520383
5
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/24
Pagina verder
SIK 7 TE
SIK 9 TE
SIK 11 TE
SIK 14 TE
Montage- en
gebruiksaanwijzing
Grond/water-
warmtepomp voor
plaatsing binnen
Bestelnr. : 452231.66.10 FD 8808
www.dimplex.de NL-1
Nederlands
Inhoudsopgave
1 Direct lezen a.u.b........................................................................................................................ NL-2
1.1 Belangrijke aanwijzingen ......................................................................................................................NL-2
1.2 Wettelijke voorschriften en richtlijnen ...................................................................................................NL-2
1.3 Energiebesparend gebruik van de warmtepomp ..................................................................................NL-2
2 Gebruiksdoeleinde van de warmtepomp ................................................................................. NL-3
2.1 Toepassingsgebied...............................................................................................................................NL-3
2.2 Werkwijze .............................................................................................................................................NL-3
3 Basisapparaat............................................................................................................................. NL-3
4 Toebehoren................................................................................................................................. NL-4
4.1 Glycolwaterverdeler ..............................................................................................................................NL-4
4.2 Glycolwaterpressostaat ........................................................................................................................NL-4
5 Transport..................................................................................................................................... NL-4
6 Plaatsing ..................................................................................................................................... NL-4
6.1 Algemene aanwijzingen........................................................................................................................NL-4
6.2 Geluidsemissies....................................................................................................................................NL-4
7 Montage....................................................................................................................................... NL-5
7.1 Algemeen..............................................................................................................................................NL-5
7.2 Aansluiting aan verwarming..................................................................................................................NL-5
7.3 Aansluiting aan warmtebron .................................................................................................................NL-5
7.4 Elektrische aansluiting ..........................................................................................................................NL-5
8 Inbedrijfstelling........................................................................................................................... NL-6
8.1 Algemeen..............................................................................................................................................NL-6
8.2 Voorbereiding .......................................................................................................................................NL-6
8.3 Werkwijze bij inbedrijfstelling ................................................................................................................NL-6
9 Onderhoud / reiniging................................................................................................................ NL-7
9.1 Onderhoud............................................................................................................................................NL-7
9.2 Reiniging verwarmingsgedeelte............................................................................................................NL-7
9.3 Warmtebronzijdige reiniging .................................................................................................................NL-7
10 Storingen / storingsdiagnose.................................................................................................... NL-7
11 Buitenbedrijfstelling / verwijdering ..........................................................................................NL-7
12 Toestelinformatie ....................................................................................................................... NL-8
Bijvoegsel ............................................................................................................................................. A-I
NL-2
Nederlands
1
1 Direct lezen a.u.b.
1.1 Belangrijke aanwijzingen
OPGELET!
De warmtepomp is niet aan de transportpallet bevestigd.
OPGELET!
De warmtepomp mag max. 45° worden gekanteld (in iedere richting).
OPGELET!
Het apparaat niet aan de boorgaten in de afdekplaten opheffen!
OPGELET!
Bij verwarmingskringen met een groot volume moet het ingebouwde
expansievat (24 liter, 1,0 bar voordruk) met een extra vat worden
uitgebreid.
OPGELET!
Het glycolwater moet ten minste voor 25% uit een antivries- en
corrosiebeschermingsmiddel op monoethyleenglycol- of
propyleenglycolbasis bestaan en moet voor het vullen worden gemengd.
OPGELET!
Let bij het aansluiten van de elektrische vermogenkabels op het
rechtsdraaiende veld (bij een foutief draaiveld heeft de warmtepomp geen
capaciteit en maakt veel lawaai).
OPGELET!
De inbedrijfstelling van de warmtepomp moet volgens de montage- en
gebruiksaanwijzing van de warmtepompregelaar worden uitgevoerd.
OPGELET!
In de warmtebroningang van de warmtepomp moet de bijgevoegde filter
worden gemonteerd om de verdamper tegen verontreiniging te
beschermen.
OPGELET!
Om afzettingen in de condensor van de warmtepomp te voorkomen (b.v.
roest) wordt aanbevolen, een geschikt systeem als corrosiebescherming
te gebruiken.
OPGELET!
Werkzaamheden aan de warmtepomp dienen uitsluitend door een
bevoegde en vakkundige serviceafdeling uitgevoerd te worden.
OPGELET!
Voordat het apparaat geopend wordt, moeten alle stroomkringen
spanningsvrij worden geschakeld.
1.2 Wettelijke voorschriften en
richtlijnen
De constructie en uitvoering van de warmtepomp voldoen aan
alle overeenkomstige EG-richtlijnen (zie CE-
conformiteitsverklaring).
Bij de elektrische aansluiting van de warmtepomp dienen de
overeenkomstige EN- en IEC-normen evenals de nationale
richtlijnen te worden nageleefd. Bovendien moeten de
aansluitvoorwaarden van de energievoorzieningsbedrijven in
acht genomen worden.
De warmtepomp moet overeenkomstig de betreffende
voorschriften in de warmtebron- en verwarmingsinstallatie
geïntegreerd worden.
