520430
26
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/36
Pagina verder
Water/water-
warmtepomp voor
plaatsing binnen
WI 40 CS
WI 90 CS
Montage- en
gebruiksaanwijzing
Nederlands
Bestelnr.: 452225.66.81 FD 8903
www.dimplex.de NL-1
Nederlands
Inhoudsopgave
1 Direct lezen a.u.b........................................................................................................................ NL-2
1.1 Belangrijke aanwijzingen ......................................................................................................................NL-2
1.2 Doelmatig gebruik.................................................................................................................................NL-2
1.3 Wettelijke voorschriften en regels.........................................................................................................NL-2
1.4 Energiebesparend gebruik van de warmtepomp ..................................................................................NL-2
2 Gebruiksdoeleinde van de warmtepomp ................................................................................. NL-3
2.1 Toepassingsgebied...............................................................................................................................NL-3
2.2 Werkwijze .............................................................................................................................................NL-3
3 Leveromvang .............................................................................................................................. NL-3
3.1 Basisapparaat.......................................................................................................................................NL-3
3.2 Warmtepompregelaar ...........................................................................................................................NL-4
4 Accessoires ................................................................................................................................ NL-4
4.1 Sturingsleiding ......................................................................................................................................NL-4
5 Transport..................................................................................................................................... NL-4
6 Plaatsing ..................................................................................................................................... NL-5
6.1 Algemene aanwijzingen........................................................................................................................NL-5
6.2 Geluidsemissies....................................................................................................................................NL-5
7 Montage....................................................................................................................................... NL-5
7.1 Algemeen..............................................................................................................................................NL-5
7.2 Aansluiting aan verwarming..................................................................................................................NL-5
7.3 Aansluiting aan warmtebron .................................................................................................................NL-5
7.4 Elektrische aansluiting ..........................................................................................................................NL-6
8 Inbedrijfstelling........................................................................................................................... NL-7
8.1 Algemene aanwijzingen........................................................................................................................NL-7
8.2 Voorbereiding .......................................................................................................................................NL-7
8.3 Werkwijze bij inbedrijfstelling ................................................................................................................NL-7
9 Onderhoud / reiniging................................................................................................................ NL-7
9.1 Onderhoud............................................................................................................................................NL-7
9.2 Reiniging verwarmingsgedeelte............................................................................................................NL-7
9.3 Warmtebronzijdige reiniging .................................................................................................................NL-7
9.4 Instandhouding .....................................................................................................................................NL-8
9.5 Aan de waterkwaliteit gestelde eisen....................................................................................................NL-8
10 Storingen / storingsdiagnose.................................................................................................... NL-9
11 Buitenbedrijfstelling / verwijdering .......................................................................................... NL-9
12 Toestelinformatie ..................................................................................................................... NL-10
Bijvoegsel ............................................................................................................................................. A-I
NL-2
Nederlands
1
1 Direct lezen a.u.b.
1.1 Belangrijke aanwijzingen
OPGELET!
Werkzaamheden aan de warmtepomp dienen uitsluitend door een
bevoegde en vakkundige service uitgevoerd te worden.
OPGELET!
Bij apparaten met een koelmiddelhoeveelheid van 6 kg of meer moet de
koelkringloop conform verordening (EG) nr. 842/2006 jaarlijks op lekkage
gecontroleerd worden.
OPGELET!
Het bronwater moet aan de vereiste waterkwaliteit voldoen.
OPGELET!
De afdekkap kan niet worden geschilderd.
OPGELET!
De warmtepomp is niet aan de transportpallet bevestigd.
OPGELET!
De warmtepomp mag max. 45° worden gekanteld (in iedere richting).
OPGELET!
Spoel de verwarmingsinstallatie voordat de warmtepomp aangesloten
wordt.
OPGELET!
Let bij het aansluiten van de vermogenkabels op het rechtsdraaiende
veld. (Bij een foutief draaiveld heeft de warmtepomp geen capaciteit en
maakt veel lawaai).
OPGELET!
De inbedrijfstelling van de warmtepomp moet volgens de montage- en
gebruiksaanwijzing van de warmtepompregelaar worden uitgevoerd.
OPGELET!
Om afzettingen in de condensor van de warmtepomp te voorkomen (bv.
roest) wordt aanbevolen, een geschikt systeem als corrosiebescherming
te gebruiken.
OPGELET!
Voordat het apparaat geopend wordt, moeten alle stroomkringen
spanningsvrij worden geschakeld.
1.2 Doelmatig gebruik
Dit apparaat is uitsluitend voor het door de fabrikant beoogde
gebruiksdoeleinde vrijgegeven. Elk ander of verderrijkend
gebruik wordt als oneigenlijk gebruik beschouwd. Hiertoe wordt
ook de inachtneming van de desbetreffende
productdocumentatie gerekend. Het is niet toegestaan het
apparaat te veranderen of om te bouwen.
1.3 Wettelijke voorschriften en
regels
De warmtepomp voldoet aan alle relevante DIN-/VDE-
voorschriften en EG-richtlijnen. Deze vindt u in de CE-verklaring
in het bijvoegsel.
De elektrische aansluiting van de warmtepomp moet volgens de
geldige VDE-, EN- en IEC-normen worden uitgevoerd.
Bovendien moeten de aansluitingsvoorwaarden van de
energiebedrijven in acht worden genomen.
De warmtepomp moet overeenkomstig de betreffende
voorschriften in de warmtebron- en verwarmingsinstallatie
geïntegreerd worden.
OPGELET!
Werkzaamheden aan de warmtepomp dienen uitsluitend door een
bevoegde en vakkundige service uitgevoerd te worden.
OPGELET!
Bij apparaten met een koelmiddelhoeveelheid van 6 kg of meer moet de
koelkringloop conform verordening (EG) nr. 842/2006 jaarlijks op lekkage
gecontroleerd worden.
Meer informatie hieromtrent vindt u in het hoofdstuk Onderhoud
/ reiniging.
