 15°C 23.00 15°C 18°C 18°C •••
V arianten:
Instat6-3w… optioneel met • Atoom klok
• sensor op afstand
• timer uitgang
• 16 A schakel ding
Instat6-2w… optioneel met • Atoom klok
Inhoud
I T emperatuur- Tijd diagram
II Programma en schakeltijden tabel
1. Bediening
1.1 Handmatig bedienen A
1.2 Komen/Gaan functie
1.3 Weekprogramma k
1.4 Dagprogramma j
1.5 Party functie l
1.6 V akantiefunctie ß
2. Programmering
2.1 Algemene aanwijzingen om te programmeren
2.2 Uur/dag instellen 3
2.3 Schakeltijden instellen m
2.4 T emperatuur instellen y
2.5 Korte handleiding
2.6 Resetten
2.7 Onbevoegden beveiliging
2.8 Aan/uitschakelen
2.9 Uitvallen van spanning
2.10 Batterijverwisselen (alleen INSTA T6-2w)
2.11 Atoomklok
2.12 Reiniging
3. Tips, trucs, fouten verhelpen
4. Gebruik
5. Kenmerken
6. Functiebeschrijving
6.1 Regelaareigenschappen instellen
6.2 V erwarmingswijze instellen
6.3 Programma instellen
6.4 Aantal schakeltijden per dag instellen
6.5 Regelwijze
6.6 PBM of 2 puntsregeling
6.7 Zelflerende warmtecurve
6.8 V entielbeveiliging
6.9 T emperatuuraanwijzing
6.10 T emperatuuraanwijzing offset
6.11 Omschakelen tussen koelen en verwarming
6.12 Handmatig aan/uitschakelen
6.13 Aanwijzing ruimte of ingestelde temperatuur
6.14 Bedrijfsuren aanwijzing
6.15 Resetten
6.16 Schakelklok functie
6.17 Aanwijzing verwarmingssymbool U
7. Installatie
7.1 Montage
7.2 Electrische aansluiting
7.3 Aansluiten van afstandsensoren
8. Ingebruikname
9. Maten
10. T echnische eigenschappen
10.1 INST AT6-2w… batterij
10.2 INSTA T6-3w… netspanning
Standaardprogramma
Het standaardprogramma is reeds ingesteld. Dit zal de pro-
grammering vergemakkelijken. Zie tabel II voor specifieke
temperaturen en schakeltijden bij elk programma.
Onderdeel 1, 2 en 3 zijn voor de gebruiker beschikbaar .
De andere onderdelen zijn van belang voor de installateur .
1. Bediening
Met Y kunnen de volgende programma’s gekozen worden.
k weekprogramma
j dagprogramma
A handmatig
l partyfunctie
ß vakantiefunctie
1.1 Handmatige bediening
Deze functie staat toe de temperatuur te wijzigen zonder dat
het programma verandert.
Er zijn twee mogelijkheden voor handbediening.
Tijdelijke begrenzing van temperatuur -
verandering
1. Z resp. a toets indrukken tot de gewenste temperatuur
verschijnt. (Indien de temperatuur alleen gecontroleerd
moet worden, dan met b eindigen.
2. Met b bevestigen, of na 5 seconden wordt deze tempera-
tuur automatisch overgenomen. De werkelijke tempera-
tuur verschijnt weer op het scherm. Deze temperatuur
wordt gehanteerd tot de volgende schakeltijd. Dit is moge-
lijk wanneer het weekprogramma k , het dagprogramma
j of Party l actief is.
De temperatuur handmatig duurzaam
veranderen A
De ingestelde temperatuur blijft duurzaam behouden.
Wijziging door keuze van een andere instelling kjlß..
1. Y ingedrukt houden tot de pijl bij A staat.
2. Met Z resp. a de gewenste temperatuur instellen.
3. Met b bevestigen, of na 5 seconden wordt deze tempera-
tuur automatisch overgenomen.
De werkelijke temperatuur verschijnt weer op het scherm.
d
1
2
3
1234567
1.2 Komen/Gaan functie
De b toets kan als Komen/Gaan toets gebruikt worden.
Hierdoor kan bij het verlaten van de woning met een druk op
de toets de temperatuur in (nacht) verlaging worden
gebracht. Door een tweede maal deze toets in te drukken,
wordt weer naar het programma teruggeschakeld.