Personen, meer bepaald kinderen, die wegens hun fysieke,
zintuiglijke of mentale vaardigheden of wegens hun gebrek aan
kennis of ervaring niet in staat zijn, het toestel op een veilige
manier te gebruiken, mogen dit toestel niet zonder toezicht of
instructies vanwege een verantwoordelijke persoon gebruiken.
Kinderen niet zonder toezicht laten om zeker te zijn dat ze niet
met het toestel spelen.
1.3 Energiebesparend gebruik van
de warmtepomp
Door het gebruiken van deze warmtepomp draagt u bij aan de
ontlasting van ons milieu. Voor een efficiënte werking is een
zorgvuldige dimensionering van de verwarmingsinstallatie en de
warmtebron erg belangrijk. Daarbij moet de aandacht met name
op een zo laag mogelijke vertrektemperatuur van het water
worden gericht. Daarom dienen alle aangesloten
energieverbruikers voor een lage vertrektemperatuur geschikt te
zijn. Een 1 K hogere verwarmingswatertemperatuur verhoogt het
energieverbruik met ca. 2,5%. Een lagetemperatuurverwarming
met vertrektemperaturen tussen 30 °C en 50 °C is voor een
energiebesparende werking prima geschikt.
www.dimplex.de NL-3
Nederlands
3
2 Gebruiksdoeleinde van
de warmtepomp
2.1 Toepassingsgebied
De grond-water-warmtepomp kan in aanwezige of nieuw te
plaatsen verwarmingsinstallaties gebruikt worden. Als
warmtedrager in de warmtebroninstallatie wordt glycolwater
gebruikt. Als warmtebron kunnen aardsonden, aardcollectoren of
soortgelijke installaties worden gebruikt.
2.2 Werkwijze
De aarde slaat de warmte van de zon, de wind en de regen op.
Deze aardwarmte wordt in de aardcollector, de aardsonde e.d.
door het glycolwater bij een lage temperatuur opgenomen. Een
circulatiepomp transporteert dan het "verwarmde" glycolwater
naar de verdamper van de warmtepomp. Daar wordt deze
warmte aan het koelmiddel in de koelkringloop afgestaan.
Daarbij koelt het glycolwater weer af, zodat deze in de
glycolwaterkringloop weer warmte-energie op kan nemen.
Het koelmiddel wordt door de elektrisch aangedreven
compressor aangezogen, gecomprimeerd en naar een hoger
temperatuurniveau "gepompt". De bij dit proces toegevoerde
elektrische energie gaat niet verloren, maar wordt grotendeels
aan het koelmiddel afgestaan.
Vervolgens komt het koelmiddel in de condensor en draagt hier
wederom zijn warmte-energie aan het verwarmingswater af.
Afhankelijk van het bedrijfspunt kan het verwarmingswater zo tot
60 °C verwarmd worden.
3 Basisapparaat
Het basisapparaat bestaat uit een compacte warmtepomp voor
installatie binnen. Naast het schakelpaneel met geïntegreerde
regelaar bevat het apparaat reeds belangrijke modules van de
verwarmings- en glycolwaterkring:
Expansievaten
Circulatiepompen
Overdrukventielen
Manometer
Overstroomventiel (verwarmingskring)
In de koelkringloop is het koelmiddel R407C gedaan. Het
koelmiddel R407C is CFK-vrij, breekt geen ozon af en is niet
brandbaar.
Op het schakelpaneel zijn alle voor de werking van de
warmtepomp noodzakelijke componenten aangebracht. De
spanningstoevoer voor de ballast- en stuurstroom moet ter
plaatse worden aangelegd.
De collector met de glycolwaterkringverdeler moet ter plaatse
worden aangebracht.
1) Schakelpaneel
2) Circulatiepompen
3) Condensor
4) Compressor
5) Verdamper
6) Expansievat

NL-4
Nederlands
4
4 Toebehoren
4.1 Glycolwaterverdeler
De glycolwaterverdeler verenigt de collectorlussen van het
warmtebronsysteem tot één hoofdleiding, die op de warmtepomp
aangesloten wordt. Door middel van de geïntegreerde
kogelkranen kunnen om te ontluchten afzonderlijke
glycolwaterkringen worden afgesloten.
4.2 Glycolwaterpressostaat
Indien dit van overheidswege wordt voorgeschreven, kan in het
apparaat een lagedrukpressostaat voor het glycolwater worden
ingebouwd. In dat geval moet de voorziene aansluiting boven het
glycolwaterexpansievat worden gebruikt.
5 Transport
Voor transport over een effen ondergrond is een hefwagen
geschikt. Indien de warmtepomp over een ongelijke ondergrond
of over trappen moet worden vervoerd, dan kan dat met
draagriemen worden gedaan. Deze kunnen direct onder de
transportpallet geschoven worden.
OPGELET!
De warmtepomp is niet aan de transportpallet bevestigd.
OPGELET!
De warmtepomp mag max. 45° worden gekanteld (in iedere richting).
Om het apparaat zonder pallet op te lichten, moeten de zijdelings
in het frame aangebrachte boorgaten worden gebruikt. De
zijdelingse afdekplaten moeten daarbij worden verwijderd. Een
gewone buis kan daarbij als draaghulp dienen.