1.4 Energiebesparend gebruik van
de warmtepomp
Door het gebruiken van deze warmtepomp draagt u bij aan de
ontlasting van ons milieu. Voor een efficiënte werking is een
zorgvuldige dimensionering van de verwarmingsinstallatie en de
warmtebron erg belangrijk. Daarbij moet de aandacht met name
op een zo laag mogelijke vertrektemperatuur van het water
worden gericht. Daarom dienen alle aangesloten
warmteverbruikers voor een lage vertrektemperatuur geschikt te
zijn. Een 1 K hogere verwarmingswatertemperatuur verhoogt het
elektrische energieverbruik met ca. 2,5%. Een
lagetemperatuurverwarming met vertrektemperaturen tussen
30 °C en 50 °C is voor een energiebesparende werking prima
geschikt.
www.dimplex.de NL-3
Nederlands
3.1
2 Gebruiksdoeleinde van
de warmtepomp
2.1 Toepassingsgebied
De water/water-warmtepomp is uitsluitend ontworpen voor het
verwarmen van verwarmingswater. De water/water-
warmtepomp kan in aanwezige of nieuw te plaatsen
verwarmingsinstallaties gebruikt worden. Als warmtedrager
wordt water gebruikt. Dit kan uit bronnen of dergelijke installaties
worden aangevoerd.
OPGELET!
Het bronwater moet aan de vereiste waterkwaliteit voldoen.
Over het algemeen moet een tussenkringloop worden
aangebracht. Om de installatie zonder tussenkringloop te
kunnen gebruiken, is onafhankelijk van de wettelijke bepalingen
een wateranalyse noodzakelijk, om aantoonbaar de geschiktheid
van het grondwater voor de verdamper van de warmtepomp vast
te kunnen stellen (zie het projecterings- en installatiehandboek,
verwarmingswarmtepompen).
2.2 Werkwijze
Een bronpomp transporteert het water naar de verdamper van
de warmtepomp. Daar wordt warmte aan het koelmiddel in de
koelkringloop afgestaan.
Het koelmiddel wordt door de elektrisch aangedreven
compressor aangezogen, gecomprimeerd en naar een hoger
temperatuurniveau "gepompt". Het bij dit proces toegevoerde
elektrische aandrijfvermogen gaat niet verloren, maar wordt
grotendeels ook aan het koelmiddel afgestaan.
Vervolgens komt het koelmiddel in de condensor en draagt hier
wederom zijn warmte-energie aan het verwarmingswater af.
Afhankelijk van het bedrijfspunt kan het verwarmingswater zo tot
60 °C verwarmd worden.
3 Leveromvang
3.1 Basisapparaat
Het basisapparaat bestaat uit een aansluitklare warmtepomp
voor installatie binnen met een afdekkap en een basisbesturing.
De koelkringloop is "hermetisch gesloten" en bevat het in het
Kyoto-protocol aangegeven gefluorideerde koelmiddel R407C
met een GWP-waarde van 1525. Het is CFK-vrij, breekt geen
ozon af en is niet brandbaar. De afdekkap is met een
geluidsisolatie bekleed.
In de basisbesturing zijn alle voor de werking van de
warmtepomp noodzakelijke elektrische componenten
aangebracht. De lasttoevoer en de sturingsleiding (accessoires)
tussen de warmtepomp en basisbesturing moeten ter plaatse
worden aangelegd.
De ter plaatse aan te brengen glycolwaterpomp moet in de
basisbesturing ingeklemd worden. Daarbij moet worden
gecontroleerd of de fabrieksmatig ingebouwde motorbeveiliging
voor de ter plaatse ingebouwde pomp toereikend is.
1) Compressor
2) Condensor
3) Verdamper
4) Filter
5) Debietschakelaar
6) Aansluitkastje
7) Filterdroger
OPGELET!
De afdekkap kan niet worden geschilderd.
NL-4
Nederlands
3.2
3.2 Warmtepompregelaar
Voor de werking van de water/water-warmtepomp is het
gebruik van een warmtepompregelaar uit ons
leveringsassortiment absoluut noodzakelijk. De
warmtepompregelaar is een comfortabel elektronisch regel- en
besturingsapparaat. Hij stuurt en bewaakt afhankelijk van de
buitentemperatuur de hele verwarmingsinstallatie, de
warmwaterbereiding en de veiligheidstechnische voorzieningen.
Het functioneren en het gebruik van de warmtepompmanager
wordt in de daartoe bijgeleverde gebruiksaanwijzing beschreven.
4 Accessoires
4.1 Sturingsleiding
Met twee sturingsleidingen wordt de verbinding tussen de
warmtepompregelaar en de basisbesturing, evenals tussen de
basisbesturing en het aansluitkastje van de warmtepomp tot
stand gebracht. Zij zijn in diverse lengtes verkrijgbaar.
5 Transport
Voor transport over een effen ondergrond is een hefwagen
geschikt. Indien de warmtepomp over een ongelijke ondergrond
of over trappen moet worden vervoerd, dan kan dat met
draagriemen worden gedaan. Deze kunnen direct onder de
transportpallet geschoven worden. Alternatief kan het apparaat
daartoe ook aan ringschroeven die in de hoeken van het
hoofdframe geschroefd kunnen worden, worden opgetild.
OPGELET!
De warmtepomp is niet aan de transportpallet bevestigd.
OPGELET!
De warmtepomp mag max. 45° worden gekanteld (in iedere richting).


www.dimplex.de NL-5
Nederlands
7.3
6 Plaatsing
6.1 Algemene aanwijzingen
Het apparaat dient in binnenruimtes op een effen, glad en
horizontaal oppervlak te worden geplaatst. Daarbij moet het
frame rondom dicht bij de grond liggen om een passende
geluidsisolatie te garanderen. Is dat niet het geval, kunnen extra
geluiddempende maatregelen noodzakelijk zijn.
De warmtepomp moet zo zijn opgesteld, dat service aan het
apparaat probleemloos kan worden uitgevoerd. Dit is
gewaarborgd, indien er een afstand van ca. 1 m voor en naast de
warmtepomp gerespecteerd wordt.
6.2 Geluidsemissies
Dankzij de doeltreffende geluidsisolatie werkt de warmtepomp
zeer stil. Om overdracht van trillingen op het fundament te
voorkomen, moet er een geschikte, dempende rubber mat onder
het hoofdframe van de warmtepomp worden gelegd.
Om de overdracht van geluid naar het verwarmingssysteem te
voorkomen, is het raadzaam de warmtepomp met stukken slang
aan het verwarmingssysteem te koppelen.
7Montage
7.1 Algemeen
De warmtepomp is voorzien van de volgende aansluitingen:
Vertrek/terugloop broninstallatie
Vertrek/terugloop verwarming
Stroomvoorziening
7.2 Aansluiting aan verwarming
OPGELET!