Deze functie is alleen voorhanden wanneer deze ingescha-
keld is (zie 6.1) en is alleen actief in de keuzeprogramma’s k
en j Bij uitzetting wordt altijd de nachttemperatuur t
3
in-
gesteld.
De (nacht) verlagingstemperatuur blijft actief tot:
– Op de toets b of Y wordt gedrukt , of
– de volgende inschakeltijd n (6:00) de volgende dag is.
Dan neemt het automatische programma het weer over
Het automatische programma is actief , de woning
wordt verlaten
1. b indrukken
de (nacht)verlagingstemperatuur wordt kort weergegeven,
de pijl staat bij s
2. Met Z resp. a de temperatuur instellen (indien nodig)
3. Met b bevestigen of na 5 seconden wordt deze automa-
tisch overgenomen
De (nacht) verlagingstemperatuur is actief ,
de woning wordt betreden.
1. b indrukken
de temperatuur van de actuele schakeltijd verschijnt kort
in beeld. De pijl staat bij de actuele schakel tijd.
2. Met Z resp. a de temperatuur instellen (indien nodig)
3. Met b bevestigen, of na 5 seconden wordt deze automa-
tisch overgenomen.
1.3 W eekprogramma k
Met dit programma worden de geprogrammeerde schakeltij-
den week na week herhaald.
1. Y ingedrukt houden tot de pijl bij k . staat . Het week-
programma is nu actief.
De actuele temperatuur en tijdstip verschijnen in het scherm.
De pijl staat bij de dag (1..7), het actuele tijdstipbereik (n
|r}qM) en de geplande temperatuurbereik.
(vut)
W
d
1
2
3
1234567
1.4 Dagprogramma j
Met dit programma worden de geprogrammeerde schakel-
tijden dag na dag herhaald.
1. Y zovaak indrukken tot de pijl bij j staat. Het dagpro-
gramma is nu actief.
De actuele temperatuur en tijdstip verschijnen in het scherm.
De pijl staat bij het dagprogramma j , het actuele tijdstip-
bereik (n|r}~M) en de geplande tem-
peratuurbereik. (vut)
1.5 P arty l
Met deze functie wordt het automatische programma voor 3
uur onderbroken. Na afloop wordt altijd het weekprogram-
ma ingeschakeld.
Party instellen
1. Y zo vaak indrukken tot de pijl bij l staat .
Nu wordt het avondprogramma voor 3 uur geactiveerd.
2. Met Z resp. a de gewenste temperatuur instellen.
3. Met b bevestigen, of na 5 seconden wordt deze tempera-
tuur automatisch overgenomen.
De eerste temperatuur verschijnt weer op het scherm.
1.6 V akantiefunctie ß
Met deze functie kan een temperatuur (5…40 °C) voor een
bepaald aantal dagen (1..199) ingesteld worden. Na afloop
van deze tijd wordt om 0.00 uur van de laatste dag het week-
programma weer ingeschakeld.
1. Y zo vaak indrukken tot de pijl bij ß staat .
Het vooraf ingestelde aantal dagen verschijnt in het
scherm bv. 1 (1 dag)
2. Met Z resp. a het juiste aantal dagen instellen.
3. b indrukken, de temperatuur knippert
4. Met Z resp. a de temperatuur veranderen (indien ge-
wenst)
5. Met b bevestigen, of na 5 seconden wordt deze tempera-
tuur automatisch overgenomen.
Het aantal ingestelde dagen verschijnt op het scherm.
De gekozen temperatuur is direct actief gedurende het inge-
stelde aantal dagen.
De dagenteller wordt iedere dag om 0.00 teruggeteld. Bij
waarde 1 wordt om 0.00 uur de functie beëindigd en het
weekprogramma geactiveerd.
Onderbreking van deze functie door keuze van een andere
instellling.
Opmerking:
In geval dat de spanning uitvalt wordt de dagenteller uitge-
schakeld. Zodra de spanning weer aanwezig is, gaat de teller
weer verder op het tijdstip van uitschakeling.
