810297
21
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/56
Pagina verder
INSTALLATIEVOORSCHRIFT EN GEBRUIKERSHANDLEIDING NL/BE
INSTRUCTIONS FOR INSTALLATION AND OPERATION GB/IE
INSTALLATIONSVORSCHRIFT UND GEBRAUCHSANWEISUNG DE/AT/BE/LU/CH
INSTRUCTIONS D’INSTALLATION ET MODE D’EMPLOI FR/BE/LU/CH
NORME PER L’INSTALLAZIONE E INSTRUZIONE PER L’USO IT
MANUAL DE INSTALACIÓN Y GUÍA DEL USUARIO ES
ART 2-01
ART 3-01
ART 4-01
ART 5-01
ART 6-01
ART 8-02
ART 10-02
Bewaar dit document zorgvuldig
Please retain this document carefully
Bewahren Sie dieses Dokument sorgfältig auf
Conservez soigneusement cette notice
Conservare con cura uesto manuale dell’utente
Guarde cuidadosamente esta guía para el usuario
957.883.04
DRU VERWARMING B.V.
HOLLAND
ART
Nederlands
1
INHOUD
Woord vooraf .........................................................................2
Uitpakken .................................................................................. 2
Aansluiten .................................................................................2
Installatievoorschrift ............................................................... 2
Gassoort ...................................................................................2
Belangrijk ...................................................................................2
Algemeen ..................................................................................2
Installatie aan een wand van onbrandbaar materiaal ......2
De standaard geveldoorvoer ...............................................2
Installatie van de standaard geveldoorvoer ......................2
De geveldoorvoer met telescopische inlaatpijp ..............3
Installatie van de geveldoorvoer met
telescopische inlaatpijp ..........................................................3
Bevestiging van de montageplaat .........................................3
Installatie aan een wand van brandbaar materiaal ..........3
Installatie van het binnenwerk .............................................3
Aansluiting van de gastoevoer .............................................4
In bedrijf stellen .......................................................................4
Kleinstand .................................................................................4
Waakvlambrander ...................................................................4
Plaatsen van de mantel ..........................................................4
Gebruikershandleiding ...........................................................5
Ontsteken ................................................................................. 5
Temperatuur regelen .............................................................5
Uitschakelen .............................................................................5
Belangrijk ...................................................................................5
Eco control pack ..................................................................... 5
Algemene opmerkingen .........................................................6
Onderhoud en reiniging ........................................................6
Verkleuring van wanden en plafonds .................................6
Eerste maal stoken .................................................................6
Extra bescherming ..................................................................6
End of life / Recycling .............................................................6
Garantie ....................................................................................6
Ombouwinstructies ................................................................ 7
Technische gegevens .............................................................. 8
INHOUD
EU/UKCA CONFORMITEITSVERKLARING
Deze conformiteitsverklaring wordt verstrekt onder volledige verantwoordelijkheid van de fabrikant, hierna te noemen
DRU. DRU verklaard dat door bedrijfsinterne maatregelen is gewaarborgd dat door DRU geproduceerde toestellen
aan de essentiële eisen en richtlijnen van de verordening betreffende Europese gastoestellenrichtlijn en de daarbij
toegepaste normen voldoen. Deze verklaring verliest haar geldigheid als zonder schriftelijke toestemming van DRU
wijzigingen aan het toestel worden aangebracht, tevens dienen de aanwijzingen in de handleidingen te allen tijde worden
opgevolgd. Een kopie van het EU-keuringscerticaat is te downloaden via www.druservice.com.
Product: Gas verwarmingstoestel
Type: Art 2-01, 3-01, 4-01, 5-01, 6-01, 8-02, 10-02
Product identicatie nummer: 0063AR3775, 0063AQ1490, 0063AQ1490
EU-keuringscerticaat: 18GR0133/00, 18GR0134/00, 18GR0135/00
Conformiteitsbeoordelingsinstantie: Kiwa Netherlands B.V. (0063)
Wilmersdorf 50
Postbus 137
7300 AC, Apeldoorn
Verordeningen: (EU) 2016/426, (EU) 2015/1186, (EU) 2015/1188
Richtlijnen: 2009/125/EC
Normen: EN 613:2021
DRU verwarming B.V. Duiven, 09-09-2022
Postbus 1021, NL-6920 BA Duiven
Ratio 8, NL-6921 RW Duiven
www.drufire.com
R.P. Zantinge, Managing director
Woord vooraf
Geachte klant,
Vriendelijk bedankt voor de aankoop van dit DRU
product. Onze producten zijn ontwikkeld en gefabriceerd
volgens de hoogst mogelijke kwaliteits-, prestatie- en
veiligheidseisen. Hierdoor kunt u rekenen op jarenlang
probleemloos gebruiksplezier.
In dit boekje vindt u instructies voor installatie en gebruik
van uw nieuwe toestel. Lees de instructies en gebruikers-
handleiding goed door, zodat u zich vertrouwd maakt met
het toestel. Wilt u meer ondersteuning, neem dan contact
op met uw leverancier.
Uitpakken
Wanneer u klaar bent met uitpakken, dient de verpakking
via de reguliere weg te worden afgevoerd.
Aansluiten
Dit toestel dient te worden aangesloten door een bevoegd
installateur.
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Gassoort
Dit toestel is bestemd voor het land en geschikt voor de
gassoort dat is vermeld op de typeplaat.Controleer of de
gassoort en de gasdruk ter plaatse overeenkomen met de
vermelding op het typeplaatje. Houdt u aan de gasinstallatie-
voorschriften en eventuele plaatselijke voorschriften.
Installatie en onderhoud van het toestel dienen door een
professioneel gecertificeerd vakman te worden uitgevoerd
welke over bewezen kennis en aantoonbare bekwaamheid
beschikt. Een professionele vakman houdt rekening met
alle technische aspecten zoals warmte afgifte, gasaansluiting
en met verbrandingsgasafvoer vereisten. Daar waar het
installatievoorschrift niet duidelijk is dient de nationale/
lokale regelgeving te worden gevolgd.
