STORINGEN
18
E. Geen Waakvlam:
F. Klep werkt niet handmatig:
(waakvlam dooft wanneer de knop na 60
seconden wordt losgelaten [zie afb.5])
G. Elektronica blijft vonken nadat de
waakvlam brandt:
H.Waakvlam brandt wel maar klep
sluit na ca. 10 seconden of wanneer
het toestel heet wordt:
I. Er zijn wel korte geluidssignalen maar
geen vonken, en er is geen geluid
hoorbaar van de magneet die de klep
opent.
J.Waakvlam brandt wel maar er is geen
gas-stroom naar de hoofd-brander:
1.Lucht in de waakvlamleiding.
2.Thermokoppeldraden verwisseld.
3.Geen vonk bij de waakvlam-brander.
1.Thermokoppel kapot.
2.Gasdruk te laag.
3.Regelblok kapot.
1.Ontvanger beschadigd.
1.Ontvanger niet geprogrammeerd.
2.Er wordt binnen 20 seconden te weinig
spanning gegenereerd vanuit de thermo-
koppel.Te veel weerstand in het circuit.
1.Batterijen (bijna) leeg.
1.Knop A staat in MAN stand.
2.Toestel staat op waakvlam stand.
3.Inlaatgasdruk te laag.
4.Beschadigde veligheidsklep.
1.Spoel de leiding of start het ontstekingsproces
meerdere keren opnieuw.
2.Controleer de polariteit van de
thermokoppelbedrading.
3.Probeer de klep handmatig te bedienen:
Draai de knop A naar MAN en houd m.b.v.
een pen de magneet- beveiliging open en
ontsteek de waakvlam met een aansteker.
1.Vervang de thermokoppel.
2.Controleer regelaardruk en -afmetingen.
Zonodig vervangen.
3.Vervang het regelblok.
1.Vervang de ontvanger en programmeer de
code opnieuw (oplossing 1).
1.Verwijder de batterijen uit de ontvanger.
Plaats batterij terug in de ontvanger.
2.Meet de spanning,m.b.v.een digitale
multimeter ingesteld op mV bereik,door
de testkabels aan te sluiten op de
oogkabelschoen.De oogkabelschoen
bevindt zich aan de buitenkant,direct naast
de magneet-moer (zie afb.6).
De beschikbare spanning moet binnen
20 seconden tenminste 5mV zijn.
Deze mag niet lager zijn wanneer het
toestel verwarmd is.
1.Vervang de batterijen.
OPMERKING:Lange geluidssignalen tijdens
het ontsteken geven aan dat het toestel nog
ca.10 keer kan worden aangestoken voordat de
batterijen vervangen moeten worden.
1.Draai knop A naar ON (zie afb.4).
2.Draai de vlamhoogte naar hoog door het
knopje ‘omhoog’ in te drukken op de
afstandsbediening.
3.Controleer regelaardruk en -afmetingen.
4. Vervang de veiligheidsklep.
PROBLEEM: MOGELIJKE OORZAAK: OPLOSSING:
afb.6
afb.5