OPGELET!
Het apparaat niet aan de boorgaten in de afdekplaten opheffen!
6 Plaatsing
6.1 Algemene aanwijzingen
Het apparaat dient in binnenruimtes op een effen, glad en
horizontaal oppervlak te worden geplaatst. Daarbij moet het
frame rondom dicht bij de grond liggen om een passende
geluidsisolatie te garanderen. Is dat niet het geval, kunnen extra
geluiddempende maatregelen noodzakelijk zijn.
De warmtepomp moet zo zijn opgesteld, dat service aan het
apparaat probleemloos kan worden uitgevoerd. Dit is
gewaarborgd, indien er een afstand van ca. 1 m voor en
zijdelings van de warmtepomp aangehouden wordt.
6.2 Geluidsemissies
Dankzij de doeltreffende geluidsisolatie werkt de warmtepomp
zeer stil. Geluidsoverbrenging naar het fundament resp. het
verwarmingssysteem wordt door interne
ontkoppelingsmaatregelen in hoge mate voorkomen.
www.dimplex.de NL-5
Nederlands
7.4
7 Montage
7.1 Algemeen
De warmtepomp is voorzien van de volgende aansluitingen:
Vertrek/terugloop glycolwaterinstallatie
Vertrek verwarming en warmwaterbereiding
Gemeenschappelijke terugloop verwarming en
warmwaterbereiding
Terugloop overstroomventiel
Aansluiting voor extra expansievat (indien nodig)
Afvoeren van de overdrukventielen
Condenswaterafvoer
Stroomvoorziening
7.2 Aansluiting aan verwarming
De warmtepomp is met gescheiden uitgangen voor de
verwarmings- en warmwaterkringloop uitgerust.
Is er geen warmwaterverwarming door de warmtepomp
voorzien, dan moet de warmwateruitgang permanent worden
afgedicht.
Voor het warmwaterzijdige aansluiten van de warmtepomp dient
de verwarmingsinstallatie doorgespoeld te worden, om mogelijk
vuil, resten van isolatiemateriaal etc. te verwijderen. Wanneer de
condensor door resten en vervuiling verstopt raakt, kan dit tot
uitval van de warmtepomp leiden.
Voor installaties met een afsluitbare verwarmingswater-doorlaat,
afhankelijk van radiator- resp. thermostaatventielen, is een
overstroomventiel ingebouwd. Dit verzekert een minimale
doorstroming van warm water door de waterpomp en voorkomt
storingen.
Na installatie van de verwarming dient het verwarmingssysteem
te worden gevuld, ontlucht en onder druk te worden gezet.
Vorstbeveiliging bij kans op vorst
Indien de regelaars en verwarmings-circulatiepompen
bedrijfsklaar zijn, werkt de vorstbeveiliging van de regelaar. Bij
buitenbedrijfstelling van de warmtepomp of bij stroomuitval moet
de installatie worden geleegd. Bij warmtepompsystemen waarbij
stroomuitval niet herkend kan worden (vakantiehuis), moet de
verwarmingskring met een geschikte vorstbeveiliging worden
gebruikt.
Het geïntegreerde expansievat heeft een volume van 24 liter. Dit
volume is geschikt voor gebouwen met een verwarmde
woonruimte tot maximaal 200 m².
Het volume moet door degene die de installatie plant worden
gecontroleerd. Er moet eventueel een extra expansievat worden
geïnstalleerd (volgens DIN 4751 deel 1). Tabellen in
catalogussen van fabrikanten vereenvoudigen het
dimensioneren naar waterinhoud van de installatie.
OPGELET!
Bij verwarmingskringen met een groot volume moet het ingebouwde
expansievat (24 liter, 1,0 bar voordruk) met een extra vat worden
uitgebreid.
7.3 Aansluiting aan warmtebron
De aansluiting dient als volgt te worden uitgevoerd:
De glycolwaterleiding op het vertrek en de terugloop van de
warmtepomp aansluiten.
Daarbij moet het hydraulische basisschema in acht genomen
worden.
Het meegeleverde filter en de meegeleverde afscheider van
microluchtbellen moeten ter plaatse in de glycolwateringang van
de warmtepomp gemonteerd worden.
Het glycolwater moet voor het vullen van de installatie worden
vervaardigd. De glycolwaterconcentratie moet minimaal 25%
zijn. Hierdoor is een vorstvrijheid tot -14 °C gewaarborgd.
Er mogen uitsluitend antivriesmiddelen op monoethyleenglycol-
of propyleenglycolbasis worden gebruikt.
Het warmtebronsysteem moet worden ontlucht en op dichtheid
worden gecontroleerd.
OPGELET!
Het glycolwater moet ten minste voor 25% uit een antivries- en
corrosiebeschermingsmiddel op monoethyleenglycol- of
propyleenglycolbasis bestaan en moet voor het vullen worden gemengd.
7.4 Elektrische aansluiting
Op de warmtepomp moeten de volgende elektrische
aansluitingen worden verricht.
Aansluiting van de vermogenkabel op het schakelpaneel
van de warmtepomp.
Aansluiting van de stuurspanningsleiding op het
schakelpaneel van de warmtepomp.