Om een toestel geschikt voor aardgas te laten werken
op propaan dient het omgebouwd te worden door een
bevoegd installateur. Een ombouwset is via hem te bestel-
len.
Belangrijk
• Zorg ervoor dat evt. overgordijnen of andere brandbare
materialen minstens 50 cm van het toestel verwijderd zijn.
• Let op! Aanraking van hete delen kan brandblaren veroor-
zaken!
• Het toestel dient door een erkend installateur
geïnstalleerd te worden.
• Het plaatsen van een z.g. stoffilter op of onder de mantel
is niet toegestaan.
• Natte kleding, handdoeken e.d. niet op de kachel te
drogen hangen!
• Het toestel is ontworpen voor sfeer- en verwarmings-
doeleinden. Dit houdt in dat alle zichtbare oppervlaktes,
inclusief de ruit heter dan 100 °C kunnen worden. Het is
aan te bevelen altijd een afschermrooster voor het toestel
te plaatsen als er kinderen, bejaarden of mindervaliden in
dezelfde ruimte als het toestel aanwezig zijn. Indien regel-
matig kwetsbare personen zonder toezicht in de ruimte
aanwezig kunnen zijn, dient een vaste afscherming rondom
het toestel te worden gemonteerd.
• Controleer bij plaatsing van het toestel de luchtcirculatie
(door convectie) rondom de thermostaatvoeler. Bij een
gebrek aan luchtcirculatie dient de voeler verplaatst te
worden naar een positie met voldoende luchtcirculatie
voor een juiste werking van het toestel.
Algemeen
Het toestel kan zowel aan een wand van onbrandbaar
materiaal (b.v. steen of beton), als aan een wand van
brandbaar materiaal (b.v. hout) geïnstalleerd worden.
Art 2-01,3-01 en 4-01 op propaan (G31) zijn plaatsbaar in
mobiele wagens mits voldaan wordt aan het volgende:
Wanneer het toestel in bedrijf is moet de wagen stil staan;
Wanneer het mobiele-wagen-trekkende voertuig wordt
gevuld met brandstof moet het toestel uit;
Bij glas breuk schakel het toestel uit en neem contact
met een installateur op;
Bij gaslek schakel het toestel uit en tevens de gas toe-
voer kraan en neem contact met een installateur op;
Rookgasafvoer dient ten alle tijden vrij gehouden te worden.
Installatie aan een wand van onbrandbaar
materiaal (fig. 7, 9, 11, blz. 50-52)
De modellen ART 2-01, 3-01 en 4-01 kunnen alleen han-
gend geïnstalleerd worden, de modellen ART 5-01, 6-01,
8-02 en 10-02 kunnen zowel hangend als staand worden
geïnstalleerd. Houd er rekening mee dat boven het toe-
stel minimaal 1 meter vrij ruimte nodig is voor voldoende
warmteafvoer. Bij staande installatie dient de montageplaat
(2) met de onderzijde op de vloer te staan, dit is de mini-
male afstand (maat F, fig. 7, 9, 11, blz. 50-52) van het hart
van de muurdoorvoer tot aan de vloer.
Voor het aftekenen van de muurdoorvoering kan de
montageplaat (2) als mal worden gebruikt. Om de mantel
om het binnenwerk te kunnen hangen moet men rekening
houden dat tussen een eventuele vensterbank en het toe-
stel een vrije ruimte van minimaal 25 mm noodzakelijk is.
De minimale benodigde vrije installatie hoogten (maat Y)
van de verschillende modellen zijn verwerkt in de tabel
op blz. 53.
De standaard geveldoorvoer
Maak een horizontaal gat in de muur met een diameter
van ø E voor doorvoering van de inlaatpijp. Zorg er voor
dat de muurdoorvoer ongeveer 2º op afschot ligt.
De standaard geveldoorvoer is geschikt voor wanddiktes
van 50-330 mm en de standaard verlengde doorvoer voor
wanddiktes van 50-600 mm. Afhankelijk van de wanddikte
dienen de in- en uitlaatpijp op lengte te worden gemaakt n.l.
INSTALLATIE VOORSCHRIFT
2
ART
Nederlands
Lengte inlaatpijp Lengte uitlaatpijp
ART 2-01 wanddikte + 20mm wanddikte + 40mm
ART 3-01, 4-01 wanddikte + 20mm wanddikte + 30mm
ART 5-01, 6-01 wanddikte + 20mm wanddikte + 70mm
ART 8-02,10-02 wanddikte + 20mm wanddikte + 35mm
De aan het muurrooster gemonteerde trekstangen kun-
nen na montage van de geveldoorvoer worden ingekort.
Installatie van de standaard geveldoorvoer
(fig. 1, 3, 5, blz. 49/50)
Schuif de op lengte gemaakte inlaatpijp (1) door de
montageplaat (2) en zorg daarbij dat de felsnaad tegen-
over het merkteken (45˚ links boven) in de montageplaat
zit.
Schuif de afdichtring (3) en de muurring (4) om de inlaat-
pijp en let daarbij op de volgorde. (zie figuur). Neem
het geheel en schuif de inlaatpijp in de muuropening. De
montageplaat aandrukken tot tegen de wand.
De inlaatpijp terugdrukken zodanig dat het pijpeinde gelijk
ligt met de omgezette rand van de montageplaat.
Plaats vanaf de buitenzijde het muurrooster met de daar-
aan gemonteerde trekstangen in de inlaatpijp. De trek-
stangen iets naar buiten buigen zodat deze licht klemmen
in de inlaatpijp waardoor het rooster op z’n plaats blijft.
Het merkteken “Top” boven houden bij het plaatsen van
het muurrooster. Schuif de twee bevestigingsbeugels (5)
over de trekstangen (6) en zorg er daarbij voor dat de
bevestigingsbeugels om de omgehaalde rand van de mon-
tageplaat haken. Moeren aanbrengen op de trekstangen
en handvast aandraaien. De bevestigingsbeugels op de
horizontale hartlijn van de inlaatpijp plaatsen. Zie ook de
merktekens in de montageplaat.
