Druk op de toets ENTER om het geselecteerde stationsgeheugen op te slaan. De display zal vervolgens
“Preset # stored” weergeven.
Een opgeslagen station herroepen
Nadat u eenmaal een station hebt opgeslagen onder een van de geheugentoetsen, kunt u het
volgende uitvoeren:
Druk op de toets PRESET en gebruik vervolgens de toets VORIGE/VOLGENDE om het nummer van het
gewenste stationsgeheugen te kiezen.
Druk op de toets ENTER om het geselecteerde stationsgeheugen te herroepen.
Stationsinformatie in FM-modus
Druk meerdere keren op de toets INFO om de verschillende programma-informatie te doorlopen.
Programmatype Toont een beschrijving van het programmatype verstrekt door de zender.
Signaalsterkte Toont een signaalbalk met de sterkte van het huidige station.
Tijd en datum: Toont de tijd en datum.
Frequentie: Toont de overdrachtfrequentie van het station.
Audiotype: Toont het audiotype van het station waar u naar luistert. Dit zal Stereo of Mono zijn.
Radiotekst Toont scrollende tekstinformatie verstrekt door de zender.
Systeeminstellingen
Met het apparaat ingeschakeld, houd de toets INFO/MENU ingedrukt. Dit zal de “Systeemmenu-
instellingen” openen.
Druk op de toets VORIGE/VOLGENDE om de volgende gewenste subopties te openen:
De tijd/datum instellen
Druk op de toets ENTER en de uurweergave zal beginnen te knipperen.
Druk op de toets VORIGE/VOLGENDE om de juiste uren in te stellen.
Druk ter bevestiging op de toets ENTER.
Herhaal de laatste twee stappen om de minuten, het jaar, de maand en de datum in te stellen.
Alarminstelling
Druk op Enter/Sluimer om Alarm 1 te gebruiken of druk op VOLGENDE om Alarm2 te openen.
Druk op de toets VOLGENDE totdat het woord “ON” knippert en druk ter bevestiging op ENTER.
De uurweergave van het alarm zal nu knipperen; druk op VORIGE of VOLGENDE om het uur te
veranderen en druk ter bevestiging op de toets ENTER.
Druk op de toets VORIGE of VOLGENDE om de minuten te veranderen en druk ter bevestiging op de
toets ENTER.
Druk op de toets VORIGE of VOLGENDE om het volume aan te passen en druk ter bevestiging op de
toets ENTER.
5