Alle voor de werking van de warmtepomp noodzakelijke
elektrische componenten bevinden zich op het schakelpaneel.
Exacte aanwijzingen over de aansluiting van externe
componenten en het functioneren van de warmtepompregelaar
vindt u bij het aansluitschema van het apparaat en de
bijgevoegde gebruiksaanwijzing van de regelaar.
De aansluiting van de vermogenkabel verloopt via de klemmen
X1: L1/L2/L3/PE op het schakelpaneel.
Een alpolige afschakeling met minimaal 3 mm
contactopeningsafstand (b.v. contactor afsluiting
elektriciteitsmaatschappij- veiligheidsschakelaar of
veiligheidscontact) evenals een 3-polige vermogensschakelaar
met één uitschakeling voor alle buitenkabels moeten worden
aangebracht. De benodigde kabeldoorsnede moet conform het
verbruik van de warmtepomp, de technische
aansluitvoorwaarden van de betreffende
elektriciteitsmaatschappij en de geldende voorschriften worden
bepaald. Het verbruik van de warmtepomp vindt u bij de
productinformatie of op het typeplaatje. De aansluitklemmen zijn
voor een kabeldoorsnede van max. 10 mm² ontworpen.
OPGELET!
Let bij het aansluiten van de elektrische vermogenkabels op het
rechtsdraaiende veld (bij een foutief draaiveld heeft de warmtepomp geen
capaciteit en maakt veel lawaai).
De stuurspanning wordt aangesloten op de klemmen X1:
L/N/PE.
Indien er een sterkere glycolwaterpomp dan de geïntegreerde
nodig is, moet een motorcontactor en een passende
motorveiligheidsschakelaar worden aangebracht. De
veiligheidsschakelaar moet dan op de klemmen voor de interne
glycolwaterpomp worden aangesloten (regelaarklem J12/N03 en
X1-N). De voeding van de grotere pomp moet dan via het
voedingsnet verlopen.
NL-6
Nederlands
8
8 Inbedrijfstelling
8.1 Algemeen
Voor een inbedrijfstelling volgens de voorschriften dient deze
door een door de fabriek bevoegde serviceafdeling uitgevoerd te
worden. Onder bepaalde voorwaarden is daarmee een
verlenging van de garantie verbonden (verg.
garantievergoeding).
8.2 Voorbereiding
Vóór de inbedrijfstelling dienen de volgende punten
gecontroleerd te worden:
Alle aansluitingen van de warmtepomp dienen gemonteerd
te zijn (zie hoofdstuk 7).
Het warmtebronsysteem en de verwarmingskring moeten
gevuld en gecontroleerd zijn.
Filter en ontluchter moeten in de glycolwateringang van de
warmtepomp zijn ingebouwd.
In de glycolwater- en verwarmingskring moeten alle
schuiven, die de correcte stroom zouden kunnen
belemmeren, zijn geopend.
De warmtepompregelaar moet volgens de bijbehorende
gebruiksaanwijzing op het verwarmingssysteem zijn
afgestemd.
Het condenswater moet ongehinderd kunnen aflopen.
De afvoer van de glycolwater- en
verwarmingswateroverdrukventiel moeten worden
gewaarborgd.
8.3 Werkwijze bij inbedrijfstelling
De inbedrijfstelling van de warmtepomp verloopt via de
warmtepompregelaar.
OPGELET!
De inbedrijfstelling van de warmtepomp moet volgens de montage- en
gebruiksaanwijzing van de warmtepompregelaar worden uitgevoerd.
Het vermogensniveau van de circulatiepomp moet op het
verwarmingssysteem worden afgestemd.
De instelling van het overstroomventiel moet op het
verwarmingssysteem worden afgestemd. Een verkeerde
instelling kan tot foutieve werking en een verhoogde elektrische
energiebehoefte leiden. Om het overstroomventiel goed in te
stellen, adviseren wij als volgt te handelen:
Sluit alle verwarmingskringen, die ook bij een werkende
installatie afhankelijk van het gebruik gesloten kunnen zijn, zodat
de doorgangssnelheid van het water in deze bedrijfsstand zo
ongunstig mogelijk is. Dit zijn doorgaans de verwarmingskringen
in de ruimten aan de zuid- en westkant. Er moet minimaal één
verwarmingskring geopend blijven (b.v. bad).
Het overstroomventiel moet zo ver worden geopend, dat bij de
actuele warmtebrontemperatuur het in de onderstaande tabel
aangegeven maximale temperatuurverschil tussen
verwarmingsvertrek en terugloop ontstaat. Het
temperatuurverschil moet zo dicht mogelijk bij de warmtepomp
worden gemeten. Bij mono-energetische installaties moet het
verwarmingselement gedeactiveerd worden.
Storingen bij een werkende installatie worden op de
warmtepompregelaar weergegeven en kunnen, zoals in de
gebruiksaanwijzing van de warmtepompregelaar beschreven is,
worden verholpen.