De geveldoorvoer met telescopische inlaatpijp
Deze is geschikt voor wanddiktes van 250 - 440 mm zon-
der inkorten van de inlaatpijpdelen. Door de pijpdelen in
te korten is deze geveldoorvoer geschikt te maken voor
wanddiktes van 70 tot 250 mm. De uitlaatpijp dient op
lengte te worden gemaakt volgens onder standaard gevel-
doorvoer tabel. De aan het muurrooster gemonteerde
trekstangen kunnen na montage van de geveldoorvoer
worden ingekort.
Indien voor wanddiktes van 70 tot 250 mm de telescopi-
sche inlaatpijp wordt toegepast dienen beide pijpdelen te
worden ingekort n.l.:
• het inlaatpijpdeel aan de muurroosterzijde gelijk aan de
wanddikte
• het pijpdeel aan de toestelzijde op een lengte = de wand-
dikte - 20 mm.
LET OP: de pijpdelen niet afknippen aan de zijde waar
de bevestigingsbeugeltjes zijn aangebracht.
Installatie van de geveldoorvoer met telesco-
pische inlaatpijp (fig. 1, 3, 5, blz. 49/50)
Breng het muurrooster met de daaraan gemonteerde
inlaatpijphelft van buitenaf in de gemaakte muuropening
met “Top” naar boven bij het plaatsen van het muur-
rooster. Schuif de andere helft van de inlaatpijp door de
montageplaat (2) en zorg daarbij dat de ingelaste beves-
tigingsbeugels (5) op de horizontale hartlijn liggen (zie
de merktekens in de montageplaat) en om de omgezette
montageplaatrand haken.
Breng de afdichtring (3) en de muurring (4) aan om de
inlaatpijp helft (Zie de figuur voor de juiste volgorde).
Neem het geheel en schuif de inlaatpijp helft van bin-
nenuit door de gemaakte muuropening in het reeds
aangebrachte inlaatpijp deel. Zorg daarbij dat de twee
trekstangen (6) door de bevestigingsbeugels (5) steken.
De montageplaat aandrukken tot tegen de wand. Breng
de moeren aan op de trekstangen (6) en zet deze tegen
de bevestigingsbeugels (5) handvast.
Bevestiging van de montageplaat
(fig. 1, 3, 5, blz. 49/50)
Let op: stel de montageplaat (2) waterpas, zorg ervoor
dat de inlaatpijp naar buiten toe afloopt (1cm op 1 m)
en dat het muurrooster recht tegen de buitenmuur ligt.
Eventueel condenswater zal dan nooit in het toestel kun-
nen lopen.• Draai de moeren op de trekstangen vast.
Zaag of knip de trekstangen af zodat deze niet buiten de
bevestigingsbeugels (5) uitsteken.
• Boor het gat voor de plug / keilmoer (7).
• Breng de plug / keilmoer aan in de muur.
Bevestig de montageplaat m.b.v. de schroef / bout (8),
incl. sluitring (9).
Installatie aan een wand van brandbaar
materiaal (fig. 8, 10, 12, blz. 51/52)
Wanneer het toestel aan een wand van brandbaar
materiaal wordt geïnstalleerd dient de wanddoorvoer als
volgt te worden uitgevoerd.
Maak ter plaatse van de doorvoering een vierkante open-
ing in de wand (maat M).
Bij samendrukbare wanden de ruimte rondom goed
opvullen zodat de wand niet kan worden ingedrukt.
De bout / schroef (8) vervangen door b.v. een hout-
draadbout.
Plaats aan de kamerzijde tussen de montageplaat (2) en
de wand stralingsplaat 14.
Bevestig aan de buitenzijde van de wand m.b.v.
4 schroeven (16) siluminplaat 15.
De stralingsplaat 14 en siluminplaat 15 zijn samen verpakt
en te bestellen bij uw leverancier. De montage van de
muurdoorvoer is verder zoals hiervoor beschreven.
N.B. Voor de berekening van de lengte van de in- en uit-
laatpijp dient ook de dikte van siluminplaat 15 te worden
meegeteld.
Installatie van het binnenwerk
(fig. 2, 4, 6, blz. 49/50)
Schuif de op lengte gemaakte uitlaatpijp in de rooster-
opening. Schuif de twee siliconen rubber tulen (verpakt
INSTALLATIE VOORSCHRIFT
3
bij het glaswolkoord) over de bouten (10) en in de gaten
van de achterplaat.
Neem het binnenwerk en zet deze met de onderrand op
de twee steunen van de montageplaat. Houd het binnen-
werk in evenwicht en schuif de uitlaatpijp een klein stukje
in de uitlaatopening van het binnenwerk ter ondersteuning.
Schuif nu het binnenwerk tegen de montageplaat en zorg
er daarbij voor dat de omgezette montageplaatrand in de
inlaatbus op de achterzijde van het binnenwerk valt en de
bouten (10) door de beugels (11) steken. Moeren en sluit-
ringen op de bouten (10) aanbrengen en vast aandraaien
tot tegen de aanslag. Daarna de draadstang (12) in de
beugel (13) schuiven. Moer met sluitring op de draadstang
(12) aanbrengen en aandraaien tot het binnenwerk parallel
met de wand staat.
N.B. Wanneer gemakkelijk toegankelijk, b.v. op de begane
grond, kan de uitlaatpijp ook van buitenaf worden aange-
bracht nadat de roosterbinnenplaat en de korf zijn gede-
monteerd.
Bij de ART 3-01 en 4-01 moet na de montage van het bin-
nenwerk de thermostaatvoeler aangebracht worden in de
voelhouder rechts onder op de achterzijde van de monta-
geplaat.
Aansluiting van de gastoevoer
Voor de verschillende typen gevelkachels gelden
onderstaande aansluitingen:
ART 2-01, 5-01, 6-01, 8-02, 10-02 3/8” binnendraad
• ART 3-01, 4-01 3/8” buitendraad
Indien de toevoerleiding door de achterplaat het toestel
binnenkomt moet men het plaatje uitdrukken. Gebruik in
de toevoerleiding een gekeurde aansluitkraan met koppe-
ling (voor Belgie moet deze B.G.V. gekeurd zijn). De aan-
sluitkraan met koppeling dient buiten de mantel te worden
geplaatst. Verder geldt:
Ontlucht de toevoerleiding voordat het toestel wordt
vastgekoppeld.
