99
NEDERLAND
HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN
1.1 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN VOOR DE VEILIGHEID
Deze aanwijzingen aandachtig doornemen en bewaren voor latere raadplegingen.
1) LET OP: Indien de deur of de deurafdichtingen beschadigd zijn, dient de oven niet te worden gebruikt tot
hij werd gerepareerd door een vakbekwaam technicus (opgeleid door de fabrikant of de Klantendienst van
de verkoper)
2) LET OP: Om enig gevaar te vermijden, dient uitsluitend opgeleid personeel onderhoudshandelingen of
reparaties uit te voeren die de verwijdering inhouden van beveiligingen tegen de blootstelling aan micro-
golven.
3) LET OP: Geen vloeistoffen of ander voedsel opwarmen in verzegelde verpakkingen die kunnen ontploffen.
Geen eieren koken met de schaal, omdat deze kunnen ontploffen, zelfs aan het einde van de bereiding-
stijd.
4) LET OP: Laat de oven alleen gebruiken door kinderen die correcte aanwijzingen
hebben gekregen omtrent het veilig gebruik van de oven, en de gevaren inzien ver-
bonden met een niet correcte omgang met het apparaat.
Laat geen kinderen in de nabijheid van de oven komen als deze aan staat (gevaar
voor verbrandingen).
5) Niet proberen de oven te laten werken met de ovendeur open, door de ingebouw-
de beveiligingen te beschadigen.
6) Zet de oven niet aan indien voorwerpen – ongeacht hun aard – tussen de voorkant
van de oven en de ovendeur steken.
Zorg ervoor dat de binnenkant van de deur (E) altijd schoon is, met behulp van een
vochtige doek en geen bijtende schoonmaakmiddelen. Zorg er voor dat er geen
vuil of etensresten blijven zitten tussen de voorkant van de oven en de ovendeur.
7) Wanneer de deur open is, rekening houden met het volgende: geen zware
voorwerpen op de deur zetten of de handgreep overdreven naar beneden duwen,
omdat het apparaat kan omkantelen. Geen warme schalen of schotels (bijvoor-
beeld, die u net uit de oven hebt gehaald) op de deur zetten.
8) De oven niet aanzetten indien het elektriciteitssnoer of de stekker beschadigd zijn.
Dit kan elektrische schokken veroorzaken.
9) Indien men rook uit de oven ziet ontsnappen, het apparaat afzetten of de stekker
uit het stopcontact trekken; de ovendeur niet openen om eventuele vlammen te smo-
ren.
Om oververhitting, en dientengevolge gevaar voor vlamvatten te voorkomen, is het
aan te raden de oven in de gaten te houden wanneer voedsel bereid wordt in
wegwerpbakjes van plastic, karton of ander brandbaar materiaal, of tijdens het
verwarmen van kleine hoeveelheden voedsel.
11)De draaischijf niet onderdompelen in water wanneer hij heel warm is, omdat hij
door de thermische schok kan breken.
12)Bij het gebruik van de functies “Alleen MAGNETRON” en “GECOMBINEERD
MAGNETRON” dient de oven niet te worden voorverwarmd (zonder voedsel) of te
worden ingeschakeld wanneer hij leeg is, omdat vonken kunnen ontstaan.
13)Alvorens de oven te gebruiken, controleren of het gebruikte keukengerei en scha-
len geschikt zijn voor de magnetron (zie deel “Te gebruiken serviesgoed”)
14)Tijdens het gebruik wordt het apparaat warm. Raak de verwarmingselementen
binnen in de oven niet aan.
15)Tijdens het verwarmen van vloeistoffen (water, koffie, melk, enz.) kan het gebeu-
ren dat, door het uitgesteld bereiken van het kookpunt, de vloeistof onverwacht
begint te koken, overloopt en brandwonden veroorzaakt. Om dit te voorkomen,
dient men alvorens met het opwarmen van de vloeistof te beginnen, een lepeltje
van hittebestendig plastic of een glazen staafje in de vloeistof te zetten. In ieder
fig. 2
fig. 3
fig. 5
fig. 4
fig. 1