Warmtebron-
temperatuur
Max. temperatuurverschil
tussen verwarmingsvertrek en
-terugloop
van tot
-5° C 0° C 10 K
1° C 5° C 11 K
6° C 9° C 12 K
10° C 14° C 13 K
15° C 20° C 14 K
21° C 25° C 15 K
www.dimplex.de NL-7
Nederlands
11
9 Onderhoud / reiniging
9.1 Onderhoud
De warmtepomp werkt onderhoudsvrij. Om bedrijfsstoringen
door opeenhoping van vuil in de warmtewisselaars te
voorkomen, moet ervoor gezorgd worden, dat er geen vuil in het
warmtebronsysteem en de verwarmingsinstallatie terecht kan
komen. Indien er zich toch dergelijke bedrijfsstoringen voordoen,
moet de installatie worden gereinigd, zoals hieronder
beschreven wordt.
9.2 Reiniging
verwarmingsgedeelte
Vooral bij het gebruik van stalen componenten kunnen er
oxidatieproducten (roest) door zuurstof in de
warmwaterkringloop ontstaan. De roest komt via ventielen,
circulatiepompen of kunststof buizen in het verwarmingssysteem
terecht. Daarom dient er - met name bij de buizen van de
vloerverwarming - op een diffusiedichte installatie gelet te
worden.
OPGELET!
Om afzettingen in de condensor van de warmtepomp te voorkomen (b.v.
roest) wordt aanbevolen, een geschikt systeem als corrosiebescherming
te gebruiken.
Ook resten van smeer- en afdichtingsmiddelen kunnen het
warme water vervuilen.
Indien de vervuiling zo groot is, dat het vermogen van de
condensor in de warmtepomp vermindert, moet een installateur
de installatie reinigen.
Volgens de huidige stand van kennis adviseren wij om te
reinigen met een fosforzuur van 5% of, indien er vaker moet
worden gereinigd, met een mierenzuur van 5%.
In beide gevallen moet de reinigingsvloeistof op
kamertemperatuur zijn. Het is raadzaam, de warmtewisselaar
tegen de normale doorstroomrichting in uit te spoelen.
Om te voorkomen, dat zuurhoudend reinigingsmiddel in de
kringloop van de verwarmingsinstallatie terechtkomt, raden wij
aan, het spoelapparaat direct op het vertrek en de terugloop van
de condensor aan te sluiten. Daarna moet er met geschikte,
neutraliserende middelen nogmaals grondig gespoeld worden,
zodat beschadigingen door eventueel in het systeem
achtergebleven resten van een reinigingsmiddel worden
voorkomen.
De zuren moeten voorzichtig worden gebruikt en de
desbetreffende voorschriften moeten in acht genomen worden.
In geval van twijfel moet met de fabrikant van het
reinigingsmiddel worden overlegd!
9.3 Warmtebronzijdige reiniging
OPGELET!
In de warmtebroningang van de warmtepomp moet de bijgevoegde filter
worden gemonteerd om de verdamper tegen verontreiniging te
beschermen.
Een dag na de inbedrijfstelling moet de filterzeef van de filter
worden gereinigd, vervolgens moet dit wekelijks gebeuren. Is er
geen vervuiling meer zichtbaar, dan kan de zeef van de filter
worden gedemonteerd, om het drukverlies te reduceren.
10 Storingen /
storingsdiagnose
Deze warmtepomp is een kwaliteitsproduct dat storingsvrij dient
te werken. Als er toch een storing optreedt, wordt dit op het
display van de warmtepompmanager weergegeven. Zie hiertoe
de pagina Storingen en Storingsdiagnose in de
gebruiksaanwijzing van de warmtepompmanager.
Wanneer u de storing niet zelf kunt verhelpen, waarschuw dan
de bevoegde serviceafdeling.
OPGELET!
Werkzaamheden aan de warmtepomp dienen uitsluitend door een
bevoegde en vakkundige serviceafdeling uitgevoerd te worden.
OPGELET!
Voordat het apparaat geopend wordt, moeten alle stroomkringen
spanningsvrij worden geschakeld.
11 Buitenbedrijfstelling /
verwijdering
Alvorens de warmtepomp te demonteren, dient de machine
spanningsvrij en alle kleppen afgesloten te zijn. Milieurelevante
eisen m.b.t. terugwinning, recyclage en afvoer van afvalstoffen
en componenten volgens gebruikelijke normen dienen te worden
nageleefd. Dit geldt in het bijzonder voor het vakkundig
verwijderen van het koelmiddel en de koelolie.
NL-8
Nederlands
12
12 Toestelinformatie
1 Technische en commerciële benaming
SIK 7TE SIK 9TE SIK 11TE SIK 14TE
2 Bouwvorm
2.1 Uitvoering Compact Compact Compact Compact
2.2 Beschermingsgraad volgens EN 60 529 IP 20 IP 20 IP 20 IP 20
2.3 Plaats van opstelling Binnen Binnen Binnen Binnen
3 Vermogengegevens
3.1 Temperatuur-gebruiksgrenzen:
Verwarmingswater-vertrektemperatuur °C tot 58 tot 58 tot 58 tot 58
Glycolwater (warmtebron) °C -5 tot +25 -5 tot +25 -5 tot +25 -5 tot +25
Antivriesmiddel
Monoethyleen-
glycol
Monoethyleen-
glycol
Monoethyleen-
glycol
Monoethyleen-
glycol
Minimaal glycolwatergehalte (-13°C bevriezingstemperatuur) 25% 25% 25% 25%
3.2 Temperatuurverschil warm water bij B0 / W35 K 9,9 5,0 10,5 5,0 10,1 5,0 9,6 5,0
3.3 Verwarmingsvermogen/
vermogencoëfficiënt (COP) bij B-5 / W55
1
kW / ---
1. Deze gegevens staan voor de afmeting en het rendement van de installatie. Voor economische en energetische beschouwingen moet met het bivalentiepunt en de regeling
rekening gehouden worden. Hierbij betekent b.v. B10 / W55: warmtebrontemperatuur 10 °C en temperatuur warmwatertoevoer 55 °C.