2. Programmering
Via de programmering kan het volgende ingesteld worden:
• tijd 3
• schakeltijden m
(de tijd waarop de ingestelde temperatuur bereikt dient te
worden)
• temperaturen y
(gewenste ruimtetemperatuur)
• overige functies
2.1 Algemene aanwijzingen om te
programmeren
V oor de instelfuncties 3m ygeldt:
indrukken om de gewenste functie te kiezen,
de pijl knippert bij de eigenschap
indrukken om nu knipperende eigenschap (pijl
of cijfer) te veranderen
indrukken om de ingave te bevestigen. De pijl
knippert bij de dichtstbijzijnde eigenschap
Bij het programmeren herhalen zich de volgende stappen
altijd:
Met resp. veranderen, vervolgens met beves-
tigen.
Wanneer de instelling van een functie beëindigd is staat de
pijl bij
.
Om een instelling af te breken . indrukken.
Lang ingedrukt houden van Z resp. a bewerkstelligt het
sneller doorlopen van de waarden vb. De uuringave. Y of
geen ingave voor ca. 1 minuut breekt de actuele instelling af
zonder deze op te slaan. Het weekprogramma wordt weer
ingeschakeld.
Y
k
b a Z
b
Z bzw. a
Y
De schakeltijden en temperaturen dienen alleen ge-
programmeerd te worden wanneer afgeweken wordt
van het standaardprogramma (zie tabel 1).
d
1
2
3
1234567
2.2 Uur/dag instellen 3
Hier kunnen uren en weekdagen ingesteld worden.
1. Y ingedrukt houden tot de pijl bij 3 staat.
2. Met Z resp. a de actuele dag instellen door 1…7 te kie-
zen.
3. b indrukken, de urenstand knippert
4. Met Z resp. a de uren instellen
5. Stap 3 en 4 herhalen om de uren en minuten in te stellen
Bij regelaars met atoom klok kan niet de tijd en dag inge-
voerd worden, zie 2.11.
2.3 Schakeltijden instellen
mm
(standaardprogramma veranderen)
Indien het standaardprogramma gewijzigd moet worden,
kunnen hier per dag 2, 4 of 6 schakeltijden ingesteld worden.
Per schakeltijd kan één een van de drie temperaturen inge-
deeld worden. (zie tabel II Schakeltijdentabel of 2.4 tempera-
turen instellen)
Schakeltijden voor weekprogramma instellen
Het weekprogramma wordt iedere week herhaald.
(zie ook 2.5 Korte handleiding)
1. Y zovaak indrukken houden tot de pijl bij m staat.
Bij 1 = maandag knippert de pijl
2. Met Z resp. a de dag instellen.
3. b. indrukken
De pijl knippert bij de inschakeltijd groep n
(’s ochtends)
De geldige schakeltijd en temperatuur verschijnt.
4. Met Z resp. a de gewenste schakeltijd keuzen.
(n|r}~ M).
Wanneer 2 of 4 schakeltijden ingesteld zijn, worden
enkele schakeltijden overgeslagen.
5. b indrukken, het getal van de schakeltijd knippert.
6 .M e t Z resp. a het getal invoeren
7. Stap 6 en 7 voor ieder getal herhalen.
Na het indrukken van b bij de minuten knippert de
pijl bij vut voor het instellen van de temperaturen
8. Met Z resp. a een van de drie temperaturen vut
instellen.
9. Met b bevestigen.
De pijl knippert bij n|r}~M
10. V oor programmering van meerdere schakeltijden,
terug naar stap 4.
11. Knippert de pijl bij het laatste symbool van s dan kan
met a de instelling van de volgende dag gewisseld
worden. Knippert de pijl bij het laatste symbool van
n, dan kan met Z de instelling van de volgende
dag gewisseld worden.
12. Y beëindiging van het programmeren.
Meer bijzonderheden bij het programmeren:
a) Naast de enkele weekdagen kunnen ook dagblokken
ingesteld worden. Alle dagen binnen dit blok houden
dezelfde schakeltijden en temperaturen.
De volgende blokken zijn tot uw beschikking:
(pijlen knipperen dan bij deze dagen)
Ma…Vr werkdagen
Za…Zo rustdagen
Ma…Zo alle dagen
Instelling zoals beschreven bij 2. Z en a zolang indruk-
ken totdat het gewenste bereik knippert.
