85
NEDERLANDS
De keuze van de functies
FUNCTIE AIRCONDITIONING
• In de eerste plaats op de toets drukken om het apparaat
aan te zetten.
• Een pieptoon geeft het aanslaan van de airconditioner aan en
op de display knippert het symbool .
•Hierna de toets MODE kiezen, totdat op de display het symbool
van de airconditioning verschijnt.
• Op dit punt aangekomen dient te temperatuur ingesteld te wor-
den met de toetsen .
• Om de snelheid van de ventilator te kiezen, is het voldoende
herhaaldelijk op de toets FAN te drukken totdat de gewenste
ventilatiesnelheid bereikt wordt (automatisch, maximum, gemid-
deld, minimum).
N.B.:
Tijdens het functioneren als airconditioner, wordt het teveel aan
vochtigheid in de ruimte automatisch door het apparaat opgeno-
men.
FUNCTIE ONTVOCHTIGING
• Deze functie kan gekozen worden ingeval van een hoge voch-
tigheidsgraad.
• In de eerste plaats op de toets drukken om het apparaat
aan te zetten. Een pieptoon geeft het aanslaan van de aircon-
ditioner aan en op de display knippert het symbool .
•Hierna de toets MODE kiezen, totdat op het paneel het symbool
van de ontvochtiging verschijnt.
• Druk op te toetsen om de gewenste graad van ontvochti-
ging in te stellen. Op de display verschijnt het symbool .
• Druk op de toets om het niveau van de ontvochtiging te
verhogen, en op de toets om hem te verlagen.
•Wanneer het apparaat ingesteld wordt op de functie ontvochti-
gen, gebeurt de keuze van de snelheid van de ventilator auto-
matisch.
FUNCTIE VENTILATIE
Op dagen dat het weer drukkend is maar niet bijzonder warm, kan
het voldoende zijn alleen de functie ventilatie in te stellen.
• Druk op de toets . Een pieptoon geeft het aanslaan van de
airconditioner aan en op het paneel knippert het symbool .
•Hierna de toets MODE kiezen, totdat op de display het symbool
van de ventilatie verschijnt.
• Als deze functie eenmaal aanstaat, kan men herhaaldelijk
drukken op de toets FAN om de gewenste snelheid te kiezen
(minimum, gemiddeld , maximum).