Spoel de verwarmingsinstallatie voordat de warmtepomp aangesloten
wordt.
Alvorens het warmwaterzijdige aansluiten van de warmtepomp
dient de verwarmingsinstallatie doorgespoeld te worden, om
mogelijk vuil, resten van isolatiemateriaal etc. te verwijderen.
Wanneer de condensor door resten en vervuiling verstopt raakt,
kan dit tot uitval van de warmtepomp leiden.
Na installatie van de verwarming dient het verwarmingssysteem
te worden gevuld, ontlucht en onder druk te worden gezet.
Minimum waterdebiet
Het minimum waterdebiet van de warmtepomp dient in elke
bedrijfstoestand van de verwarmingsinstallatie gegarandeerd te
zijn. Deze kan bv. door installatie van een differentiedrukloze
verdeler of van een overstroomventiel worden bereikt. De
instelling van een overstroomventiel wordt in het hoofdstuk
Inbedrijfstelling verklaard.
Vorstbeveiliging bij kans op vorst
Indien de regelaars en verwarmingscirculatiepompen
bedrijfsklaar zijn, werkt de vorstbeveiliging van de regelaar. Bij
buitenbedrijfstelling van de warmtepomp of bij stroomuitval moet
de installatie worden geleegd. Bij warmtepompsystemen waarbij
stroomuitval niet herkend kan worden (vakantiehuis), moet de
verwarmingskring met een geschikte vorstbeveiliging worden
gebruikt.
7.3 Aansluiting aan warmtebron
De bronleidingen op het vertrek en de terugloop van de
warmtepomp aansluiten. Daarbij moet het hydraulische
basisschema in acht genomen worden.
OPGELET!
Het bronwater moet aan de vereiste waterkwaliteit voldoen.
M
 M
M M
NL-6
Nederlands
7.4
7.4 Elektrische aansluiting
1) Warmtepomp
2) Sturingsleiding (toebehoren)
3) Warmtepompregelaar
4) Basisbesturing
5) Randapparatuur
6) Stuurstroom L/N/PE 230 V AC
7) Belastingsstroom 3/PE 400 V AC
8) Belastingsstroom bronpomp 3/PE 400 V AC
Alle voor de spanningsvoorziening van de warmtepomp
noodzakelijke componenten bevinden zich in de basisbesturing.
De basisbesturing wordt in de behuizing op een effen wand
gemonteerd. Voor de besturing van deze componenten is een
warmtepompregelaar nodig. De verbinding van de afzonderlijke
componenten basisbesturing en warmtepompregelaar moet ter
plaatse worden aangebracht (connectoren).
Vermogenstoevoer naar de basisbesturing
In de vermogenstoevoer naar de basisbesturing voor de
warmtepomp moet een alpolige afschakeling met ten minste
3 mm contactopeningsafstand (bv. een veiligheidsschakelaar
van de elektriciteitsmaatschappij of veiligheidscontact), evenals
een 3-polige vermogensschakelaar, met een
gemeenschappelijke inwerkingstelling voor alle buitenkabels
worden aangebracht. De benodigde kabeldoorsnede van de
leiding moet conform het verbruik van de warmtepomp, de
technische aansluitvoorwaarden van de betreffende
elektriciteitsmaatschappij en VDE 0100 worden gekozen. Het
verbruik van de warmtepomp wordt in de technische
documentatie vermeld. De aansluitklemmen (X1-L1/L2/L3 op de
vermogensschakelaars) zijn voor een kabeldoorsnede van max.
16 mm
2
ontworpen.
Voor de aansluiting van de bronpomp moet zijn gewaarborgd,
dat de spanningsvoorziening voor deze klemmen niet door een
afstandsschakelaar kan worden uitgeschakeld om de
uitschakelvertraging van de bronpomp te waarborgen. De
fabrieksmatig ingebouwde motorbeveiliging moet
overeenkomstig de gegevens van de producent van de pomp
worden ingesteld. De aansluitklemmen van de
bronpompvoeding zijn X1-L11/L21/L31.
Stuurspanning
De basisbesturing wordt door de warmtepompregelaar via de
sturingsleiding verzorgd. Een extra leiding in de basisbesturing is
niet nodig.
Verbinding van het vermogen tussen de
basisbesturing en het aansluitkastje van de
warmtepomp
De verbindingen tussen de klemkast in de warmtepomp en de
basisbesturing, evenals tussen de bronpomp en de
basisbesturing moeten ter plaatse worden aangebracht.
Voor de vermogenskabel moeten de doorsnedes conform de
vermogenopname van de warmtepomp (technische gegevens)
evenals de vermogenopname van de gebruikte bronpomp
worden bepaald.
De vermogenskabels worden in de geïnstalleerde kunststof buis
getrokken.
Aansluitklemmen compressor:
X1-1/2/3/PE
X1-4/5/6/PE
Aansluitklemmen bronpomp:
X1-7/8/9/PE
Sturingsverbinding tussen de basisbesturing en
het aansluitkastje van de warmtepomp
De sturingsverbinding tussen het aansluitkastje van de
warmtepomp en de basisbesturing wordt door de
geconfectioneerde sturingsleiding tot stand gebracht (zie
prijslijst). De sturingsleiding wordt met de ronde 16-polige
connector van de basisbesturing naar het aansluitkastje van de
warmtepomp aangelegd. Door lichte druk en voorzichtig draaien
naar links of rechts wordt de verdraaiingsbeveiliging van de
connector gezocht. Vervolgens de connector er zover insteken,
tot de ringmoer op de connector aansluit. Door de ringmoer naar
rechts te draaien wordt de connector tot stand gebracht en
geborgd. De twee rechthoekige steekverbinders worden door de
doorvoer rechtsonder de basisbesturing ingeleid en met de
aanvullende delen (niet te verwarren) in elkaar gestoken. De
stuurkabel moet met de trekontspanning in de basisbesturing
worden beveiligd. Eventuele extra lengte van de stuurkabel kan
in een kabelkanaal of als ring aan de wand worden aangebracht.
Aansluiting van de
warmtepompregelaarbasisbesturing (met
sturingsleiding 1,5 m, zie prijslijst)
De sturingsleiding wordt door de ronde connector met de
basisbesturing en met de twee rechthoekige connectoren met de
warmtepompregelaar verbonden. Nadere aanwijzingen vindt u in
de montage- en gebruiksaanwijzing van de
warmtepompregelaar.
