7
Werking op elektriciteit
1. 12V-gelijkspanning
De 12-V-energiebron moet alleen bij draaiende motor worden gekozen,
om leegloop van de voertuig-accu te voorkomen.
2. Werking op netspanning
Kies deze modus alleen dan, wanneer de spanningsvoorziening van de stroom-
aansluiting met de op het typeplaatje aangegeven waarde overeenkomt.
Bij afwijkende waarden kan het apparaat beschadigd raken!
2. Met de draaischakelaar 'B' de
temperatuur in het hoofdkoelvak
regelen.
A
1. De keuzeschakelaar voor de
energiebron 'A' op 12V stellen.
De bedrijfsindicator 'C', 12V,
licht groen op.
Het apparaat is in functie.
C
Wanneer de bedrijfsindicator niet oplicht, is het apparaat niet in bedrijf.
(foutenanalyse: zie 5.13)
B
2. Met de draaischakelaar 'B' de
temperatuur in het hoofdkoelvak
regelen.
A
1. De keuzeschakelaar voor de
energiebron 'A' op 230V stellen.
De bedrijfsindicator 'C',
230V, licht groen op.
Het apparaat is in functie.
C
Wanneer de bedrijfsindicator niet oplicht, is het apparaat niet in bedrijf.
(foutenanalyse: zie 5.13).
B
5.2.2