5,6 /
2,2
7,7 /
2,3
9,4 /
2,4
12,5 /
2,6
bij B0 / W45
1
kW / ---
6,6 /
3,0
8,7 /
3,2
11,2 /
3,2
14,1 /
3,5
bij B0 / W50
1
kW / ---
6,7 /
2,9
9,0 /
3,1
11,3 /
3,0
14,2 /
3,4
bij B0 / W55
1
kW / ---
6,9 /
4,3
6,8 /
4,1
9,2 /
4,4
9,0 /
4,2
11,8 /
4,4
11,7 /
4,2
14,5 /
4,5
14,4 /
4,3
3.4 Geluidsniveau dB(A) 51 51 51 51
3.5 Verwarmingswaterdebiet bij intern drukverschil m³/h / Pa
0,6 /
2500
1,2 /
11600
0,75 /
4500
1,6 /
20500
1,0 /
3500
2,0 /
14800
1,3 /
3500
2,5 /
16500
3.6 Vrije compressie verwarmings-circulatiepomp (stand 3) Pa 47500 30400 43500 18500 65500 48200 64500 42500
3.7 Glycolwaterdebiet bij intern drukverschil (warmtebron) m³/h / Pa
1,7 /
10000
1,6 /
9300
2,3 /
16000
2,2 /
15000
3,0 /
13000
2,7 /
11400
3,5 /
13000
3,3 /
11600
3.8 Vrije compressie glycolwaterpomp (stand 3) Pa 55000 56200 44000 46000 40000 44600 34000 38400
3.9 Koelmiddel; totaal vulgewicht type / kg R407C / 1,5 R407C / 1,8 R407C / 2,0 R407C / 2,3
4 Afmetingen, aansluitingen en gewicht
4.1 Afmetingen van het apparaat zonder aansluitingen
2
H x B x L mm
2. Let erop, dat de benodigde ruimte voor buisaansluiting, bediening en onderhoud groter is.
1115 × 652 × 688 1115 × 652 × 688 1115 × 652 × 688 1115 × 652 × 688
4.2 Toestelaansluitingen voor verwarming inch R 1¼" a R 1¼" a R 1¼" a R 1¼" a
4.3 Toestelaansluitingen voor warmtebron inch R 1¼" a R 1¼" a R 1¼" a R 1¼" a
4.4 Gewicht transporteenheid/-eenheden incl. verpakking kg 179 180 191 203
5 Elektrische aansluiting
5.1 Nominale spanning; beveiliging V / A 400 / 16 400 / 16 400 / 16 400 / 16
5.2 Nominaal ingangsvermogen
1
B0 W35 kW
1,6 1,66 2,07 2,14 2,66 2,79 3,22 3,37
5.3 Startstroom m. softstart-systeem A
30 (zonder
softstart-
systeem)
