42
• De vijl kan gemakkelijker worden bewogen als een vijl-
houder (accessoire) wordt gebruikt. Op de vijlhouder
staan merktekens voor de juiste slijphoek van 30° (lijn
de merktekens parallel uit met de zaagketting) en
beperkt de diepte waartoe de vijl doordringt (tot 4/5 van
de vijldiameter).
Beweeg de vijl zoals aangegeven in de afbeelding.
(Fig. 20)
• Nadat de zaagketting is geslepen, controleert u de
hoogte van de dieptemeter met behulp van het ketting-
meetgereedschap (los verkrijgbaar).
• Verwijder eventueel uitstekend materiaal, ongeacht
hoe klein, met een speciale platte vijl (los verkrijgbaar).
• Maak de voorkant van de dieptevoeler weer rond.
• Spoel vuil- en stofdeeltjes van de zaagketting af na het
instellen van de hoogte van de dieptemeter.
Reinigen van het zaagblad (Fig. 21)
Schilfertjes en zaagsel zullen in de groef van het zaag-
blad blijven zitten, zodat de groef verstopt raakt en de
oliestroom wordt belemmerd. Verwijder altijd schilfertjes
en zaagsel uit de groef wanneer u de zaagketting aan-
scherpt of vervangt.
Het oliefilter in de olieuitstroomopening
schoonmaken
Kleine vuil- of stofdeeltjes kunnen zich tijdens gebruik
ophopen in het oiliefilter ter plaatse van de olieuitstroom-
opening.
Kleine vuil- of stofdeeltjes die zich in het oiliefilter hebben
verzameld kunnen het uitstromen van de olie belemme-
ren waardoor de hele kettingzaag onvoldoende wordt
gesmeerd.
Wanneer onvoldoende toevoer van kettingolie optreedt
aan het uiteinde van het kettingblad, maakt u het filter als
volgt schoon.
Verwijder de accu van het gereedschap.
Verwijder de afdekking van het kettingwiel en de zaagket-
ting van het gereedschap. (Raadpleeg het gedeelte geti-
teld “De zaagketting monteren en verwijderen”.)
Verwijder de drukdop met behulp van een platkopschroe-
vendraaier met een dunne steel of iets dergelijks.
(Fig. 22)
Haal het oliefilter uit de kettingzaag en verwijder kleine
vuil- en stofdeeltjes eruit. Als het oliefilter te vuil is, ver-
vangt u deze door een nieuwe. (Fig. 23)
Steek de accu in het gereedschap.
Knijp de aan/uit-schakelaar in om opgehoopte vuil- en
stofdeeltjes uit de olieuitstroomopening te persen door
kettingolie te doen stromen. (Fig. 24)
Verwijder de accu van het gereedschap.
Plaats het schoongemaakte oliefilter in de olieuitstroom-
opening. Als het oliefilter te vuil is, vervangt u deze door
een nieuwe. (Fig. 25)
Plaats de drukdop met de juiste kant naar boven gericht,
zoals aangegeven in de afbeelding, terug in de olieuit-
stroomopening om het oliefilter vast te zetten. Als een
nieuw oliefilter niet kan worden vastgezet doordat de
drukdop vervormd is, vervangt u de drukdop door een
nieuwe. (Fig. 26)
Monteer de afdekking van het kettingwiel en de zaagket-
ting weer op het gereedschap.
Het kettingwiel vervangen (Fig. 27 en 28)
Controleer de conditie van het kettingwiel voordat u een
nieuwe zaagketting monteert.
LET OP:
• Een versleten kettingwiel beschadigt de nieuw zaagket-
ting. Vervang in dat geval eerst het kettingwiel. Het ket-
tingwiel moet worden gemonteerd in de richting
aangegeven in de afbeelding.
Monteer bij het vervangen van het kettingwiel altijd een
nieuwe borgring.
Vervangen van de koolborstels (Fig. 29 en 30)
Verwijder en controleer regelmatig de koolborstels. Ver-
vang de koolborstels wanneer ze tot aan de limietmarke-
ring versleten zijn. Houd de koolborstels schoon zodat ze
goed in de houders glijden. Beide koolborstels dienen
tegelijkertijd te worden vervangen. Gebruik uitsluitend
identieke koolborstels.
Gebruik een schroevendraaier om de doppen van de
koolborstelhouders te verwijderen. Haal de versleten bor-
stels eruit, steek de nieuwe erin, en zet de doppen weer
goed vast.
Het gereedschap bewaren
Reinig het gereedschap voordat u het opbergt. Haal de
afdekking van het kettingwiel eraf en verwijder zaagsel
en houtsnippers vanaf het gereedschap. Laat na het
schoonmaken het gereedschap onbelast draaien om de
zaagketting en het zaagblad te smeren.
Plaats de schede om het zaagblad.
Verwijder de olie uit de olietank zodat deze leeg is en leg
de kettingzaag weg met de dop van de olietank omhoog
gericht.
Opdat de machine VEILIG en BETROUWBAAR BLIJFT,
dienen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te wor-
den uitgevoerd bij een erkend Dolmar servicecentrum.
ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Dolmar gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing is beschreven. Bij gebruik van
andere accessoires of hulpstukken bestaat er gevaar
voor persoonlijke verwonding. Gebruik de accessoires
of hulpstukken uitsluitend voor hun bestemde doel.
Raadpleeg het dichtstbijzijnde Dolmar Servicecentrum
voor verder advies of bijzonderheden omtrent deze
accessoires.
• Diverse types originele Dolmar accu’s en acculaders
• Zaagketting
• Kettingbeschermer
• Compleet zaagblad
• Vijl