50
NL
De motorfiets stilzetten
Vertragen, terugschakelen en de gashendel loslaten. Naar
de eerste versnelling terugschakelen en dan de
versnelling in de neutrale stand zetten. Remmen en
stoppen. De motor uitzetten door de sleutel op OFF te
zetten (pag. 23).
Belangrijk
Het voertuig is uitgerust met een elektronisch
energiebesparend systeem. Om stroomverlies te
voorkomen als men de sleutel in de ON-stand vergeet,
zal dit systeem 15 seconden nadat de startknop NIET is
ingedrukt, de stroomvoeding onderbreken. Als deze tijd
is verstreken, dient men de sleutel eerst weer op OFF en
dan op ON te zetten. De sleutel niet op ON laten staan
terwijl de motor uit staat.
Parkeren
De stilstaande motor op zijn zijstandaard zetten (zie pag.
38).
Het stuur helemaal naar links draaien en de sleutel op
LOCK zetten om diefstal te voorkomen.
Als U in een garage of in een andere ruimte parkeert,
controleer dan dat deze goed geventileerd is en dat de
motor niet te dicht bij warmtebronnen staat.
In geval van nood laat u de standlichten branden door de
sleutel in de stand P te zetten.
Belangrijk
Laat de sleutel niet te lang in deze stand P staan
omdat de accu kan ontladen. Laat de sleutel nooit in een
onbewaakt voertuig zitten.
Opgelet
Het hele uitlaatgedeelte kan warm blijven, ook
nadat de motor is uitgezet; raak het uitlaatgedeelte dus
niet aan met uw lichaam, pas goed op en parkeer het
voertuig niet in de buurt van ontvlambare materialen (met
inbegrip van hout, bladeren enz.).
Opgelet
Sloten of vergrendelingsystemen die beletten dat
de motor kan worden verplaatst (bijv. schijfremsloten,
kettingwielsloten enz.) zijn bijzonder gevaarlijk en kunnen
de motor, de bestuurder en de passagier in gevaar
brengen.