De bedieningskraan mag niet verdraaid worden bij het
aansluiten aan de gastoevoerleiding.
Vermijd spanningen op de bedieningskraan en leidingen.
• Controleer de aansluitingen op gasdichtheid.
In bedrijf stellen
Het toestel is door de fabriek ingericht voor de gassoort
zoals op het typeplaatje is aangegeven. Controleer of de
gas voordruk en branderdruk overeenkomen met de ver-
melding op de typeplaat. Corrigeer indien nodig de bran-
derdruk met behulp van de regelschroef. De regelschroef
voor de branderdruk bevind zich achter het kapje op
het gasregelblok. Dit kapje kan verwijderd worden door
schroef uit te draaien en de lip aan de linkerzijde met
behulp van een schroevendraaier los te klikken.
De thermostaat regelt modulerend tussen ,volstand” en
,kleinstand” en bij een geringe warmtebehoefte in twee
posities, n.l. ,kleinstand” of ,uit”. Hierbij blijft de waakvlam
steeds branden. De kleinstand kan alleen worden gecon-
troleerd wanneer de kamertemperatuur hoger is dan ca.
15° C (60° F).
Kleinstand
De kleinstand is ingesteld op ± 20 % van het volverbruik.
De kleinstandschroef is geheel ingedraaid en voorzien van
de juiste kleinstandboring. Deze is niet instelbaar.
Waakvlambrander
De waakvlambrander heeft bij levering het juiste verbruik
d.m.v. een spuitstuk dat zich in de waakvlambrander bevindt.
De waakvlambrander behoeft niet te worden ingesteld.
Plaatsen van de mantel
Hang de mantel aan de bovenzijde over de achterplaat en
zorg daarbij dat de mantelhaken in de uitsparingen van de
achterplaat en bedieningsknoppen in de eventueel daar-
voor bestemde mantelopening vallen.
4
INSTALLATIE VOORSCHRIFT
ART
Nederlands
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Ontsteken
De ontsteekknop A heeft drie standen namelijk:
O stand knop wijst naar O
Waakvlamstand knop wijst naar
Vol stand knop wijst naar
Draai de Ontsteekknop vanaf O stand linksom,
tevens goed indrukken en doordraaien naar de
waakvlamstand . Door het draaien aan de knop wordt
de waakvlambrander door een elektrische vonk ontsto-
ken. Als de waakvlam brandt, de knop nog ca 10 sec.
ingedrukt houden en dan loslaten. De waakvlambrander
is zichtbaar aan de zijkant achter het glasraam. Als de
waakvlam niet in één keer ontsteekt, kan bovenstaande
handeling meteen herhaald worden door met ingedrukte
knop terug te draaien richting O en weer linksom richting
waakvlamstand. Na het loslaten van de ansteekknop moet
de waakvlam blijven branden. De aansteekknop vervolgens
verder draaien naar volstand . Afhankelijk van thermos-
taatknop B zal de hoofdbrander ontstoken worden.
Temperatuur regelen
De stand van de thermostaatknop B bepaalt de
temperatuur in de kamer. Stand 6 geeft de hoogste
temperatuur en stand 1 de laagste. De thermostaat regelt
modulerend tussen “volstand” en “kleinstand” van de
brander. De thermostaat houdt de kamer automatisch op
de gewenste ingestelde temperatuur.
Uitschakelen
Draai de ontsteekknop A terug naar de Waakvlamstand
(symbool ), alleen de waakvlam blijft branden. Om het
toestel volledig uit te zetten drukt u vervolgens knop A in
en draait hem terug naar stand O.
Belangrijk
Een ingebouwde veiligheidsvergrendeling treedt in werking
wanneer het toestel op ,,UIT” (stand O) wordt gezet.
Wacht daarom 5 minuten alvorens het toestel opnieuw
te ontsteken. Probeer binnen deze tijd niet de aansteek-
knop in te drukken, daar deze door de veiligheids-
vergrendeling geblokkeerd is. Forceer de knop niet,
omdat het mechanisme dan kan worden beschadigd.
Eco control pack
Voor dit toestel is een los verkrijgbare “Eco control pack”
met afstandsbediening beschikbaar. Het “Eco control pack”
is nodig om het optimale uit uw toestel te halen.
Bij deze set zit een ontvanger, plaats deze in het daarvoor
bestemde bakje.
Art 2-01: Het bakje bevindt zich links van het gasregelblok.
Art 3-01, 4-01, 5-01, 6-01, 8-02, 10-02: Het bakje bevindt
zich Onder het gasregelblok.
Voorkom dat de kabels tegen de hete delen van het bin-
nenwerk aankomen.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
5
1
6
2
3
4
5
38P-0744/1
ALGEMENE OPMERKINGEN
Art 2-01,3-01 en 4-01 op propaan (G31) zijn
plaatsbaar in mobiele wagens mits voldaan
wordt aan het volgende:
Wanneer het toestel in bedrijf is moet de wagen stil staan;
Wanneer het mobiele-wagen-trekkende voertuig wordt
gevuld met brandstof moet het toestel uit;
Bij glas breuk schakel het toestel uit en neem contact
met een installateur op;
Bij gaslek schakel het toestel uit en tevens de gas toe-
voer kraan en neem contact met een installateur op;
Rookgasafvoer dient ten alle tijden vrij gehouden te worden.
Onderhoud en reiniging
Uw toestel dient eenmaal per jaar door een gekwalificeerd
bedrijf te worden gecontroleerd, en waar nodig, hersteld
of gereinigd. De controle en het onderhoud dient in ieder
geval een goede en veilige werking van het toestel te
omvatten. U kunt hiervoor gebruik maken van uw
gasinstallateur of een gespecialiseerd onderhoudsbedrijf.