OPGELET!
Let bij het aansluiten van de vermogenkabels op het rechtsdraaiende
veld. (Bij een foutief draaiveld heeft de warmtepomp geen capaciteit en
maakt veel lawaai).
(
0
(
0
3
3
)
)
7!
:6
00
0
0
)
)
7
)
7!
:6
5
5
1
www.dimplex.de NL-7
Nederlands
9.3
8 Inbedrijfstelling
8.1 Algemene aanwijzingen
Voor een inbedrijfstelling volgens de voorschriften dient deze
door een door de fabriek bevoegde service uitgevoerd te
worden. Onder bepaalde voorwaarden is daarmee een
verlenging van de garantie verbonden (zie garantievergoeding).
8.2 Voorbereiding
Voor de inbedrijfstelling dienen de volgende punten
gecontroleerd te worden:
Alle aansluitingen van de warmtepomp dienen gemonteerd
te zijn (zie hoofdstuk 7).
Het warmtebronsysteem en de verwarmingskring moeten
gevuld en gecontroleerd zijn.
In de bronwater- en verwarmingskring moeten alle
afsluiters, die de correcte stroom zouden kunnen
belemmeren, zijn geopend.
De warmtepompregelaar moet volgens de bijbehorende
gebruiksaanwijzing op het verwarmingssysteem zijn
afgestemd.
8.3 Werkwijze bij inbedrijfstelling
De inbedrijfstelling van de warmtepomp verloopt via de
warmtepompregelaar.
OPGELET!
De inbedrijfstelling van de warmtepomp moet volgens de montage- en
gebruiksaanwijzing van de warmtepompregelaar worden uitgevoerd.
Indien het minimum waterdebiet door middel van een
overstroomventiel beveiligd wordt, moet deze op het
verwarmingssysteem worden afgestemd. Een verkeerde
instelling kan tot foutieve werking en een verhoogde elektrische
energiebehoefte leiden. Om het overstroomventiel goed in te
stellen, adviseren wij als volgt te handelen:
Sluit alle verwarmingskringen die ook bij een werkende installatie
afhankelijk van het gebruik gesloten kunnen zijn, zodat het
waterdebiet in deze bedrijfstoestand zo ongunstig mogelijk is. Dit
zijn doorgaans de verwarmingskringen in de ruimten aan de
zuid- en westkant. Er moet minimaal één verwarmingskring
geopend blijven (bv. bad).
Het overstroomventiel moet zo ver worden geopend, dat bij de
actuele warmtebrontemperatuur het in de onderstaande tabel
aangegeven maximale temperatuurverschil tussen
verwarmingsvertrek en -terugloop ontstaat. Het
temperatuurverschil moet zo dicht mogelijk bij de warmtepomp
worden gemeten. Bij mono-energetische installaties moet het
verwarmingselement gedeactiveerd worden.
Storingen bij een werkende installatie worden op de
warmtepompregelaar weergegeven en kunnen, zoals in de
gebruiksaanwijzing van de warmtepompregelaar beschreven is,
worden verholpen.
9 Onderhoud / reiniging
9.1 Onderhoud
De warmtepomp werkt onderhoudsvrij. Om bedrijfsstoringen
door opeenhoping van vuil in de warmtewisselaars te
voorkomen, moet ervoor gezorgd worden, dat er geen vuil in het
warmtebronsysteem en de verwarmingsinstallatie terecht kan
komen. Indien er zich toch dergelijke bedrijfsstoringen voordoen,
moet de installatie worden gereinigd, zoals hieronder
beschreven wordt.
9.2 Reiniging
verwarmingsgedeelte
Vooral bij het gebruik van stalen componenten kunnen er
oxidatieproducten (roest) door zuurstof in de
warmwaterkringloop ontstaan. De roest komt via ventielen,
circulatiepompen of kunststof buizen in het verwarmingssysteem
terecht. Daarom dient er - vooral bij de buizen van de
vloerverwarming - op een diffusiedichte installatie gelet te
worden.
OPGELET!
Om afzettingen in de condensor van de warmtepomp te voorkomen (bv.
roest) wordt aanbevolen, een geschikt systeem als corrosiebescherming
te gebruiken.
Ook resten van smeer- en afdichtingsmiddelen kunnen het
warme water vervuilen.
Indien de vervuiling zo groot is, dat het vermogen van de
condensor in de warmtepomp vermindert, moet een installateur
de installatie reinigen.
Volgens de huidige stand van kennis adviseren wij om te
reinigen met een fosforzuur van 5% of, indien er vaker moet
worden gereinigd, met een mierenzuur van 5%.
In beide gevallen moet de reinigingsvloeistof op
kamertemperatuur zijn. Het is raadzaam, de warmtewisselaar
tegen de normale doorstroomrichting in uit te spoelen.
Om te voorkomen dat zuurhoudend reinigingsmiddel in de
kringloop van de verwarmingsinstallatie terechtkomt, raden wij
aan het spoelapparaat direct op het vertrek en de terugloop van
de condensor van de warmtepomp aan te sluiten.
Daarna moet er met geschikte, neutraliserende middelen
nogmaals grondig gespoeld worden, zodat beschadigingen door
eventueel in het systeem achtergebleven resten van een
reinigingsmiddel worden voorkomen.
De zuren moeten voorzichtig worden gebruikt en de
desbetreffende voorschriften moeten in acht genomen worden.
In geval van twijfel moet met de fabrikant van het
reinigingsmiddel worden overlegd!
9.3 Warmtebronzijdige reiniging
In de warmtebroningang van de warmtepomp moet een filter
worden gemonteerd om de verdamper tegen verontreiniging te
beschermen. In het begin moet de filterzeef van het filter met
relatief korte tussenpozen worden gereinigd. Zodra de
verontreiniging zichtbaar minder is, kan de tussentijd navenant
worden verlengd.
Warmtebron-
temperatuur
Max. temperatuurverschil
tussen verwarmingsvertrek en -
terugloop
van tot
7° C 12° C 10 K
13° C 18° C 11 K
19° C 25° C 12 K
NL-8
Nederlands
9.4
9.4 Instandhouding
Volgens de verordening (EG) Nr.842/2006 moeten alle
koelkringlopen, die een koelmiddelvolume van minstens 3 kg, bij
"hermetisch gesloten" koelkringen van minstens 6 kg bevatten,
door de operateur jaarlijks op dichtheid gecontroleerd worden.
