NEDERLAND
2
94
HOOFDSTUK 2 - GEBRUIK VAN BEDIENING EN FUNCTIES
Na beëindiging van de bereiding blijven het lampje en de ventilator voor het afkloelen functioneren totdat
de ovendeur geopend wordt.
2.3 AUTOMATISCHE OPEENVOL-
GING VAN ONTDOOIING EN
BEREIDING
Om een automatische opeenvolgingscy-
clus van ontdooien en bereiden te pro-
grammeren, als volgt te werk gaan:
De functie Automatische ontdooien
instellen door tweemaal op de toets
1
FUNCTION (3) (keuze functies) te
drukken. Op het display zal het sym-
bool behorend bij automatisch ont-
dooien verschijnen.
De tijdsduur voor het ontdooien
instellen (in minuten) door de knop
2
TIME ADJUST (14) te draaien.
De daaropvolgende bereiding-
sduur instellen door de gewenste
functie te kiezen met de toets
FUNCTION (3) (keuze functies) tot-
dat de bijbehorende symbolen ver-
schijnen.
(voorbeeld: functie gecombineerd magnetron + oven met ventilatie)
De tijdsduur voor de bereiding
4
3
instellen en, indien voorzien door de functie, het niveau van het magne-
tronvermogen en de oventemperatuur zoals aangegeven in de vooraf-
gaande paragraaf (par. 2.2).
+