Het verdient aanbeveling om vóór en tijdens het stook-
seizoen het toestel enkele malen stofvrij te maken. Bij het
reinigen van de mantel geen bijtende of schurende middelen
gebruiken. Lakbeschadigingen, bijvoorbeeld door het
plaatsen van voorwerpen op of tegen de mantel, vallen
buiten de garantie.
Let op: Bij het vervangen van het thermokoppel moet
de wartel in het gasregelblok handvast gedraaid worden,
waarna deze met een steeksleutel een kwartslag aange-
draaid moet worden.
Verkleuring van wanden en plafonds
Bruinverkleuring is een vervelend probleem en is moeilijk
op te lossen. Bruinverkleuring kan worden veroorzaakt
door onder andere stofverbranding veroorzaakt door te
weinig ventilatie, door het roken van sigaretten of het
branden van kaarsen.
Deze problemen kunnen worden voorkomen door:
Het vertrek waar het toestel zich bevind goed te ventile-
ren. Een goede richtlijn hiervoor is:
Bij nieuwbouw : 3.24 m3 / uur per m2
vloeroppervlak van een vertrek.
Bij bestaande bouw : 25.20 m3 / uur voor een vertrek.
Maak zo weinig mogelijk gebruik van kaarsen en olielamp-
jes en houd het verbrandingslontje zo kort mogelijk. Deze
“sfeerbrengers” zorgen voor aanzienlijke hoeveelheden
vervuilde en ongezonde roetdeeltjes in uw woning. Rook
van sigaretten en sigaren bevat o.a. teerstoffen die bij
verhitting eveneens op koudere en vochtige muren zullen
neerslaan. Bij een nieuw gemetselde schouw of na een ver-
bouwing wordt aanbevolen minimaal 6 weken te wachten
voordat men gaat stoken, het bouwvocht moet namelijk
geheel verdwenen zijn uit wanden, vloer en plafond.
Eerste maal stoken
Tijdens de eerste maal stoken kan er een onaangename
geur ontstaan, die wordt veroorzaakt door het uitdampen
van de lak. Dit verdwijnt na enkele uren. Daarom raden
wij u aan het toestel de eerste maal op de hoogste stand
te stoken terwijl u tevens het vertrek waarin de kachel
staat goed ventileert.
Extra bescherming
Indien het toestel in een vertrek geïnstalleerd wordt waar
jonge kinderen of hulpbehoevende mensen zonder toe-
zicht verblijven, is het wenselijk het toestel af te schermen.
End of life / Recycling
Aan het einde van de gebruikscyclus dient het toestel op
een verantwoorde manier afgevoerd en gerecycled te
worden. Bij het afvoeren/recyclen van het toestel dienen
altijd de lokale wet- en regelgeving gevolgd te worden.
Neem bij twijfel contact op met de lokale overheid over
de beschikbare inzamelstromen.
Demonteer en verwijder het toestel wanneer deze is
afgekoeld is tot kamertemperatuur. Let op! De ruit in het
toestel (indien van toepassing) is gemaakt van keramisch
hittebestendig materiaal en kan daarom niet bij een
recyclingpunt voor glas ingeleverd worden.
Garantie
De garantie op uw DRU toestel wordt verleend via uw
leverancier. In geval van storingen dient u altijd met hem
contact op te nemen. Uw leverancier zal DRU inschakelen
indien hij dit noodzakelijk acht. De fabrieksgarantie op uw
toestel bedraagt 2 jaar na datum van aankoop.
ALGEMENE OPMERKINGEN
6
ART
Nederlands
OMBOUWINSTRUCTIES
7
OMBOUWINSTRUCTIES
De ombouw moet worden uitgevoerd door een erkende
installateur.
1. Sluit de gastoevoerleiding af.
2. Verwijder de mantel.
Wanneer de rechterkant van het toestel moeilijk bereikbaar
is:
3. Ontkoppel de gastoevoerleiding.
4. Haal het toestel van de wand.
Verwisselen van de onderdelen:
Art 2-01, 3-01, 4-01, 5-01, 6-01, 8-02, 10-02
5. Waakvlamspuitstuk
Draai de waakvlam-wartel aan het eind van de
waak-vlamleiding los, trek de waakvlam-leiding met
tonnetje uit de waak-vlambrander en verwijder het
waakvlamspuitstuk. Plaats nieuw waak-vlamspuitstuk en
draai de waakvlam-wartel van de waakvlamleiding stevig
aan.
Art 2-01
6. Hoofdbranderspuitstuk
Draai de wartel rond het spuitstuk los. Draai ook
de wartel in het gasregelblok enkele slagen los. Trek
vervolgens de toevoergasbuis uit het spuitstuk en draai
deze weg van het spuitstuk. Draai met een steeksleutel
het knietje en het spuitstuk uit de brander, verwijder het
spuitstuk uit het knietje en plaats het nieuwe spuitstuk.
Sluit tenslotte de onderdelen in omgekeerde volgorde
weer aan.
Art 3-01, 4-01, 5-01, 6-01, 8-02, 10-02
6. Hoofdbranderspuitstuk
Draai de wartel rond het spuitstuk los. Draai ook
de wartel in het gasregelblok enkele slagen los. Trek
vervolgens de toevoergasbuis uit het spuitstuk en draai
deze weg van het spuitstuk. Draai met een steeksleutel
het spuitstuk uit de brander en plaats het nieuwe
spuitstuk. Sluit tenslotte de onderdelen in omgekeerde
volgorde weer aan.
Art 2-01, 3-01, 4-01, 5-01, 6-01, 8-02, 10-02
7. Kleinstelspuitstuk
Indien nodig schroef het gasregelblok van het toestel.
Draai het kleinstelspuitstuk (3) uit het gasregelblok.
Plaats het nieuwe kleinstelspuitstuk en draai het goed
vast.
Art 2-01, 3-01, 4-01, 5-01, 6-01, 8-02, 10-02
8. Instellen van de branderdruk
Koppel de gastoevoerleiding weer aan het toestel en
open de gastoevoer van het nieuwe gas. Het gasregelblok
heeft een druk meetpunt, waarmee de branderdruk
eenvoudig met een manometer gecontroleerd kan
worden. Draai de drukmeetpuntschroef (4) los en sluit
de manometer aan.
