4.16 Bewaren van levensmiddelen
en bereiding van ijsblokjes
n Schakel de koelkast ongeveer 12 uur voor
het vullen in.
n Vul de koelkast altijd met voorgekoelde
producten. Let er bij de aankoop en het
transportal op, dat de producten goed zijn
gekoeld. Gebruik een koeltas.
n Open de deur zo kort mogelijk als u dingen
uit de koelkast neemt.
n Producten moeten verpakt, het beste in ge
sloten dozen, aluminiumfolie of iets derge-
lijks en apart worden bewaard om uitdro-
gen en geurtjes te vermijden.
n Zet warme levensmiddelen nooit direct in
de koelkast, altijd eerst laten afkoelen.
n Producten die vluchtige, brandbare gassen
kunnen afgeven, mogen niet in de koelkast
worden bewaard.
n Zet legroosters en opbergvakjes niet te vol,
om de luchtcirculatie in de koelkast niet te
belemmeren.
n Laat een afstand van ca. 10 mm tussen de
producten en de naverdamper ("koelrib-
ben").
n Stel de koelkast niet bloot aan direct zon-
licht. Denk eraan dat de binnentemperatuur
van een gesloten voertuig door zonnestra-
ling sterk kan oplopen, waardoor het koel-
vermogen van de koelkast kan verminde-
ren.
n De vrieseenheid moet constant worden
geventileerd. De ventilatieroosters mogen
niet afgedekt worden.
4.16.1 Bewaren van producten in de
koeling
4.16.3 Koelkastvakken
4.16.2 Bewaren van producten in het
vriesvak
n Bewaar geen koolzuurhoudende dranken in
uw vriesvak.
n Het vriesvak is geschikt voor het bereiden
van ijsblokjes en voor het kortdurend op-
slaan van bevroren levensmiddelen. Het is
niet geschikt om levensmiddelen in te vrie-
zen.
Bij een omgevingstemperatuur die lager is
dan +10°C kan een gelijkmatige regeling
van de vriesvaktemperatuur niet worden
gegarandeerd, als de koelkast gedurende
langere tijd aan deze temperatuur is bloot-
gesteld. Hierdoor kan de temperatuur in het
vriesvak stijgen, waardoor de daarin
bewaarde producten zullen ontdooien.
24
Gebruik van de koelkast
Vriesvak :
reeds ingevroren voedsel (diepgevroren
voedsel)
Middelste vak:
Zuivelproducten, kant-en-klaarmaaltijden
Onderste vak:
Vlees, vis, te ontdooien voedsel
Groentevak:
Salades, groenten, fruit
Bovenste deurvak:
Eieren, boter
Middelste deurvak:
Blikjes, dressings, ketchup, jam
Onderste deurvak (drankenvak):
Dranken in flessen of pakken
2
5
1
1
3
6
7
4
5
2
3
4
6
7
Afb. 37