De lektest moet worden gedocumenteerd en minimaal 5 jaar
worden bewaard. De controle moet conform verordening (EG)
Nr. 1516/2007 door gecertificeerd personeel worden uitgevoerd.
Voor de documentatie kan de tabel in het bijvoegsel worden
gebruikt.
9.5 Aan de waterkwaliteit gestelde
eisen
Onafhankelijk van de wettelijke bepalingen mag het grondwater
geen bezinkbare stoffen bevatten en de grenswaarden van
IJZER (< 0,2 mg/l) en MANGAAN- (< 0,1 mg/l) moeten worden
aangehouden, om sedimentatie van het warmtebronsysteem te
voorkomen.
Het gebruik van oppervlaktewater of zouthoudend water is niet
toegestaan. Informatie over mogelijk gebruik van grondwater kan
bij de lokale waterverzorgingsbedrijven worden aangevraagd.
Wateranalyses worden door watertechnische laboratoria
gemaakt.
Over het algemeen moet een tussenkringloop worden
aangebracht. Om de installatie zonder tussenkringloop te
kunnen gebruiken is, onafhankelijk van de wettelijke bepalingen,
een wateranalyse noodzakelijk, om aantoonbaar de geschiktheid
van het grondwater voor de verdamper van de warmtepomp vast
te kunnen stellen (zie tabel). Indien een kenmerk negatief "-" of
twee kenmerken "0" zijn, is de waterkwaliteit niet geschikt voor
de warmtepomp.
Tabel:
Bestendigheid van met koper gesoldeerd, roestvrij stalen
plaatwarmtewisselaars tegen inhoudstoffen in het water
+ normaal goede bestendigheid;
0 Er kunnen corrosieproblemen ontstaan,
vooral, wanneer meer dan één factor met 0
is beoordeeld;
- Het gebruik is af te raden
[<: kleiner dan, >: groter dan]
Criterium
Concentratiebe
reik bij
benadering
(mg/l)
Beoordeling
koper
Bezinkbare stoffen (org.)
0
Ammoniak NH
3
< 2
2 tot 20
> 20
+
0
-
Chloride
< 300
> 300
+
0
Elektrisch geleidingsvermogen
< 10 μ S/cm
10 tot 500 μ S/cm
> 500 μ S/cm
0
+
-
IJZER (Fe), opgelost
< 0,2
> 0,2
+
0
vrije (aggr.) koolzuur
< 5
5 tot 20
> 20
+
0
-
MANGAAN (Mn), opgelost
< 0,1
> 0,1
+
0
NITRAAT (NO
3
), opgelost
< 100
> 100
+
0
pH-waarde
< 7,5
7,5 tot 9
> 9
0
+
0
Zuurstof
< 2
> 2
+
0
Zwavelwaterstof (H
2
S)
< 0,05
> 0,05
+
-
HCO
3
-/SO
4
2
-
> 1
< 1
+
0
Hydrogeencarbonaat (HCO
3
-)
< 70
70 tot 300
> 300
0
+
0
Aluminium (Al), opgelost
< 0,2
> 0,2
+
0
SULFATEN
< 70
70 tot 300
> 300
+
0
-
SULFIET (SO
3
), vrij
< 1 +
Chloorgas (CI
2
)
< 1
1 tot 5
> 5
+
0
-
www.dimplex.de NL-9
Nederlands
11
10 Storingen /
storingsdiagnose
Deze warmtepomp is een kwaliteitsproduct dat storingsvrij dient
te werken. Als er toch een storing optreedt, wordt deze op het
display van de warmtepompmanager weergegeven. Zie hiertoe
de pagina Storingen en Storingsdiagnose in de
gebruiksaanwijzing van de warmtepompmanager.
Wanneer u de storing niet zelf kunt verhelpen, waarschuw dan
de bevoegde service.
OPGELET!
Werkzaamheden aan de warmtepomp dienen uitsluitend door een
bevoegde en vakkundige service uitgevoerd te worden.
OPGELET!
Voordat het apparaat geopend wordt, moeten alle stroomkringen
spanningsvrij worden geschakeld.
11 Buitenbedrijfstelling /
verwijdering
Alvorens de warmtepomp te demonteren, dient de machine
spanningsvrij en alle kleppen afgesloten te zijn. Milieurelevante
eisen met betrekking tot terugwinning, recycling en verwijdering
van bedrijfsstoffen en componenten moeten conform de
gebruikelijke normen worden nageleefd. Dit geldt in het bijzonder
voor het vakkundig verwijderen van het koelmiddel en de
koelolie.
NL-10
Nederlands
12
12 Toestelinformatie
1 Technische en commerciële benaming
WI 40CS WI 90CS
2 Bouwvorm
2.1 Beschermingsaard volgens EN 60 529 IP 24 IP 24
2.2 Montageplaats Binnen Binnen
3 Vermogengegevens
3.1 Temperatuurgebruiksgrenzen:
Warmwatervertrek °C 58 ± 2 58 ± 2
Koud water (warmtebron) °C +7 tot +25 +7 tot +25
3.2 Temperatuurverschil warm water bij W10 / W35 K 10,8 9,9
3.3 Warmtevermogen/
vermogencoëfficiënt bij W7 / W55
1
kW / ---
2
1. Deze gegevens staan voor de afmeting en het rendement van de installatie. Voor economische en energetische beschouwingen moet met het bivalentiepunt en de regeling
rekening gehouden worden. Hierbij betekent bv. W10 /W55: warmtebrontemperatuur 10 °C en temperatuur warmwatertoevoer 55 °C.