Voor ombouw naar propaan of aardgas moet de
branderdruk met de drukregelschroef (2) worden
ingesteld, de branderdruk is te vinden in de technische
gegevens. Drukregelschroef (2) bevind zich achter het
kapje op het gasregelblok. Dit kapje kan verwijderd
worden door schroef (1) uit te draaien en de lip aan de
linkerzijde met behulp van een schroevendraaier los te
klikken.
Ontsteek de waakvlam. Zet de thermostaat op de
hoogste stand en stel de branderdruk. in volgens de
tabel. Zet de brander weer uit, verwijder de manometer
en draai drukmeet puntschroef weer aan. Plaats het kapje
weer terug op het gasregelblok.
Art 2-01, 3-01, 4-01, 5-01, 6-01, 8-02, 10-02
9. Plak tenslotte de nieuwe typeplaat. Plaats de mantel terug
over het toestel.
OMBOUWINSTRUCTIES
De ombouw moet worden uitgevoerd door een
erkende installateur.
1. Sluit de gastoevoerleiding af.
2. Verwijder de mantel.
Wanneer de rechterkant van het toestel moeilijk
bereikbaar is:
3. Ontkoppel de gastoevoerleiding.
4. H aal het toestel van de wand.
Verwisselen van de onderdelen:
Art 2-01, 3-01, 4-01, 5-01, 6-01, 8-02, 10-02
5. Waakvlamspuitstuk
Draai de waakvlam-wartel aan het eind van de
waak-vlamleiding los, trek de waakvlam-leiding
met tonnetje uit de waak-vlambrander en
verwijder het waakvlamspuitstuk. Plaats nieuw
waak-vlamspuitstuk en draai de waakvlam-wartel
van de waakvlamleiding stevig aan.
Art 2-01
6. Hoofdbranderspuitstuk
Draai de wartel rond het spuitstuk los. Draai ook de
wartel in het gasregelblok enkele slagen los. Trek
vervolgens de toevoergasbuis uit het spuitstuk en
draai deze weg van het spuitstuk. Draai met een
steeksleutel het knietje en het spuitstuk uit de
brander, verwijder het spuitstuk uit het knietje en
plaats het nieuwe spuitstuk. Sluit tenslotte de
onderdelen in omgekeerde volgorde weer aan.
Art 3-01, 4-01, 5-01, 6-01, 8-02, 10-02
6. Hoofdbranderspuitstuk
Draai de wartel rond het spuitstuk los. Draai ook de
wartel in het gasregelblok enkele slagen los. Trek
vervolgens de toevoergasbuis uit het spuitstuk en
draai deze weg van het spuitstuk. Draai met een
steeksleutel het spuitstuk uit de brander en plaats
het nieuwe spuitstuk. Sluit tenslotte de onderdelen
in omgekeerde volgorde weer aan.
Art 2-01, 3-01, 4-01, 5-01, 6-01, 8-02, 10-02
7. Kleinstelspuitstuk
Indien nodig schroef het gasregelblok van het
toestel. Draai het kleinstelspuitstuk (3) uit het
gasregelblok. Plaats het nieuwe kleinstelspuitstuk
en draai het goed vast.
Art 2-01, 3-01, 4-01, 5-01, 6-01, 8-02, 10-02
8. Instellen van de branderdruk
Koppel de gastoevoerleiding weer aan het toestel
en open de gastoevoer van het nieuwe gas. Het
gasregelblok heeft een druk meetpunt, waarmee
de branderdruk eenvoudig met een manometer
gecontroleerd kan worden. Draai de
drukmeetpuntschroef (4) los en sluit de
manometer aan.
Voor ombouw naar propaan of aardgas moet de
branderdruk met de drukregelschroef (2) worden
ingesteld, de branderdruk is te vinden in de
technische gegevens. Drukregelschroef (2) bevind
zich achter het kapje op het gasregelblok. Dit kapje
kan verwijderd worden door schroef (1) uit te
draaien en de lip aan de linkerzijde met behulp van
een schroevendraaier los te klikken.
Ontsteek de waakvlam. Zet de thermostaat op de
hoogste stand en stel de branderdruk. in volgens
de tabel. Zet de brander weer uit, verwijder de
manometer en draai drukmeet puntschroef weer
aan. Plaats het kapje weer terug op het
gasregelblok.
Art 2-01, 3-01, 4-01, 5-01, 6-01, 8-02, 10-02
9. Plak tenslotte de nieuwe typeplaat. Plaats de
mantel terug over het toestel.
