Het lettertype verandert in vet en onderstreept om aan te geven dat dit afgedrukt zal worden als een streepjescode op het label.
In de werkstand Als Regels wordt de regel die geselecteerd is op elk label een streepjescode. In de werkstand Als Labels wordt
de eerste regel van de geselecteerde labels een streepjescode. Als het label meer dan twee regels telt, zal de toepassing van
een streepjescode er in beide gevallen voor zorgen dat de tekst op regel drie en regel 4 verloren gaat.
Zo kunt u een streepjescode invoegen in een reeks labels
1. Selecteer het tabblad Labels.
2. Selecteer Als regels onder Beeldmodus.
3. Selecteer één of meer regels tekst waarop u streepjescodes wenst toe te passen.
4. Selecteer Streepjescode toepassen.
Het dialoogvenster Streepjescode invoegen verschijnt.
5. Selecteer het gewenste streepjescodetype uit de keuzelijst Streepjescodetype.
6. Klik op OK.
Het lettertype verandert in vet en onderstreept om aan te geven dat dit afgedrukt zal worden als een streepjescode op het
label.
Zo voegt u een streepjescode in op een individuele tekstregel
1. Selecteer het tabblad Labels.
2. Selecteer Als regels of Als Labels onder Beeldmodus.
3. Selecteer een regel tekst waarop u een streepjescode wenst toe te passen.
4. Selecteer Streepjescode toepassen.
Het dialoogvenster Streepjescode invoegen verschijnt.
5. Selecteer het gewenste streepjescodetype uit de keuzelijst Streepjescodetype.
6. Klik op OK.
Het lettertype verandert in vet en onderstreept om aan te geven dat dit afgedrukt zal worden als een streepjescode op het
label.
Het streepjescodetype bekijken
Als u een streepjescode toepast op tekst op een label, wordt de tekst afgebeeld in vet en onderstreept. U kunt de labeleigen-
schappen afbeelden om te bepalen welk streepjescodetype toegepast is.
Zo bepaalt u het streepjescodetype
1. Klik met de rechtermuisknop op de tekst die de streepjescode bevat en selecteer Labeleigenschappen.
Het dialoogvenster Labeleigenschappen verschijnt. Daarin wordt vermeld welk streepjescodetype toegepast is op de tekst.
2. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten.
30