2. Werking met 1 compressor
18,1 / 3,0 40,3 / 3,2
kW / ---
3
3. Werking met 2 compressors
38,6 / 3,2 80,1 / 3,2
bij W10 / W50
1
kW / ---
2
20,6 / 3,8 45,8 / 4,0
kW / ---
3
43,0 / 4,0 88,1 / 3,8
bij W10 / W45
1
kW / ---
2
22,0 / 4,3 21,4 / 4,2 47,8 / 4,0 46,4 / 3,9
kW / ---
3
43,7 / 4,1 42,4 / 4,0 89,6 / 4,1 86,9 / 4,0
bij W10/ W35
1
kW / ---
2
23,4 / 5,9 22,7 / 5,7 49,8 / 5,9 48,4 / 5,7
kW / ---
3
44,4 / 5,7 43,1 / 5,5 91,2 / 5,4 88,5 / 5,2
3.4 Geluidsvermogen dB(A) 59 70
3.5 Verwarmingswaterdebiet bij intern drukverschil m³/h / Pa 3,5 / 14000 7,4 / 49000 8,0 / 13000 15,2 / 48000
3.6 Koudwaterdebiet bij intern drukverschil
(warmtebron) m³/h / Pa
9,5 / 17500 9,5 / 17500 20,0 / 19000 20,0 / 19000
3.7 Koelmiddel; totaal vulgewicht type / kg R407C / 6,7 R407C / 15,0
3.8 Smeermiddel; totale capaciteit type / liter Polyolester (POE) / 3,54 Polyolester (POE) / 8,2
4 Afmetingen, aansluitingen en gewicht
4.1 Afmetingen toestel zonder aansluitingen
4
H x B x L mm
4. Let erop dat de benodigde ruimte voor buisaansluiting, bediening en onderhoud groter is.
830 x 1480 x 890 830 x 1480 x 890
4.2 Toestelaansluitingen voor verwarming inch G 1 1/4'' buiten G 2'' buiten
4.3 Toestelaansluitingen voor warmtebron inch G 1 1/2'' buiten G 2'' buiten
4.4 Gewicht transporteenheid/-eenheden incl. verpakking kg 309 460
5 Elektrische aansluiting
5.1 Nominale spanning; beveiliging V / A 400 / 35 400 / 63
5.2 Nominale opname
1
W10 W35 kW
7,78 7,84 16,89 17,02
5.3 Startstroom m. softstart-systeem A 26 60
5.4 Nominale stroom W10 W35 / cos ϕ 5) A / --- 14,1 / 0,8 30,7 / 0,8
5.5 Max. vermogenopname compressorbeveiliging
(per compressor) W
70 70
6 Voldoet aan de Europese veiligheidsvoorschriften
5
5. zie CE-conformiteitsverklaring
5
7 Andere eigenschappen van de uitvoering
7.1 Water in toestel tegen vorst beschermd
6
6. De verwarmingscirculatiepomp en de regelaar van de warmtepomp dienen altijd bedrijfsklaar te zijn.
ja ja
7.2 Vermogensniveaus 22
7.3 Regelaar intern / extern extern extern
www.dimplex.de A-I
Bijvoegsel
Bijvoegsel
1 Afmetingen.................................................................................................................................... A-II
1.1 Maatschets WI 40CS .............................................................................................................................. A-II
1.2 Maatschets WI 90CS ............................................................................................................................. A-III
2 Diagrammen................................................................................................................................. A-IV
2.1 Vermogenscurves WI 40CS · 2 compressoren......................................................................................A-IV
2.2 Vermogenscurves WI 40CS · 1 compressor...........................................................................................A-V
2.3 Drukverliezen WI 40CS .........................................................................................................................A-VI
2.4 Vermogenscurves WI 90CS · 2 compressoren.....................................................................................A-VII
2.5 Vermogenscurves WI 90CS · 1 compressor........................................................................................A-VIII
2.6 Drukverliezen WI 90CS .........................................................................................................................A-IX
3 Elektrische schema's ................................................................................................................... A-X
3.1 Externe basisbesturing WI 40CS............................................................................................................A-X
3.2 Vermogen WI 40CS...............................................................................................................................A-XI
3.3 Intern. aansluitbox WI 40CS .................................................................................................................A-XII
3.4 Klemmenaansluitschema met warmtepompregelaar WI 40CS ...........................................................A-XIII
3.5 Legende WI 40CS .............................................................................................................................. A-XIV
3.6 Externe basisbesturing WI 90CS......................................................................................................... A-XV
3.7 Vermogen WI 90CS............................................................................................................................ A-XVI
3.8 Intern. aansluitbox WI 90CS .............................................................................................................. A-XVII
