34
NL
5. De maaifrequentie wordt bepaald aan de hand van de groei van het gras, waarbij vermeden
moet worden dat het gras te hoog wordt.
6. In de warmste en droogste tijden van het jaar is het beter om het gras iets hoger te laten wor-
den zodat het gazon niet uitdroogt.
7. De optimale hoogte van het gras van een goed verzorgd gazon bedraagt ongeveer 4-5 cm en
met een enkele maaibeurt wordt het best niet meer dan een derde van de volledig lengte
gemaaid. Als het gras erg hoog is, raden
wij aan om het gazon, met tussenpoos van
één dag, in twee keer te maaien, de eerste
keer met de messen in de hoogste stand
en smallere grasstroken tegelijk maaiend
en de tweede keer met de messen in de
gewenste stand.
8. Het gazon zal er mooier uitzien als het
maaien afwisselend, in de lengte- en in de
dwarsrichting uitgevoerd wordt.
9. Als de afvoer zich telkens verstopt met gras is het beter om de snelheid te vertragen zodat
het maaien niet te snel gebeurt ten opzichte van de toestand van het gazon; mocht het pro-
bleem aanhouden dan kan het ook zijn dat de messen niet goed geslepen zijn of dat het profiel
van de vleugels vervormd is.
10. Pas erg goed op bij het maaien langs struiken en boorden. Deze kunnen de stand van het
maaidek ontregelen en de zijkant van het maaidek en de messen beschadigen.
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN