NEDERLANDS
APPENDIX
Schalen, schillen en huiden ...
Sommige levensmiddelen hebben een schaal (eieren), een schil (appelen, aardappelen, ...)
of een huid (lever, worst, ...).
Deze schalen, schillen en huiden moet u voor het koken bijv. met een vork doorprikken. Op die
manier kan druk, veroorzaakt door waterdamp of volumevergroting, ontsnappen en spatten de
levensmiddelen niet uiteen.
Water ...
In een magnetron heeft u weinig water nodig om te koken. Gebruik 1 eetlepel water per 100 g
groenten of aardappelen.
Levensmiddelen afdekken ...
U kunt levensmiddelen afdekken met folie, deksels, enz. die de microgolven doorlaten, om ...
◆ spatten te vermijden,
◆ de kooktijd te verkorten en/of
◆ het natuurlijke vochtgehalte van de levensmiddelen te bewaren. (➝ kookgerei dat geschikt
is voor gebruik in de magnetron)
Het rangschikken van levensmiddelen - grootte en vorm ...
Voor een kortere gaartijd met uitstekende kookresultaten is de juiste plaatsing van de
levensmiddelen belangrijk.
Kleine stukken zijn sneller gaar dan grote.
Stukken van gelijke grootte garen gelijkmatiger dan stukken van verschillende grootte.
Stukken met een onregelmatige vorm worden op de dunne plaatsen sneller gaar dan op de
dikke.
Als u een aantal
dezelfde gerechten kookt, bijv. gevulde tomaten, plaatst u ze het best in
een cirkel. Op die manier worden ze gelijkmatig gaar.
Wanneer u stukken kookt die
onregelmatig van vorm of dikte zijn, plaatst u de kleinste of
de dunste stukken in het midden, waar ze als laatste gekookt worden, en de dikke (vaste) aan
de rand. Om te vermijden dat ze uitdrogen of aanbranden, kunt u de dunne stukken eventueel
afdekken met aluminiumfolie.
Plaats vis indien mogelijk met de staart naar het midden. Maak een paar insnijdingen in de
huid om te voorkomen dat de vis openbarst of uiteenspat. Om uitdrogen of aanbranden te
vermijden, kunt u de kop en de staart eventueel afdekken met aluminiumfolie.
Plaats bij het
voorbereiden van maaltijden de dunne en lichte ingrediënten in het midden
van de schaal of het bord en de zware en vaste ingrediënten aan de rand.
Leg
dunne stukken (bijv. ham), eventueel lichtjes verplaatst, op elkaar.
Leg
worsten dicht bij elkaar.
Drank, sausen en vleesjus verwarmt u het best in een aparte kom. Gebruik een smalle
hoge kom en vul ze niet meer dan
3
/4.
Door de levensmiddelen regelmatig
om te roeren en te keren, wordt de warmte gelijkmatig
verdeeld.
44
KOR-6347-˙`/ ¶/‰”/‡ / /¿ 00.8.4 4:12 PM ˘`44