3.9 Klemmenaansluitschema met warmtepompregelaar WI 90CS ....................................................... A-XVIII
3.10 Legende WI 90CS .............................................................................................................................. A-XIX
4 Hydraulisch basisschema .........................................................................................................A-XX
4.1 Schematische afbeelding..................................................................................................................... A-XX
4.2 Legende.............................................................................................................................................. A-XXI
5 Conformiteitsverklaring...........................................................................................................A-XXII
6 Onderhoudswerkzaamheden .................................................................................................A-XXIII
A-II
Bijvoegsel
1
1 Afmetingen
1.1 Maatschets WI 40CS
$DQVOXLWLQJHQYHUZDUPLQJóELQQHQEXLWHQGUDDG
$DQVOXLWLQJHQZDUPWHEURQòELQQHQEXLWHQGUDDG
:DUPZDWHUXLWODDW
:DUPWHEURQXLWODDW
:DUPWHEURQLQODDW
9HUZDUPLQJVZDWHULQODDW
&RQQHFWRUVWXXUOHLGLQJYHUPRJHQNDEHO
'UDDLVOXLWLQJ
www.dimplex.de A-III
Bijvoegsel
1.2
1.2 Maatschets WI 90CS
$DQVOXLWLQJHQYHUZDUPLQJHQZDUPWHEURQDDQVOXLWLQJHQEXLWHQGUDDG
:DUPZDWHUXLWODDW
:DUPWHEURQXLWODDW
:DUPWHEURQLQODDW
9HUZDUPLQJVZDWHULQODDW
&RQQHFWRUVWXXUOHLGLQJYHUPRJHQNDEHO
'UDDLVOXLWLQJ
A-IV
Bijvoegsel
2
2 Diagrammen
2.1 Vermogenscurves WI 40CS · 2 compressoren















.RHOZDWHULQODDWWHPSHUDWXXULQ>&@
9HUPRJHQRSQDPHLQ>N:@LQFOKHWHYHQUHGLJSRPSYHUPRJHQ
9HUZDUPLQJVYHUPRJHQLQ>N:@
:DWHUDIYRHUWHPSHUDWXXULQ>&@
9HUPRJHQFRsIILFLsQWLQGHYHUZDUPLQJVPRGXVLQFOKHWHYHQUHGLJSRPSYHUPRJHQ
9RRUZDDUGHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHW
PñK
.RXGZDWHUGHELHW
PñK
www.dimplex.de A-V
Bijvoegsel
2.2
2.2 Vermogenscurves WI 40CS · 1 compressor
























9HUZDUPLQJVYHUPRJHQLQ>N:@
:DWHUDIYRHUWHPSHUDWXXULQ>&@
.RHOZDWHULQODDWWHPSHUDWXXULQ>&@
9HUPRJHQFRsIILFLsQWLQGHYHUZDUPLQJVPRGXVLQFOKHWHYHQUHGLJSRPSYHUPRJHQ
9HUPRJHQRSQDPHLQ>N:@LQFOKHWHYHQUHGLJSRPSYHUPRJHQ
9RRUZDDUGHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHW
PñK
.RXGZDWHUGHELHW
PñK
A-VI
Bijvoegsel
2.3
2.3 Drukverliezen WI 40CS










     
'UXNYHUOLH]HQYHUGDPSHUZDWHUZDWHUELM&
'UXNYHUOLHV3DELMQRPLQDOHNRXGZDWHUGHELHWPñK








'UXNYHUOLH]HQFRQGHQVRUZDWHUZDWHUELM&
'UXNYHUOLHVN3DELMQRPLQDOHYHUZDUPLQJVZDWHUGHELHWPñK
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
.RXGZDWHUGHELHWLQ>PñK@
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHWLQ>PñK@
www.dimplex.de A-VII
Bijvoegsel
2.4
2.4 Vermogenscurves WI 90CS · 2 compressoren























9RRUZDDUGHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHW
PñK
.RXGZDWHUGHELHW
PñK
9HUZDUPLQJVYHUPRJHQLQ>N:@
:DWHUDIYRHUWHPSHUDWXXULQ>&@
9HUPRJHQFRsIILFLsQWLQGHYHUZDUPLQJVPRGXVLQFOKHWHYHQUHGLJSRPSYHUPRJHQ
9HUPRJHQRSQDPHLQ>N:@LQFOKHWHYHQUHGLJSRPSYHUPRJHQ
.RHOZDWHULQODDWWHPSHUDWXXULQ>&@
A-VIII
Bijvoegsel
2.5
2.5 Vermogenscurves WI 90CS · 1 compressor


















9HUZDUPLQJVYHUPRJHQLQ>N:@
:DWHUDIYRHUWHPSHUDWXXULQ>&@
9HUPRJHQFRsIILFLsQWLQGHYHUZDUPLQJVPRGXVLQFOKHWHYHQUHGLJSRPSYHUPRJHQ
9HUPRJHQRSQDPHLQ>N:@LQFOKHWHYHQUHGLJSRPSYHUPRJHQ
.RHOZDWHULQODDWWHPSHUDWXXULQ>&@
9RRUZDDUGHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHW
 PñK
.RXGZDWHUGHELHW
PñK
www.dimplex.de A-IX
Bijvoegsel
2.6
2.6 Drukverliezen WI 90CS

















     
'UXNYHUOLH]HQYHUGDPSHUZDWHUZDWHUELM&
'UXNYHUOLHV3DELMQRPLQDOHNRXGZDWHUGHELHWPñK
'UXNYHUOLH]HQFRQGHQVRUZDWHUZDWHUELM&
'UXNYHUOLHVN3DELMQRPLQDOHYHUZDUPLQJVZDWHUGHELHWPñK
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
.RXGZDWHUGHELHWLQ>PñK@
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHWLQ>PñK@
A-X
Bijvoegsel
3
3 Elektrische schema's
3.1 Externe basisbesturing WI 40CS
:DUPWHSRPSUHJHODDU1
R) JHHQIXQFWLHELM:35ZHUNLQJ
www.dimplex.de A-XI
Bijvoegsel
3.2
3.2 Vermogen WI 40CS
1HW
1HW
%DVLVEHVWXULQJODVW
9HLOLJKHLGVVFKDNHODDUHOHNWULFLWHLWVPDDWVFKDSSLM
9HUPRJHQNDEHOVQDDUGHZDUPWHSRPS
2SWLRQHHO
3DJLQD
;3(
3DJLQD
;3(
A-XII
Bijvoegsel
3.3
3.3 Intern. aansluitbox WI 40CS
9HUPRJHQNDEHOVQDDUGHEDVLVEHVWXULQJ
GLHQHQWHUSODDWVHDDQJHOHJGWHZRUGHQ
:DUPWHSRPS
'HELHWVFKDNHODDU
7RHEHKRUHQVWXXUOHLGLQJ
3DJLQDHQ
;;
3DJLQD
;3(
3DJLQD
;3(
$DQVOXLWNDVWMH
www.dimplex.de A-XIII
Bijvoegsel
3.4
3.4 Klemmenaansluitschema met warmtepompregelaar WI 40CS
:DUPWHSRPSUHJHODDU1
$DQVOXLWNDVWMHZDUPWHSRPS$DQVOXLWNDVWMHZDUPWHSRPS
$DQVOXLWNDVWMHZDUPWHSRPS
6WXXUOHLGLQJ
6WXXUOHLGLQJ
1HWODVW
3(9$9+]
1HWODVW
3(9$9+]
A-XIV
Bijvoegsel
3.5
3.5 Legende WI 40CS
E1 Krukverwarming compressor 1
E2 Krukverwarming compressor 2
F4 Pressostaat hoge druk
F5 Pressostaat lage druk