Wijken weinig dagen van het blok af dan kan bij het blok
Ma…Zo (alle dagen) de hele week gelijk geprogrammeerd
worden. Daarna kunnen de afzonderlijke dagen veranderd
worden.
Bij 6, schakeltijden instellen:
b) Er kan niet per minuut ingesteld worden, maar per
10 minuten
c) De uitschakeltijden moeten niet apart ingegeven worden.
De volgende starttijd beëindigt automatisch de vorige.
d) Indien meer schakeltijden van dezelfde temperatuur heb-
ben: alle schakeltijden met deze temperatuur instellen.
e) De schakeltijd nacht s kan ook na middernacht ingaan.
(tot 5.30 uur)
Bij 8, temperatuur instellen:
f) Er verschijnt een keuzemenu met 3 standaardtemperatu-
ren, deze kunnen temperaturen kunnen ingesteld worden
(zie 2.4 T emperaturen instellen) T emperaturen en schakel-
tijden zijn onafhankelijk van elkaar. W ordt één van de
temperaturen veranderd, zal deze wijziging overal worden
toegepast waar dit temperatuurniveau actief is.
Instellen van schakeltijden voor aanvullende
dagprogramma’s
Het dagprogramma wordt dag na dag herhaald. Zoals
beschrijven bij 2.3 moet j gekozen worden. Bovenstaande
stappen tot 11 volgen. De instellingen voor het weekpro-
gramma worden daardoor niet beïnvloed.
Schakeltijden controleren.
Om vast te stellen welke schakeltijden ingesteld zijn:
1. de gewenste weekdag, of the extra dagprogramma j
selecteren (Blokken kunnen alleen als enkele dagen
gecontroleerd worden)
2. Met Z resp. a de schakeltijd (n| r} ~
M) kiezen. Niet b indrukken.
3. Y om te eindigen.
n Ochtend } Namiddag
| V oormiddag ~ Avond
r Middag M Nacht
d
1
2
3
1234567
1234567
2.4 T emperaturen instellen y
Hier kunnen de temperaturen ingesteld worden. Deze kun-
nen op bepaalde tijden ingedeeld worden. (zie tabel II, 2.3
schakeltijden instellen)
1. Y zovaak indrukken tot de pijl bij Y staat. De pijl knippert
bij de temperatuurgroep tuv
2. Met Z resp. a een van de drie temperaturen kiezen. De
bijbehorende temperatuur verschijnt.
3. b indrukken. De temperatuur knippert.
4. Met Z resp. a de temperatuur instellen.
5. b indrukken. De pijl van die temperatuurgroep
knippert
6. Ga voor programmering van meerdere temperaturen
terug naar stap 2
7. Y beëindigen van het programmeren.
Opmerking:
T emperatuur en schakeltijdinstellingen werken onafhankelijk
van elkaar . Wanneer één temperatuur vut verandert dan
wordt hier overal mee rekening gehouden, waar bij 2.3
”Schakeltijden instellen“ de overeengekomen temperatuur
ingedeeld is.
T emperaturen controleren:
Om vast te stellen welke temperaturen ingesteld zijn, boven-
staande stappen 1 en 2 volgen. Met Y beëindigen.
2.6 R esetten
Resetten:
Bij onverklaarbare storingen de resettoets gebruiken. Alle
data behalve de tijd en dag blijven behouden.
V
oor het activeren van de resetfunctie:
Met een puntig voorwerp de opening bij de x toetsen
indrukken. Daarna uur en dag opnieuw instellen.
2.7 Onbevoegdenbeveiliging
Hiermee wordt voorkomen dat de regelaar veranderd wordt.
De regelaar kan alleen geactiveerd worden wanneer een van
de volgende keuzeprogramma’s gekozen is: (kjAl
ß).
Inschakelen beveiliging:
1. b ingedrukt houden, aanvullend Z indrukken.
Eerst Z dan b loslaten.
2. z verschijnt . Er kunnen geen waarden meer veranderd
worden.
Uitschakelen beveiliging:
1. b ingedrukt houden, aanvullend a indrukken.
Eerst a dan b loslaten.
2. z verdwijnt.
Er kunnen weer waarden meer veranderd worden.