8
Typeaanduiding(en):
Type
Categorie
Gassoort: Symbool G25
/
G25.3* G20 G31 G25
/
G25.3* G20 G31 G25
/
G25.3* G20 G31 G25
/
G25.3* G20 G31 G25
/
G25.3* G20 G31 G25
/
G25.3* G20 G31 G25
/
G25.3* G20 G31 Eenheid
t Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Directe Wk9,95,018,92,90,95,87,56,53,51,58,45,48,38,35,34,30,38,20,23,21,2etfigfaetmraw
Indirecte  --------------------- kW
Uitstoot bij ruimteverwarming Nox102,9 102,7 92,6 99,9 109,9 108,9 118,0 123,0 129,7 88,4 103,2 109,8 81,4 94,6 99,2 95,2 105,9 125,5 102,6 113,8 129,7 mg/kWhinput
(
GCV
)
Warmteafgie
  Pnom 2,1 2,3 2,0 2,8 3,0 3,4 3,5 3,8 3,8 4,5 4,8 5,1 5,3 5,6 5,7 8,5 9,0 9,2 9,8 10,5 9,9 kW
   Pmin 0,5 0,5 0,7 0,9 0,9 1,0 1,0 1,1 0,9 1,1 1,1 1,3 1,2 1,2 1,3 1,8 1,9 1,9 2,4 2,6 3,1 kW
Technische gegevens
  Wk2,211,314,210,110,114,011,71,78,62,60,67,59,40,58,43,49,37,36,20,38,2)sH(
  Wk2,118,112,111,019,94,95,64,61,67,54,51,55,45,43,40,45,33,34,27,25,2)iH(
Gasverbruik h/744132171312040401221136217682782266560608176440585107369359082303dnatsov
Gasverbruik h/5415130437872254246551861166315418474106125121331630747dna
tsniek
Branderdruk rabm5,424,318,615,421,713,129,726,515,915,123,411,815,522,512,910,220,015,213,725,214,51dnatsov
Branderdruk rabm4,28,01,10,18,09,04,18,09,02,17,09,05,13,15,18,19,01,16,25,05,0dnatsniek
mm09,108,208,208,154,254,204,100,200,204,109,109,102,107,107,155,056,156,158,004,104,1kutstiupsrednarB
mm50,153,153,108,051,151,156,009,009,056,058,058,055,009,009,055,008,008,004,005,005,0kutstiupsetsnieK
 1)316NE( 11111111111111111111
Nug rendement (NCV)
 rendement bij   th,nom 81,7 83,4 82,0 83,0 84,1 85,9 83,0 83,9 83,9 87,5 89,1 88,7 87,2 88,0 88,0 90,6 91,1 91,1 87,9 88,4 88,4 %
 rendement bij  
(

)
th,min 74,1 75,1 76,6 78,3 78,8 78,5 72,9 75,9 71,5 84,1 84,1 84,3 82,6 81,9 82,2 87,9 88,3 88,5 83,2 84,0 83,5 %
Aanvullend elektriciteitsverbruik
Bij   max --------------------- kW
Bij   min --------------------- kW
In stand-bymodus SB --------------------- kW
Vermogenseis voor de permanente waakvlam
Vermogenseis voor de permanente  (indien
van toe
p
assin
g)
P --------------------- kW
Energie-efficiëne**
Energie--index EEI 82 83 85 83 84 86 83 84 84 88 89 89 87 88 88 91 91 91 88 88 88
Energie- BBBBBBBBBAAABAAAAAAAA
Art 10-02Art 5-01 Art 6-01 Art 8-02
C11 C11 C11 C11 C11 C11 C11
Ja**
Art 2-01 Art 3-01 Art 4-01
Nee
Nee
Ja
Ja**
Ja**Met  sturing van de kamertemperatuur  dag-
Met  sturing van de kamertemperatuur  week-
Andere sturingsopes
Type warmteafgie/sturing kamertemperatuur


Ja**
Ja**
Ja**Met de  van afstandsbediening
Sturing van de kamertemperatuur, met aanwezigheidsdetec e
Sturing van de kamertemperatuur, met openraamdetec e
II2EK3P/II2E+3P/II2H3P/
II2E3P/I2ELL/II2L3P/I2H3P
II2EK3P/II2E+3P/II2H3P/
II2E3P/II2L3P/I2H3P
II2EK3P/II2E+3P/II2H3P/
II2E3P/I2ELL/II2L3P/I2H3P
Met mechanische sturing van de kamertemperatuur door thermostaat
Met  sturing van de kamertemperatuur
 geen sturing van de kamertemperatuur
Twee of meer  in te  trappen, geen sturing van de kamertemperatuur
II2EK3P/II2E+3P/II2H3P/
II2E3P/I2ELL/II2L3P/I2H3P
II2EK3P/II2E+3P/II2H3P/
II2E3P/I2ELL/II2L3P/I2H3P
II2EK3P/II2E+3P/II2H3P/
II2E3P/I2ELL/II2L3P/I2H3P
II2EK3P/II2E+3P/II2H3P/
II2E3P/I2ELL/II2L3P/I2H3P
TECHNISCHE GEGEVENS
TECHNISCHE GEGEVENS
Foreword
Dear Customer,
We would like to thank you for buying this DRU prod-
uct. Our products have been designed and produced to
meet the highest possible quality, performance and safety
requirements, allowing you to enjoy years of problem-free
use.
In this booklet you will find instructions for the installation
and use of your new appliance. Please read these instruc-
tions and the manual carefully to familiarize yourself with
the appliance. If you require any further support, please do
not hesitate to contact your supplier.
Unpacking
Once the heater has been unpacked, all packaging should
be disposed of in the regular manner.
Connection
This appliance should be connected by a registered installer.
INSTRUCTIONS FOR INSTALLATION
Type of gas
This appliance can only be used and is only suitable for the
country and the type of gas mentioned on the type iden-
tification tag. Please check that the local gas and pressure
correspond with the specifications on the type identifica-
tion tag. All regulations regarding gas installation, includ-
ing any local regulations, must be observed at all times.
Installation and maintenance of the appliance should be
performed by a professional certified expert with proven
knowledge and demonstrable competence in this field. A
professional expert takes all technical aspects such as heat
output and gas connection into account, as well as the flue
gas discharge requirements. The installation manual will
give you the information you need to install the appliance
in such a way that it will operate properly and safely. If the
installation instruction is not clear, national/local regula-
tions must be observed.
To operate the heater suitable for natural gas on propane,
it should be converted by a competend person. A conver-
sion set can be ordered through your
supplier.
Important
• Keep curtains and any other flammable materials at least
50cm away form the appliance.
• Caution! Touching the heater when hot can cause burns
and blisters!
• The appliance should be installed and maintained by a
registered installer.
• Do not install any so-called dust filter on or under the
casing.
• Do not hang wet clothes and towels etc. on the heater
to dry.
• The appliance was designed for atmospheric and heating
purposes. This means that all visible surfaces, including the
glass pane, can become hotter than 100C°. It is recom-
mended to always place a protective grating in front of
the appliance when there are children, elderly people or
handicapped persons in the same room as the appliance.
If it is possible that vulnerable people are regularly present
in the room with no supervision, a fixed guard should be
mounted around the appliance.
• When installing the appliance, check the air circulation
(by convection) around the thermostat sensor. If there is
a lack of air circulation, the sensor must be moved to a
position with sufficient air circulation for correct opera-
tion of the appliance.
General
The appliance can be mounted either on a wall of incombu-
stible material (e.g. stone or concrete) or on a wall of com-
bustible material (e.g. wood).
