121
1.9 REGELS EN ALGEMENE RAADGEVINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE OVEN
Microgolven zijn electromagnetische stralingen die in de natuur voorkomen in de vorm van lichtgevende golven
(bijvoorbeeld: zonlicht) die, binnen de oven, van alle kanten binnendringen in de etenswaren en de water-, vet
- en suikermoleculen verwarmen. Alleen in de etenswaren wordt de warmte snel gevormd, terwijl de schaal
alleen indirect verwarmd wordt door de overbrenging van warmte via het warme voedsel. Dit voorkomt dat het
voedsel aanbakt daarom is het mogelijk heel weinig vet (in sommige gevallen helemaal geen vet) te gebruiken
tijdens het bereidingsproces. Omdat er weinig vet gebruikt wordt, wordt de voedselbereiding met microgolven
dientengevolge gezien als gezond en diëtistisch verantwoord. Bovendien, in vergelijking met de traditionele
kooksystemen, vindt de bereiding plaats op een minder hoge temperatuur, waardoor de etenswaren minder
vocht verliezen met als gevolg een beter behoud van de voedingswaarde en de smaak van het voedsel.
Fundamentele regels voor een correcte voedselbereiding in de magnetronoven
1) Om de tijden op de juiste manier in te stellen, dient men, bij het raadplegen van de
tabellen op de volgende bladzijden, er rekening mee te houden dat indien een grotere
hoeveelheid voedsel dan aangegeven gebruikt wordt ook de bereidingstijd in verhou-
ding verlengd dient te worden en omgekeerd. Het is belangrijk de “wachttijden” in acht
te nemen: met wachttijd wordt bedoeld de tijd dat men moet wachten na de bereiding
om een verdere verspreiding van de temperatuur binnen het voedsel toe te laten.
Bijvoorbeeld de temperatuur van vlees neemt ongeveer met 5-8°C toe gedurende de
wachttijd. De wachttijden kunnen ook in acht genomen worden buiten de oven zelf.
2) Eén van de belangrijkste handelingen die uitgevoerd moeten worden is het meerde-
re malen omroeren tijdens de bereidingstijd: dit om een gelijkmatige verspreiding
van de temperatuur te verkrijgen en hierdoor de bereidingstijd te verkorten.
3) Het is ook aan te raden het voedsel te keren tijdens de bereiding.
4) Etenswaren met een vel, schil of schaal (bijvoorbeeld: appels, aardappelen, toma-
ten, worst, vis) dienen met een vork ingeprikt te worden op meerdere plaatsen,
zoadat de damp kan ontsnappen en het vel of de schil niet openbarst.
5) Indien er meerdere porties van hetzelfde voedsel bereid worden, bijvoorbeeld
gekookte aardappelen, verdient het aanbeveling deze in een ronde schaal te leggen
om een gelijkmatige bereiding te verkrijgen.
6) Des te lager de temperatuur van het voedsel op het moment dat het in de oven gezet
wordt, des te langer is de bereidingstijd. Etenswaren op kamertemperatuur zullen
eerder gaar zijn dan voedsel dat uit de koelkast komt.
7) Zet de schaal altijd midden op het draaischijf.
8) De vorming van condensvocht aan de binnenkant van de oven en op het luchtuit-
gangrooster is helemaal normaal. Om dit te verminderen, kan met het voedsel
bedekken met plastic folie, vet papier, glazen deksels of eenvoudigweg een
omgekeerd bord. Bovendien worden etenswaren met een hoog vochtgehalte (bijv.
groenten) beter bereid indien afgedekt. Door de etenswaren af te dekken houdt men
ook de binnenkant van de oven schoon. Gebruik alleen plastic folie dat geschikt is
voor de magnetronoven.
9) Geen eieren koken met de schaal: de druk die ontstaat aan de binnenkant zou het
ei doen ontploffen, ook na afloop van de bereidingstijd. Geen gekookte eieren
opwarmen, tenzij het roerei betreft.
10)Voordat men voedsel in afgesloten of verzegelde verpakkingen verwarmt of klaar-
maakt, dient men niet te vergeten de verpakking te openen. De druk aan de bin-
nenkant van de verpakking zou dermate groot kunnen worden, dat er gevaar bestaat
voor ontploffing ook na afloop van de bereidingstijd.