2.8 In/uitschakelen
Door het langer ingedrukt houden van de b toets kan de
regelaar in of uitgeschakeld worden. Wanneer de regelaar uit
staat wordt de verwarming niet ingeschakeld. De regelaar
blijft wel onder netspanning.
Uitschakelen
b toets 5 seconden indrukken.
OFF verschijnt in het scherm
i.p.v . de tijdmelding
Inschakelen
b toets 5 seconden indrukken. De tijdmelding
OFF verschijnt
in het scherm.
Opmerking: Bij verwarmingskeuze ”regelen van de vloerver-
warming” wordt de temperatuur aangeduid en niet de ruim-
tetemperatuur .
1
2
3
468 931 002 971
Installatie- en ╟
bedieningshandleiding
INST A T 6-2w… batterij gevoed
INST A T 6-3w… netspanning gevoed
Funktionselemente
T oets OK
aan/uit
Atoom klok is actief
Batterij vervangen
Wijzer op symbool
Sensor defect / toegangsbeveiliging
Koelmode
V erwarming is aan
Uur instellen
Schakeltijd instellen
T emperatuur instellen
Weekpr ogramma
Dagprogramma
Handmatig
Party
V akantie
T oets mode
T oets –
Reset
T oets +
extra dagprogramma
Groep schakeltijden
(tijdstip van de dag bereik)
ochtend
voormiddag
middag
namiddag
’ s avonds
’ s nachts
Groep temperatuur
bereik
Comfort temperatuur
Standaard temperatuur
(nacht) verlagingstemperatuur
Weekdagen (1= ma, 2= di, 3= wo, 4= do, 5= vr , 6= za, 7= zo)
Weekprogramma
k
Dag programma
j
Aantal schakeltijden
II Programma en schakeltijden tabel
Programma Inschakeltijden v
1
u
2
t
3
Hoofdtoepassing
P1 6 2 1 °C 18 °C 15 °C Ruimteverwarming
P2 4 2 1 °C 18 °C 15 °C Vloerverwarming met begrenzing*
P3 4 2 8 °C 18 °C 18 °C Vloerverwarming, vb in badkamer*
P4 4 2 1 °C 18 °C 18 °C Ruimteverwarming
P5 2 2 1 °C 18 °C 18 °C Ruimteverwarming
Programma keuze, zie 6.3
Indien een programma gekozen
wordt, dan worden de eerder
ingestelde ”aantal schakeltijden”
en bijbehorende temperaturen
door de nieuwe instellingen over-
schreven. De schakeltijden blijven
behouden.
* bij INST AT 6-2w ook voor
ruimteverwarming
I T e mperatuur- Tijd diagram (het standaardprogramma voor Ma… Do)
0
15
14
16
17
18
19
20
21
22
23
2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24
Uur
T emperatuur
12 3 4 5 6
1
2
3
0
15
14
16
17
18
19
20
21
22
23
2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24
Uur
T emperatuur
12 3 4
1
2
3
0
15
14
16
17
18
19
20
21
22
23
2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24
Uur
T emperatuur
1
2
3
2 Insteltijden P5
2 1
4 Insteltijden P2
Afbeelden van het dagelijkse
temperatuurverloop bij 2, 4, 6
schakeltijden per dag
Zelfoptimaliserende
warmtecurve
Het apparaat beslist
zelfstandig wanneer het
verwarmingsproces moet
beginnen, zodat op de
ingestelde tijd de gewenste
ruimtetemperatuur bereikt
wordt. Bijv. verwamings-
proces start reeds om 5.00
uur i.p.v . 6.00 uur .
6 Insteltijden P1
d
d
1
2
3
1234567
2.5 Korte handleiding
2e stap
T emperatuur instellen,
zie 2.4
1e stap
Schakeltijden instellen zie 2.3.
Vb. Schakeltijd 12.00 is bij aanvang van
de middag.
Nacht
Nacht
Ochtend
Avond
Voormiddag
Middag
Namiddag
Comfort 1
Standaard 2
(nacht)
verlaging 3
Tijd
Programma veranderen,
stap 1 en 2 doorvoeren
Ochtend
Voormiddag
Middag
Functie:
schakeltijden instellen
Dagdeelbereik kiezen met
de toetsen + en –
Bij het overschrijven van de menu’s
naar boven of beneden voor de
instelling van verdere dagen
Afzonderlijke
dagprogramma’s
Blok: ma…zo
Blok: ma…vr
Blok: za…zo
.
