NL 28 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
D
E BINNENKANT VAN HET MAAIDEK SCHOONMAKEN
Doe dit op een harde ondergrond met de opvangbak of de steenbeschermkap gemon-
teerd. Om het maaidek en het windkanaal aan de binnenkant schoon te maken dient u
een waterslang op de speciale fitting (1) aan te sluiten waarna u voor enkele minuten het
water erdoorheen laat lopen en waarbij:
– u op de machine moet gaan zitten;
– de motor moet draaien;
– de aandrijving in de vrije stand;
– het mes ingeschakeld moet zijn.
Tijdens het schoonmaken verdient het aanbeveling
het maaidek in de laagste stand te zetten.
Verwijder daarna de opvangbak, leeg de bak, spoel
de bak uit en leg de bak op een zodanige plaats dat
de bak snel kan drogen.
D
E MACHINE STALLEN EN GERUIME TIJD NIET GEBRUIKEN
Als er verwacht wordt de machine voor geruime tijd niet te gebruiken (meer dan 1 maand),
moeten de kabels van de accu losgekoppeld worden, waarbij de aanwijzingen in het
instructieboekje van de motor in acht genomen moeten worden; vet alle bewegende
onderdelen in zoals beschreven in hoofdstuk 6,
Verwijder het droge gras dat
zich eventueel in de buurt van de motor of van de
geluiddemper van het uitwerpmechanisme opge-
hoopt heeft; als u dit niet doet kan er brand ont-
staan als u opnieuw begint te maaien!
Leeg de benzinetank door de benzineslang, gekoppeld
aan het benzinefilter (1) los te maken en neem hierbij de
aanwijzingen, die in het instructieboekje van de motor
staan, in acht.
De accu dient opgeborgen te worden op een koele, droge plaats.
De accu altijd terug opladen vóór iedere lange periode van inactiviteit (langer dan 1
maand) en terug opladen vooraleer de activiteit te hervatten in hoofdstuk 6,
Controleer, voordat u opnieuw begint te maaien, of er uit de slang, de benzinekraan of de
carburateur geen benzine lekt.
BELANGRIJK
̆
!
LET OP!