Sluit het apparaat uitsluitend aan op een stopcontact
van minstens 10A. Controleer, alvorens het apparaat
te gebruiken, of de spanning van het elektriciteitsnet
dezelfde is als die aangeduid op het typeplaatje
van het apparaat en of het stopcontact voorzien is
van een efficiënte aardleiding: de fabrikant wijst
alle aansprakelijkheid af voor het niet in acht
nemen van dit voorschrift.
INSTALLATIE
1) Haal de magnetron uit zijn verpakking en verwijder de beschermende verpakking van het
draaiplateau (F) en van de bijbehorende houder (H) en alle accessoires. Controleer of de pen van
het houder (H) correct in zijn zitting in het midden van het draaiplateau is ingebracht.
2) Controleer of het apparaat geen beschadigingen tijdens het transport heeft opgelopen, en vooral of
de deur perfect open en dicht gaat.
3) Zet het apparaat op een stabiel werkvlak op een hoogte van
minstens 85 cm, buiten het bereik van kinderen, aangezien de
glazen deur hoge temperaturen kan bereiken tijdens het gebruik.
4) Controleer, nadat het apparaat op
het werkvlak is geplaatst, of er
een ruimte van ongeveer 5 cm
tussen de omtrek van het
apparaat en de muren aan de
zijkant en aan de achterkant, en een vrije ruimte van minstens 30 cm
boven de magnetron overblijft (zie Fig. 1). Controleer bovendien of
het netsnoer geen contact maakt met de achterwand van de
magnetron, omdat deze tijdens de bereiding met de grill-functie
hoge temperaturen kan bereiken.
5) Dek de luchtinvoeropeningen niet af. Zet vooral niets bovenop de
magnetron en controleer of de sleuven voor de afvoer van lucht en
stoom (aan de bovenkant, onderkant en achterkant van het apparaat)
NOOIT AFGEDEKT worden (zie Fig. 2 en Fig. 3)
6) Verwijder NIET de doorzichtige folie die op de binnenkant van de deur
is geplakt (zie Fig. 4).
7) Het merendeel van moderne elektronische apparatuur (tv, radio,
stereo-installaties, enz.) is afgeschermd tegen radiofrequentiesignalen
(RF). Toch kunnen bepaalde elektronische apparaten niet beschermd
zijn tegen de radiofrequentiesignalen die uit de magnetron komen. Om
die reden dient u een afstand van minstens 1-2 meter tussen deze
apparaten en de werkende magnetron aan te houden.
fig. 1
fig. 2
fig. 3
uitgang
lucht
ingang
lucht
uitgang lucht
ingang
lucht
uitgang lucht
19)Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen of scherpe metalen schrapers om de glazen deur van
de magnetron te reinigen, omdat deze het oppervlak kunnen beschadigen en breken.
20)Alle magnetrons zijn getest en goedgekeurd in overeenstemming met de geldende voorschriften
inzake de veiligheid en de elektromagnetische compatibiliteit. Als voorzorgsmaatregel adviseren
fabrikanten van pacemakers een afstand van minimaal 20-30 cm aan te houden tussen een inges-
chakelde magnetron en een pacemaker, om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen.
Indien u het vermoeden heeft dat een dergelijke storing is opgetreden, schakelt u dan onmiddel-
lijk de magnetron uit en neemt u contact op met de fabrikant van de pacemaker.
21)In geval van oververhitting van de magnetron (langdurig gebruik, leeg gebruik, enz.), kan de
magnetron uitgeschakeld worden door een veiligheidsthermostaat. Na afkoeling zal de magne-
tron weer normaal functioneren.
22) Wanneer het apparaat werkt, kunnen de deur en het buitenoppervlak hoge temperaturen bereiken.
23)Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijke doeleinden. Gebruik in de volgende ruim-
ten/situaties is niet voorzien: ruimten ingericht als keuken voor het personeel van winkels, kanto-
ren en andere werkzones, vakantieboerderijen, hotels, motels en andere logiesgelegenheden,
kamerverhuurders.
24)Het apparaat mag niet werken door middel van een externe timer of een apart systeem voor
afstandsbediening.
25)Het apparaat moet met de achterkant tegen de wand worden gezet en ook in deze stand werken.
N.B.: Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt ingeschakeld, is het normaal dat u gedu-
rende ca. 10 minuten een geur van “nieuw” en wat rook waarneemt. Dit wordt uitsluitend veroor-
zaakt door de aanwezigheid van beschermende middelen die op de weerstanden zijn aangebracht.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
82
fig. 4