KARAOKE
1. Plaats een disk in de CD-houder.
2. Druk op de START/PAUZE-toets totdat het vergrendelt.
3. Schuif de MICROFOON AAN/UIT-schakelaar naar de stand AAN terwijl u zingt.
4. Pas de knop MIC VOL (MICROFOONVOLUMEREGELING) aan tot op het gewenste niveau.
OPMERKING: Houd de microfoon niet te dicht bij de luidsprekers om feedback (piepend lawaai) via de
luidspreker te voorkomen.
ALS EEN PA-SYSTEEM (PUBLIEK ADRES) GEBRUIKEN
Er is geen disk vereist. U hoeft slechts via het apparaat te praten.
1. Druk op de START/PAUZE-toets zonder een disk in het apparaat geladen.
2. Schuif de MICROFOON AAN/UIT-schakelaar naar de positie AAN.
3. Pas de knop MIC VOL (MICROFOONVOLUMEREGELING) aan tot op het gewenste niveau.
4. Spreek of zing in de microfoon.
OPMERKING: Houd de microfoon niet te dicht bij de luidsprekers om feedback (piepend lawaai) via de
luidspreker te voorkomen.
HET AFSPELEN VANAF EEN SPECIFIEKE TRACK STARTEN
1. Nadat u de disk in de CD-speler hebt geladen en het totaal aantal tracks op de display verschijnt,
kunt u op de VOORUITSPOEL- of TERUGSPOEL-toets drukken om een specifieke af te spelen
track te selecteren.
2. Druk op de START/PAUZE-toets zodra het gewenste tracknummer op de display verschijnt. Het
afspelen zal vanaf de geselecteerde track starten.
VOLGENDE OF VORIGE TRACK SELECTEREN TIJDENS HET AFSPELEN
1. Druk op de VOORUITSPOEL-toets om naar de volgende track te luisteren.
2. Druk op de TERUGSPOEL-toets om naar de vorige track te luisteren.
HERHALEND AFSPELEN
Selecteer voor de “enkele track” herhaalfunctie de te herhalen track en druk vervolgens eenmaal op de
HERHAAL-toets om de enkele trackherhaling te activeren, de display zal knipperen. Druk op de
START/PAUZE-toets om de track af te spelen. Druk tweemaal op de HERHAAL-toets om de “Alle Tracks
Herhalen” functie te selecteren en activeren. Druk op de START/PAUZE-toets om de track starten.
GEPROGRAMMEERD AFSPELEN
1. Druk eenmaal op de PROGRAMMEER-toets, de LED-DISPLAY zal “01” weergeven en knipperen.
2. Druk op de VOORUITSPOEL-toets of TERUGSPOEL-toets om een track te selecteren.
3. Druk nogmaals op de PROGRAMMEER-toets om het geselecteerde tracknummer op te slaan.
4. Herhaal stappen 2 en 3 hierboven om meerdere tracks te programmeren.
5. Druk op de START/PAUZE-toets om de geprogrammeerde afspeelmodus te starten, de
LED-DISPLAY dient op te lichten.
6. Schakel het apparaat UIT door de knop UIT.VOL. (AAN/UITSCHAKELAAR /
MASTER-VOLUMEREGELING) te draaien om de geprogrammeerde volgorde te wissen.
7. Druk meerdere keren op de PROGRAMMEER-toets om de huidig opgeslagen tracks te controleren
en tracknummers eventueel te wijzigen.
OPMERKING: U kunt een maximum van 20 tracks in elke gewenste volgorde programmeren.