87
NL
de melding “Warm water Program.
Hoeveelheid”.
4. Druk, wanneer het warme water in het kopje
het gewenste niveau bereikt, nogmaals op de
toets .
Nu is het apparaat volgens de nieuwe hoeveelheid
geprogrammeerd.
ONDERHOUD EN REINIGING
Gevaar op elektrische schokken!
Voordat
reinigingswerkzaamheden worden uitgevoerd,
dient het apparaat uitgeschakeld en losgekoppeld
te zijn van het elektriciteitsnet. Dompel het appa-
raat nooit onder in water.
Attentie! Gevaar op verbrandingen.
Laat
het apparaat afkoelen alvorens het te reinigen.
Attentie!
• Gebruik voor de reiniging van het apparaat
geen oplosmiddelen, schurende reiniging-
smiddelen of alcohol.
• Geen enkel onderdeel van het apparaat mag in
de vaatwasser afgewassen worden.
• Gebruik geen metalen voorwerpen om vastge-
koekte of afgezette koffie te verwijderen,
omdat deze de metalen of plastic oppervlak-
ken kunnen beschadigen.
Lediging van het drupbakje
Attentie!
Als het drupbakje (A11) niet
regelmatig geledigd wordt, kan het water over de
rand stromen en in of opzij van het apparaat
terechtkomen. Dit kan het apparaat, het werkvlak
of de omliggende zone beschadigen.
Het drupbakje is voorzien van een indicator van
het waterniveau, die bestaat uit een rode vlotter
die wordt opgetild wanneer het niveau van het
water in het drupbakje stijgt.
Ledig het drupbakje voordat de rode indicator uit
het opzetvlak treedt (fig. 20).
Om het bakje te verwijderen:
1. Open het deurtje (fig. 21);
2. Verwijder het drupbakje en het bakje voor kof-
fiedik (fig. 22);
3. Ledig het drupbakje en het bakje voor koffie-
dik (A9);
4. Breng het drupbakje compleet met bakje voor
koffiedik (A9) in;
5. Sluit het deurtje.
Reiniging van het apparaat
De volgende onderdelen van het apparaat moeten
periodiek gereinigd worden:
- waterreservoir (A7),
- drupbakje (A11),
- bakje voor koffiedik (A9),
- spuitmonden van de afgiftegroep koffie (A14)
en het pijpje voor warm water/cappuccino-
mondstuk (A15),
- trechter voor inbrengen van voorgemalen kof-
fie (A4),
- binnenkant van het apparaat, alleen toeganke-
lijk nadat het deurtje is geopend (A12),
- zetgroep (A8).
Reiniging van het waterreservoir
1. Reinig periodiek (circa eens per maand) het
waterreservoir (A7) met een vochtige doek en
een beetje mild reinigingsmiddel.
2. Spoel het waterreservoir na de reiniging zorgvul-
dig om alle resten reinigingsmiddel te verwijderen.
Reiniging van het drupbakje
• Reinig het drupbakje (A11) elke keer dat het
geledigd wordt met een vochtige doek en een
beetje mild reinigingsmiddel.
Reiniging van het koffiedikbakje
1. Reinig het bakje voor koffiedik (A9) elke keer
dat het geledigd wordt met een vochtige doek
en een beetje mild reinigingsmiddel.
2. Probeer om vastgekoekte koffieresten met
een tandenstoker te verwijderen. Als dit niet
voldoende mocht zijn, de vastgekoekte koffie-
resten zacht maken door het koffiedikbakje
enkele minuten in water onder te dompelen.
Reiniging van de spuitmonden
1. Reinig het pijpje (A14), zo mogelijk na elk
gebruik, met een sponsje of een doekje (fig. 23).
2. Controleer periodiek (circa eens per maand) of de
gaatjes van de koffieafgiftegroep (A14) niet ver-
stopt zijn. Verwijder indien nodig aangekoekte kof-
fieresten met een tandenstoker (fig. 24), een
sponsje of een afwasborstel met harde haren.
Reiniging van de trechter voor het
inbrengen van de koffie
• Controleer periodiek (circa eens per maand)
of de trechter voor het inbrengen van voorge-
malen koffie niet verstopt is.
Verwijder indien nodig de aangekoekte koffie-
resten met een keukenmes.