Instellen en afregelen
07.98.91.854.1
Anti-pendel woningverwarming
Het toestel is uitgevoerd met een anti-pendeltijd voorziening als de cv-watertemperatuur boven
de maximale ingestelde cv-watertemperatuur komt (60, 75 of 90 °C bij woningverwarming [3.4]
of 90 °C bij boileropwarming). Deze zorgt ervoor dat de brander niet telkens aan- en uitschakelt,
maar slechts eens in de 'anti-pendeltijd'.
Als de anti-pendeltijd in werking is wordt dit weergegeven op het diagnosedisplay door middel
van het warmteleveringcijfer (1 t/m 5) afgewisseld met het blokkeringsteken (drie streepjes
onder elkaar). De anti-pendeltijd t.b.v. woningverwarming kan worden ingesteld op 0 (uit),
3 (standaard) of 6 minuten. Bijvoorbeeld bij toepassing van de Combifort® 24/80 met een
indirectgestookte luchtverwarming wordt geadviseerd de anti-pendeltijd uit te schakelen (0) in
verband met de kleine waterinhoud van het systeem en de kans op koude lucht tijdens de
anti-pendeltijd.
Vorstbeveiliging
Het toestel is uitgevoerd met een vorstbeveiliging. Als de cv-aanvoertemperatuur 10 °C onder de
ingestelde waarde komt zal het toestel de woning gaan verwarmen op het laagste vermogen tot
het cv-water de inschakeltemperatuur + 10 °C bereikt heeft. Wanneer een buitentemperatuur- en
een cv-retoursensor zijn toegepast wordt de vorstbeveiliging uitgebreid met een extra beveili-
ging. Deze beveiliging wordt actief als de buitentemperatuur onder de -7 °C komt. Het toestel zal
gaan branden indien de cv-retourtemperatuur 10 °C onder de ingestelde waarde komt.
Warmtevraag van de boiler of van de woning heeft voorrang op de vorstbeveiliging.
In deze code kan de beveiligingstemperatuur worden gewijzigd.
Terug naar standaard
Met deze functie kan men gewijzigde instellingen van het serviceprogramma annuleren zodat de
standaardfabrieksinstellingen weer in werking treden.
Toestelherkenning
De regelunit is ontworpen voor verschillende toestellen, allen met een verschillende werking. Bij
deze code kan het juiste type toestel geselecteerd worden. De selectie moet overeen komen met
het toestel waar in de regelunit geplaatst is. De regelunit controleert dit. Indien de selectie
onjuist is wordt de warmtelevering geblokkeerd. Bij een juiste selectie zal deze code geblindeerd zijn.
Vermogensbegrenzing woningverwarming
Bij deze code kan het maximale vermogen van het toestel voor woningverwarming worden
begrensd. Geadviseerd wordt deze alleen te verlagen als het berekende installatievermogen
gelijk of lager ligt dan de in te stellen begrensde belasting van het toestel.
16
VOORBEELD
Bij het omwisselen van de
regelunit voor een nieuwe
regelunit (die ingesteld staat
op een andere toesteltype)
zal het diagnosedisplay
de blokkeringscode t weerge-
geven. Via het service-
programma code t kan de
regelunit worden geselecteerd
voor het desbetreffende
toestel en wordt de regelunit
vrijgegeven.