15 26 26
5.4 Nominale stroom B0 W35 / cos ϕ A / ---
2,89 /
0,8
3 /
0,8
3,77 /
0,8
3,86 /
0,8
4,84 /
0,8
5,03 /
0,8
5,81 /
0,8
6,08 /
0,8
6 Voldoet aan de Europese veiligheidsvoorschriften
3
3. Zie CE-conformiteitsverklaring
333
7 Andere eigenschappen van de uitvoering
7.1 Water in toestel tegen vorst beschermd
4
4. De verwarmings-circulatiepomp en de regelaar van de warmtepomp dienen altijd bedrijfsklaar te zijn.
ja ja ja ja
7.2 Vermogensniveaus 1 1 1 1
7.3 Regelaar intern / extern intern intern intern intern
www.dimplex.de A-I
Bijvoegsel
Bijvoegsel
1 Maatschets.................................................................................................................................... A-II
2 Diagrammen................................................................................................................................. A-III
2.1 Curves SIK 7TE ..................................................................................................................................... A-III
2.2 Curves SIK 9TE .....................................................................................................................................A-IV
2.3 Curves SIK 11TE ....................................................................................................................................A-V
2.4 Curves SIK 14TE ...................................................................................................................................A-VI
3 Elektrische schema's ................................................................................................................. A-VII
3.1 Sturing ..................................................................................................................................................A-VII
3.2 Vermogen ............................................................................................................................................A-VIII
3.3 Aansluitschema .....................................................................................................................................A-IX
3.4 Legende..................................................................................................................................................A-X
4 Hydraulisch basisschema .......................................................................................................... A-XI
4.1 Schematische afbeelding.......................................................................................................................A-XI
4.2 Legende................................................................................................................................................A-XII
5 Conformiteitsverklaring............................................................................................................ A-XIII
A-II
Bijvoegsel
1
1 Maatschets
0DQRPHWHUYHUZDUPLQJVNULQJ
0DQRPHWHUJO\FROZDWHUNULQ
:DUPWHEURQ
LQJDQJLQ:3
óEXLWHQGUDDG
:DUPWHEURQ
XLWJDQJXLW:3ó
EXLWHQGUDDG
9HUZDUPLQJVYHUWUHN
XLWJDQJXLW:3
óEXLWHQGUDDG
2YHUVWURRPYHQWLHO
óEXLWHQGUDDG
*HPHHQVFKDSSHOLMNHWHUXJORRS
LQJDQJLQ:3
óEXLWHQGUDDG
$DQVOXLWLQJH[WUD
H[SDQVLHYDW
óEXLWHQGUDDG
&RQGHQVZDWHUDIYRHU
EXLWHQGLDPHWHUPP
:DUPZDWHUYHUWUHN
XLWJDQJXLW:3
óEXLWHQGUDDG
$IYRHURYHUGUXN
JO\FROZDWHUHQYHUZDUPLQJVNULQJ
ôVODQJ




www.dimplex.de A-III
Bijvoegsel
2.1
2 Diagrammen
2.1 Curves SIK 7TE
































9HUZDUPLQJVYHUPRJHQLQ>N:@
:DWHUDIYRHUWHPSHUDWXXULQ>&@
*O\FROZDWHULQODDWWHPSHUDWXXULQ>&@
&RQVXPSWLHLQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
&RQGHQVRU
9HUGDPSHU
*O\FROZDWHULQODDWWHPSHUDWXXULQ>&@
*O\FROZDWHUGHELHWLQ>PñK@
*O\FROZDWHULQODDWWHPSHUDWXXULQ>&@
9HUPRJHQFRsIILFLsQW&23LQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHWLQ>PñK@
9RRUZDDUGHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHW P
K
*O\FROZDWHUGHELHW P
K
A-IV
Bijvoegsel
2.2
2.2 Curves SIK 9TE

































P
K
P
K
9HUZDUPLQJVYHUPRJHQLQ>N:@
:DWHUDIYRHUWHPSHUDWXXULQ>&@
*O\FROZDWHULQODDWWHPSHUDWXXULQ>&@
&RQVXPSWLHLQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
&RQGHQVRU
9HUGDPSHU
*O\FROZDWHULQODDWWHPSHUDWXXULQ>&@
*O\FROZDWHUGHELHWLQ>PñK@
*O\FROZDWHULQODDWWHPSHUDWXXULQ>&@
9HUPRJHQFRsIILFLsQW&23LQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHWLQ>PñK@
9RRUZDDUGHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHW P
K
*O\FROZDWHUGHELHW
P
K
www.dimplex.de A-V
Bijvoegsel
2.3
2.3 Curves SIK 11TE



































P
K
P
K
9HUZDUPLQJVYHUPRJHQLQ>N:@
:DWHUDIYRHUWHPSHUDWXXULQ>&@
*O\FROZDWHULQODDWWHPSHUDWXXULQ>&@
&RQVXPSWLHLQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