F6 Thermostaat beveiliging tegen bevriezen
F8 Vermogensschakelaar compressor 1
F9 Vermogensschakelaar compressor 2
F10 Debietschakelaar
K1 Veiligheidsschakelaar voor M1
K3 Veiligheidsschakelaar voor M3
K5 Veiligheidsschakelaar voor M11
K15 Relais-M1
K16 Relais-M3
K17 Tijdrelais-debietschakelaar
M1 Compressor 1
M3 Compressor 2
M11* Primaire pomp
N1* Warmtepompregelaar
N7 Softstartbesturing voor M1
N8 Softstartbesturing voor M3
Q1 Vermogenveiligheidsschakelaar voor M11
X1 Klemmenblok netvoeding
X2 Klemmenblok warmtepomp (aansluitkast)
X4 Connector stuurleiding (N1)
X8 Connector warmtepomp (basisbesturing)
X11 Connector warmtepomp (basisbesturing)
X12 Connector warmtepomp (aansluitkast)
* Componenten dienen extern beschikbaar te
worden gesteld, resp. zijn als accessoire
verkrijgbaar
www.dimplex.de A-XV
Bijvoegsel
3.6
3.6 Externe basisbesturing WI 90CS
:DUPWHSRPSUHJHODDU1
R) JHHQIXQFWLHELM:35ZHUNLQJ
A-XVI
Bijvoegsel
3.7
3.7 Vermogen WI 90CS
1HW
1HW
%DVLVEHVWXULQJODVW:3
%DVLVEHVWXULQJODVWSULPDLUHSRPS
9HLOLJKHLGVVFKDNHODDUHOHNWULFLWHLWVPDDWVFKDSSLM
9HUPRJHQNDEHOVQDDUGHZDUPWHSRPSHQQDDUGHSULPDLUHSRPSGLHQHQWHUSODDWVHDDQJHOHJGWHZRUGHQ 3ULPDLUHSRPS0DOVRSWLH
3DJLQD
;3(
3DJLQD
;3(
www.dimplex.de A-XVII
Bijvoegsel
3.8
3.8 Intern. aansluitbox WI 90CS
9HUPRJHQNDEHOVQDDUGHEDVLVEHVWXULQJ
GLHQHQWHUSODDWVHDDQJHOHJGWHZRUGHQ
:DUPWHSRPS
7RHEHKRUHQVWXXUOHLGLQJ
3DJLQDHQ
;;
3DJLQD
;3(
3DJLQD
;3(
$DQVOXLWNDVWMH
A-XVIII
Bijvoegsel
3.9
3.9 Klemmenaansluitschema met warmtepompregelaar WI 90CS
%DVLVEHVWXULQJ
$DQVOXLWVFKHPDEDVLVEHVWXULQJ
$DQVOXLWNDVWMHZDUPWHSRPS $DQVOXLWNDVWMHZDUPWHSRPS
6WXXUOHLGLQJ
6WXXUOHLGLQJ
1HWODVW
3(9$9+]
9RHGLQJZDUPWHSRPS
1HWODVW
3(9$9+]
9RHGLQJSULPDLUHSRPS
www.dimplex.de A-XIX
Bijvoegsel
3.10
3.10 Legende WI 90CS
E1 Krukverwarming M1
E2 Krukverwarming M3
F4 Pressostaat hogedrukschakelaar
F5 Pressostaat lagedrukschakelaar
F6 Thermostaat beveiliging tegen bevriezen
F10 Debietschakelaar
F11 Elektronische wikkelingsisolatie M3
F12 Thermorelais / N7
F13 Thermorelais / N8
F14 Elektronische wikkelingsisolatie M1
K1 Veiligheidsschakelaar M1
K1.1 Startveiligheidsschakelaar M1
K1.2 Vertraagd relais K1
K3 Veiligheidsschakelaar M3
K3.1 Start-veiligheidsschakelaar M3
K3.2 Vertraagd relais K3
K5 Veiligheidsschakelaar M11
K15 Relais-compressor 1
K16 Relais-compressor 2
KI17 Vertraagd relais F10
M1 Compressor 1
M3 Compressor 2
M11* Primaire pomp
N1* Warmtepompregelaar
N7 Softstartplatine M1
N8 Softstartplatine M3
Q1 Vermogenveiligheidsschakelaar voor M11
Q2 Vermogenveiligheidsschakelaar voor M1
Q3 Vermogenveiligheidsschakelaar voor M3
X1 Klemmenblok basisbesturing
X2 Klemmenblok warmtepomp (aansluitkast)
X4 Connector stuurleiding (N1)
X8 Connector warmtepomp (basisbesturing)
X11 Connector warmtepomp (basisbesturing)
X12 Connector warmtepomp (aansluitkast)
* Componenten dienen extern beschikbaar te
worden gesteld, resp. zijn als accessoire
verkrijgbaar
A-XX
Bijvoegsel
4
4 Hydraulisch basisschema
4.1 Schematische afbeelding
www.dimplex.de A-XXI
Bijvoegsel
4.2
4.2 Legende
Afsluiter
Afsluiter met lediging
Overstroomventiel
Veiligheidsventiel
Circulatiepomp
Expansievat
Door ruimtetemperatuur gestuurd ventiel
Terugslagklep
Afsluiter met terugslagklep
Warmteverbruiker
Filter
Temperatuurvoeler
Flexibele aansluitslang
Warmtepomp
Bufferopslagvat
Warmtepompregelaar
Basisbesturing
Stroomdistributie
Waterverwarmer
Stroomrichting
grondwater
Zuigbron
Absorptieput
M11 Broncirculatiepomp
M13 Verwarmingscirculatiepomp
M18 Warmwatercirculatiepomp
R1 Buitenwandvoeler
R2 Terugloopvoeler
R3 Warmwatervoeler
KW Koud water
WW Warm water
A-XXII
Bijvoegsel
5
5 Conformiteitsverklaring
www.dimplex.de A-XXIII
Bijvoegsel
6
6 Onderhoudswerkzaamheden
Operateur: Naam: __________________________________________
Adres: __________________________________________
Telefoonnummer: __________________________________________
Koelkringloop: Soort koelmiddel: __________________________________________
Inhoud in kg: __________________________________________
Hermetisch gesloten:
ja nee
De volgende onderhoudswerkzaamheden en lektests werden uitgevoerd conform verordening (EG) Nr. 842/2006:
Datum afgetapt / aangevuld Naam van het vakbedrijf: Handtekening van de controleur
Glen Dimplex Deutschland GmbH
Geschäftsbereich Dimplex
Am Goldenen Feld 18
D-95326 Kulmbach
Fouten en wijzigingen voorbehouden.
+49 (0) 9221 709 565
www.dimplex.de
26

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Dimplex WI 40 CS bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Dimplex WI 40 CS in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,34 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Dimplex WI 40 CS

Dimplex WI 40 CS Gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding - Deutsch, English, Français - 60 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info