D
E KOPPELING EN DE REM VAN HET MES AFSTELLEN
Als u merkt dat het mes niet goed inschakelt of dat
het mes na het ontkoppelen niet binnen 5 secon-
den tot stilstand komt, dan moet u de spanning
van de veer (1) regelen.
Voor het uitvoeren van deze regeling de moeren
(2) losdraaien en ze op de drijfstang (3) vast- of
losdraaien voor zover dit nodig is om de hoogte te
bekomen van 77-79 mm, gemeten tussen de
klamp (4) e de binnenkant van de moerplaat (5), met het mes ingeschakeld en de hendel
om de maaihoogte te regelen op stand “1”. Wanneer de regeling voltooid is, de moeren
opnieuw vastdraaien 2).
Bij modellen met hydrostatische aandrijving:
D
E SNELHEIDSREGELAAR REGELEN
De snelheidsregelaar is voorzien van een frictiesysteem
dat er voor zorgt dat de hendel in de gewenste stand blijft
staan tijdens het rijden en dat de hendel naar de vrije
stand kan terugkeren bij het remmen.
Als de hendel van de snelheidsregelaar zich tijdens het rij-
den onverwacht verplaatst of met moeite in de vrije stand
terugkeert, dan moet de regelmoer (1) zo worden versteld
dat de snelheidsregelaar weer naar behoren werkt.
H
ET MES SLIJPEN
Controleer of het mes goed geslepen is en stevig vastzit aan de steun.
– een bot mes rukt het gras uit een veroorzaakt de vergeling van het gazon.
– een mes dat niet goed vastzit gaat op abnormale wijze trillen en is een potentiële geva-
renbron.
Alle handelingen aan het maaidek (demontage, slijpen, in
balans brengen, hermontage en/of vervanging) vergen een welbepaalde vaardig-
heid en het gebruik van speciaal gereedschap; uit veiligheidsoverwegingen, die-
nen deze handelingen bijgevolg uitgevoerd te worden in een gespecialiseerd ser-
vicecentrum.
̆
!
LET OP!
➤
NL 35ONDERHOUD