Namiddag
Nacht
Avo nd
1
2
3
O
O
Begintijd
instellen
T emperatuur
kiezen
Komfort-
T emperatur
Standard-
T emperatur
Absenk-
T emperatur
Stap 1,
Schakeltijden instellen
Kiezen/instellen
Bevestigen
Volgende schakeltijd
kiezen
of
beëindigen
Tijd instellen
Weekdag instellen,
1 = maandag,… 7 = zondag
Functie:
tijd instellen,
zie 2,2
Tijd instellen
T erug naar het
weekprogramma
12 3
45
6
7
w
Kiezen/instellen
Bevestigen
Stap 2,
T emperatuur instellen
Komfort-
T emperatur
Standard-
T emperatur
Absenk-
T emperatur
Functie:
temperatuur instellen,
zie 2,4
T emperatuurbereik
kiezen
T emperatuurwaarde
instellen
Beëindigen
Kiezen/instellen
Bevestigen
2.9 In geval van uitval van de netspanning.
Bij spanningsuitval blijven de tijd- en daginstelling nog ca.
3 uur behouden. (indien de regelaar tenminste 3 uur is opge-
laden) Gedurende deze tijd wordt niets weergegeven. Alle
andere data blijven behouden. Bij uitval langer dan drie uur
moet opnieuw de tijd en dag ingesteld worden.
2.10 Batterijverwisselen (bij INST A T 6-2w)
Wanneer het symbool verschijnt, moeten de bat-
terijen binnen een paar dagen vervangen worden. Plaats de
nieuwe batterijen in het batterijenvakje aan de achterkant
van de behuizing. Let op de juiste polariteit . Gebruik alleen
batterijen welke vermeld worden, zie de specificaties bij 10.
Na vervanging van de batterijen moeten de tijd en dag
opnieuw ingevoerd worden (dit gebeurt automatisch bij rege-
laars met atoom klok) Alle instellingen blijven bewaard.
2.11 A toom klok
Tijd en dag hoeven niet ingevoerd te worden bij regelaars
met atoom klok, de regelaar schakelt automatisch van zomer -
naar wintertijd (en v.v .)
Na in werking stellen van de regelaar (d.m.v . batterij of net)
wordt de tijd d.m.v . radiosignaal verworven. Het icoon { ver-
schijnt rechts beneden in het display. De huidige tijd ver-
schijnt na ca. 3 minuten. W anneer de atoom klok is ingesteld
(icoon { verschijnt in het display) is het niet mogelijk de tijd
en dag handmatig in te voeren.
De tijd wordt iedere dag om 15.00 uur door het radiosignaal
aangepast. Indien de tijd niet verworven kan worden, ver-
dwijnt het { icoon na ca. 10 minuten. In het display verschijnt
0:00 en de tijd kan nu handmatig ingevoerd worden.
Het radiosignaal zal proberen de tijd iedere 3 uur automa-
tisch te herzien.
2.12 R einiging
Reinigen met een zachte, licht vochtige doek en een mild
schoonmaakmiddel.
3. Tips, trucs, fouten verhelpen
Een afwijkende dag, die buiten het weekprogramma
valt.
In dit geval gebruikt u het aparte dagprogramma j .
Programmeer de speciale schakeltijden en temperaturen
die nodig zijn voor deze dag. Indien u op deze dag het
huis verlaat d.m.v. Y het dagprogramma j inschake-
len.
U gaat op vakantie en wilt gedurende deze tijd maxi-
maal energie besparen.
Zie hiervoor de vakantiefunctie 1.6
U wilt de temperatuur aan een bepaalde waarde
koppelen.
Zie handleiding 1.1
U wilt een bepaalde tijd voor drie uur de tempera-
tuur veranderen.
Zie de partyfunctie, 4.5
U verlaat uw woning en wilt dat vanaf de volgende
geprogrammeerde schakeltijd het programma wordt
gevolgd.
Zie handleiding 1.1
U bent ’s avonds niet thuis.
Met de Komen/Gaan functie kan de temperatuur wor-
den verlaagd. Zie 1.2
6.
5.
4.
3.
2.
1.