9
5.1
5.3
max.
5.0
5.2
min.
Ingebruikname
Het apparaat moet worden aangesloten op
een deugdelijk geaard stopcontact.
De miniBar bereikt pas na enkele uren de
bedrijfstemperatuur.
GEBRUIKSINSTRUCTIES
Temperatuurregeling
De miniBar is uitgerust met een
elektronische temperatuurregeling. De
thermostaatregelknop bevindt zich in het
koelvak van de miniBar. (RH455LD,
RH456LD/E: de thermostaatregelaar
bevindt zich in het niet-gekoelde vak).
Automatisch ontdooien
De eerste ontdooifase start 39 uur na de ingebruikname en duurt twee
uur.
Vervolgens functioneert het apparaat ononderbroken gedurende 22 uur,
steeds gevolgd door een ontdooiperiode van 2 uur.
IJsafzettingen moeten nooit met kracht worden
verwijderd. Versnel ook het ontdooiproces niet
door extra te gaan verwarmen.
S
TT
De werking van de miniBar is
geruisloos!
TT TT
S
39 uur
22 uur
22 uur
2 uur 2 uur
5.4
Het herkennen van een lek
Dankzij een extra sensor kan door elektroni-
sche meting van de verdampingstemperatuur
een lek worden opgespoord. Deze lekkage-
test wordt na iedere ontdooicyclus (i.e. iedere
24 uur) uitgevoerd. In geval van lekkage
schakelt de elektronische besturing de mini-
bar automatisch uit
sensor