24
NL
5.3.4 M
ONTAGE VAN DE BEVEILIGINGEN BIJ DE UITWERP
-
OPENING
(
OPVANGZAK OF STEENBESCHERMKAP
)
Gebruik de machine nooit zon-
der deze beveiligingen!
Haak de opvangzak (1) vast aan de steunpunten (2) en
centreer hem tegenover de achterste plaat door beide
referentiepunten (3) te laten overeenkomen.
Zorg dat de onderste pijp van de zakmonding zich vast-
haakt aan de daarvoor bestemde veerhaak (4).
Als het vasthaken moeilijkheden oplevert of te los blijkt,
kan de springveer (☛ 6.3.6)
Indien er gewerkt wordt zonder opvangzak is er, op aan-
vraag, een steenbeschermkap (☛ 8.2) everbaar die,
zoals aangegeven in de bijbehorende instructies, op de
achterplaat bevestigd dient te worden.
5.3.5 C
ONTROLE VAN DE VEILIGHEID EN DE DOELTREFFENDHEID VAN DE MACHINE
1. Controleer of de beveiligingen werken zoals aangegeven (☛ 5.2).
2. Controleer of de rem correct werkt.
3. Begin niet te maaien indien de messen trillen of men twijfels heeft omtrent de scherpe staat
van de messen; denk er altijd aan dat:
– Een bot mes rukt het gras uit een veroorzaakt de vergeling van het gazon.
– Een mes dat niet goed vastzit gaat op abnormale wijze trillen en is een potentiële gevaren-
bron.
Gebruik de machine niet indien men niet zeker is van de doel-
treffendheid en veiligheid en contacteer de Verkoper voor de nodige controles of repa-
raties .
5.4 GEBRUIK VAN DE MACHINE
5.4.1 H
ET STARTEN
Het starten dient altijd in de open lucht of in een goed geventileerde
̆
!
GEVAAR!
̆
!
LET OP!
̆
!
LET OP!
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN