21
NL
Gashendelprocedure om het
antidiefstalsysteem uit te schakelen
1) De sleutel op ON zetten en de starthendel helemaal
draaien en in deze stand houden.
Het EOBD-waarschuwingslampje gaat na 8 seconden uit.
2) De starthendel loslaten zodra het EOBD- lampje
uitgaat.
3) Het EOBD-lampje zal nu opnieuw beginnen branden,
maar knippert. Zoveel "knippersignalen" tellen als het
eerste cijfer van de elektr. code; de starthendel 2
seconden lang opendraaien en dan loslaten. Op deze
manier herkent de computer besturing het cijfer, het
EOBD-lampje gaat continu branden en blijft 4 seconden
lang aan. Als men nu niet onmiddellijk het tweede cijfer
van de code invoert met de gashendelprocedure, zal het
EOBD-lampje 20 knippersignalen zenden en dan constant
gaan branden, waarna de procedure van voor af aan dient
te worden herhaald (vanaf stap ) en de sleutel weer op
OFF dient te worden gezet1.
4) Herhaal de handelingen van punt (3) totdat alle cijfers
zijn ingevoerd
5) Als de starthendel nu wordt losgelaten en de code is
correct ingevoerd, zal het EOBD-lampje gaan knipperen
om te bevestigen dat de motor niet meer geblokkeerd is.
Het lampje gaat na 4 seconden uit. Als de code NIET
correct is ingevoerd, blijft het EOBD-lampje branden en
kan men de procedure herhalen door eerst de sleutel op
OFF te zetten en dan alle stappen vanaf punt (1) zo vaak
te herhalen als men wenst.
Opmerkingen
Als de starthendel te vroeg wordt losgelaten, zal
het lampje weer continu gaan branden en dient men de
sleutel op OFF te zetten en de procedure te herhalen
vanaf punt (1).