&RQGHQVRU
9HUGDPSHU
*O\FROZDWHULQODDWWHPSHUDWXXULQ>&@
*O\FROZDWHUGHELHWLQ>PñK@
*O\FROZDWHULQODDWWHPSHUDWXXULQ>&@
9HUPRJHQFRsIILFLsQW&23LQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHWLQ>PñK@
9RRUZDDUGHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHW P
K
*O\FROZDWHUGHELHW P
K
A-VI
Bijvoegsel
2.4
2.4 Curves SIK 14TE


























9HUZDUPLQJVYHUPRJHQLQ>N:@
:DWHUDIYRHUWHPSHUDWXXULQ>&@
*O\FROZDWHULQODDWWHPSHUDWXXULQ>&@
&RQVXPSWLHLQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
&RQGHQVRU
9HUGDPSHU
*O\FROZDWHULQODDWWHPSHUDWXXULQ>&@
*O\FROZDWHUGHELHWLQ>PñK@
*O\FROZDWHULQODDWWHPSHUDWXXULQ>&@
9HUPRJHQFRsIILFLsQW&23LQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHWLQ>PñK@
9RRUZDDUGHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHW
P
K
*O\FROZDWHUGHELHW
P
K
www.dimplex.de A-VII
Bijvoegsel
3.1
3 Elektrische schema's
3.1 Sturing
1HW
A-VIII
Bijvoegsel
3.2
3.2 Vermogen
1HW
6RIWVWDUWV\VWHHPQLHWYRRUKDQGHQLQ6,.7(
www.dimplex.de A-IX
Bijvoegsel
3.3
3.3 Aansluitschema
1HW 1HW
RI
NODDUEHGUDDG
NDQGHVJHZHQVWGRRUGHNODQWZRUGHQDDQJHVORWHQ
&RQWDFWRUDIVOXLWLQJHOHNWULFLWHLWVPDDWVFKDSSLM
FRQWDFWRSHQ :3JHEORNNHHUG
'HIXQFWLHYDQGHGH:(NDQJHVHOHFWHHUGZRUGHQ
GHEORNNHULQJVLQJDQJ
FRQWDFWRSHQ :3JHEORNNHHUG
A-X
Bijvoegsel
3.4
3.4 Legende
A1 Draadbrug, moet worden geplaatst, wanneer er geen contactor afsluiting elektriciteitsmaatschappij nodig is
A2 Draadbrug, moet bij gebruik van de 2e blokkeringsingang worden verwijderd
B3* Thermostaat warm water
B4* Thermostaat zwembadwater
E9* Elekt. Dompelverwarmingselement warm water
E10* 2. Warmtebron (ketel of elekt. verwarmingselement)
F2 Lastzekering voor N1-relaisuitgangen op J12 en J13 4,0 ATr
F3 Lastzekering voor N1-relaisuitgangen op J15 - J18 4,0 ATr
F4 Pressostaat hoge druk
F5 Pressostaat lage druk
H5* Lampje storingsaanduiding op afstand
J1...J18 Klemsteekverbinder voor N1
K1 Veiligheidsschakelaar compressor
K11* Elektron. relais voor storingsaanduiding op afstand (op relaismodule)
K12* Elektron. relais voor circulatiepomp zwembadwater (op relaismodule)
K20* Veiligheidsschakelaar 2de warmtebron
K21* Veiligheidsschakelaar elekt. Dompelverwarmingselement warm water
K22* Contactor afsluiting elektriciteitsmaatschappij-veiligheidsschakelaar
K23* SPR hulprelais
M1 Compressor
M11 Primaire circulatiepomp (glycolwater)
M13 Verwarmings-circulatiepomp
M15* Verwarmings-circulatiepomp 2de verwarmingskring
M16* Bijkomende circulatiepomp
M18* Warmwater-circulatiepomp
M19* Zwembadwater-circulatiepomp
M21* Mengkraan hoofdkring
M22* Mengkraan 2de verwarmingskring
N1 Warmtepompregelaar
N7 Softstart-systeem
N11* Relaismodule
N14 Besturingspaneel
R1 Buitentemperatuurvoeler
R2 Terugloopvoeler
R3 Warmwatervoeler (alternatief voor warmwaterthermostaat)
R5 Voeler voor 2de verwarmingskring
R6 Voeler ter beveiliging tegen bevriezen
R7 Codeerweerstand 40,2 kOhm
R9 Vertrekvoeler
T1 Veiligheidsscheidingstransformator 230/24V AC-28VA
X1 Klemmenblok netlast 3L/PE-400V AC-50 Hz / netbesturing L/N/PE-230V AC-50 Hz / zekeringen/N- en PE-verdeler
X2 Klemmenblok 24V AC-verdeler
X3 Klemmenblok GND-verdeler voor analoge ingangen naar J2 en J6
Afkortingen:
EVB Ingang afsluiting elektriciteitsmaatschappij
SPR Extra blokkeringsingang, configureerbaar
MA* Mengkraan open
MZ Mengkraan dicht
* Componenten dienen extern beschikbaar te worden gesteld
www.dimplex.de A-XI
Bijvoegsel
4.1
4 Hydraulisch basisschema
4.1 Schematische afbeelding
A-XII
Bijvoegsel
4.2
4.2 Legende
Terugslagklep
Afsluitventiel
Overstroomventiel
Veiligheidsklepcombinatie
Circulatiepomp
Expansievat
Door ruimtetemperatuur gestuurd ventiel
Afsluitventiel met terugslagklep
Warmteverbruiker
Temperatuurvoeler
Flexibele aansluitslang
Warmtepomp met geïntegr. warmtepompregelaar
Onderbouw-bufferopslagvat
Waterverwarmer
Condenswaterafvoer
Overdruk verwarming/glycolwater
Glycolwaterverdeler
Glycolwaterverzamelaar
Aardcollectoren of aardsonden
E10 2de warmtebron
M11 Primaire circulatiepomp
M13 Verwarmings-circulatiepomp
M18 Warmwater-circulatiepomp
R1 Buitenvoeler
R2 Terugloopvoeler
R3 Warmwatervoeler
EV Stroomdistributie
KW Koud water
WW Warm water
www.dimplex.de A-XIII
Bijvoegsel
5
5 Conformiteitsverklaring
Glen Dimplex Deutschland GmbH
Geschäftsbereich Dimplex
Am Goldenen Feld 18
D-95326 Kulmbach
Fouten en wijzigingen voorbehouden.
+49 (0) 9221 709 565
www.dimplex.de
5

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Dimplex SIK 11 TE bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Dimplex SIK 11 TE in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,44 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info