Art 2-01,3-01 and 4-01 on propane (G31) can be placed
in vehicles pulling mobile units, provided the following is
observed:
When the appliance is working, the mobile unit must be
standing still;
When the vehicle pulling the mobile unit is being filled
with fuel, the appliance must be switched off;
If glass is broken, switch off the appliance and contact an
installer;
In case of a gas leak, switch off the appliance as well as the
gas supply tap and contact an installer;
Flue gas discharge must remain unobstructed at all times.
Installation to a wall of non-flammable material
(fig. 7, 9, 11, pg. 50-52)
ART Models 2-01, 3-01 and 4-01 can are suitable for
hanging installation only, ART Models 5-01, 6-01, 8-02
and 10-02 are suitable for either hanging or freestanding
installation. Allow at least 1 metre’s clearance above the
heater to enable sufficient heat circulation. When installed
hanging, at least 1 m free space should be kept above the
appliance to allow sufficient heat dissipation.
When intalled standing, the bottom of the mounting sheet
(2) should stand on the floor, this is the minimum height
between the floor and centre of wall duct
(size F. fig 7, 9, 11, pg. 50-52).
The mounting plate (2) serves as a template to mark the
position of the duct. To be able to hang the casing over the
interior, a minimal clearance of 25 mm must be allowed
between the appliance and a windowsill or suchlike. The
minimum clear installation height (Y) required for each of
the various models is listed in the table on page 53.
The standard wall duct
Drill a horizontal hole in the wall, ø E to take the air-supply
pipe. The wall duct should slope at an angle of approx. 2º.
10
INSTRUCTIONS FOR INSTALLATION
ART
Deutsch
Giebeldurchfuhr in Standardausführung
Machen Sie ein horizontales Loch mit einem Durchmesser
E zum Durchführen des Einlaßrohrs in die Mauer. Sorgen
Sie bitte dafür, daß die Mauerdurchfuhr eine Neigung von
ungefähr 2° hat.
Die Standard Giebeldurchführung ist für Wände von
50-330 mm und die Standardverlängerte Durchführung
für Wandstärken von 50-600 mm. Abhängig von der
Wandstärke muss das Ein- und Auslassrohr auf Länge
gesägt werden, nämlich:
Länge Einlassrohr Länge Auslassrohr
ART 2-01 Wandstärke + 20mm Wandstärke + 40mm
ART 3-01, 4-01 Wandstärke + 20mm Wandstärke + 30mm
ART 5-01, 6-01 Wandstärke + 20mm Wandstärke + 70mm
ART 8-02,10-02 Wandstärke + 20mm Wandstärke + 35mm
Die an den Mauerrost montierten Ziehstangen können
nach der Montage auf Länge gesägt werden.
Installation der Standard Giebeldurchführung
(Bild 1, 3, 5, S. 49-50)
Schieben Sie das auf Länge gesägte Einlassrohr (1) durch
die Montageplatte (2) und sorgen Sie dafür, dass sich die
Falznaht gegenüber der Markierung (45 links oben) in der
Montageplatte befindet. Schieben Sie den Dichtungsring
(3) in den Mauerring (4) um das Einlassrohr und achten
Sie dabei auf die richtige Reihenfolge. (siehe Figur).
Schieben Sie danach alles in die Maueröffnung. Die
Montageplatte bis an die Wand andrücken. Das Einlass-
rohr zurückdrücken, und zwar so, dass das Rohrende mit
dem umgebogenen Rand der Montageplatte gleich liegt.
Bringen Sie von der Aussenseite aus den Mauerrost mit
den daran montierten Ziehstangen in das Einlassrohr.
Die Ziehstangen etwas nach aussen biegen, so dass diese
leicht im Einlassrohr festklemmen, wodurch der Rost
auf seinem Platz bleibt. Die Markierung “Top” beim
Anbringen des Mauerrostes oben halten. Schieben Sie
die zwei Befestigungsbügel (5) über die Ziehstangen (6)
und sorgen Sie dafür, dass die Befestigungsbügel um den
umgebogenen Rand der Montageplatte haken. Schrauben
auf den Ziehstangen anbringen und handfest anziehen.
Die Befestigungsbügel auf der horizontalen Mittellinie des
Einlassrohres anbringen. Siehe auch die Markierungen in
der Montageplatte.
Giebeldurchführung mit Teleskopeinlassrohr
Diese ist für Wandstärken von 250 – 440 mm ohne
Verkürzen der Einlassrohrteile geeignet. Wenn Sie die
Rohrteile verkürzen, ist diese Giebeldurchführung für
Wandstärken von 70 bis 250 mm geeignet. Das Auslass-
rohr muss auf Länge gesägt werden (siehe Tabelle).
Die an den Mauerrost montierten Ziehstangen kön-
nen nach Montage der Giebeldurchführung gekürzt
werden. Falls für Wandstärken von 70 bis 250 mm
das Teleskopeinlassrohr gebraucht wird, müssen beide
Rohrteile gekürzt werden, nämlich:
• das Einlassrohr an der Mauerrostseite gleich der
Wanddicke
• der Rohrteil an der Geräteseite, auf eine Länge gleich
der Wanddicke -20 mm
Achtung: Die Rohrteile nicht an der Seite abschneiden,
an der die Befestigungsbügel angebracht sind.
Installation der Giebeldurchführung mit
Teleskopeinlassrohr (Bild 1, 3, 5, S. 49-50)
Bringen Sie den Mauerrost und die daran montierte
Einlassrohrhälfte von aussen in die gemachte Maueröffnung,
beim Anbringen des Mauerrostes muss “Top” nach oben
weisen. Schieben Sie die andere Hälfte des Einlassrohrs
durch die Montageplatte (2) und sorgen Sie dafür,
dass die eingelassenen Befestigungsbügel (5) auf der
horizontalen Mittellinie liegen (siehe Markierung in der
Montageplatte) und um die umgesetzte Montageplatte
haken.
Bringen Sie den Dichtungsring (3) und den Mauerring
(4) an der Hälfte des Einlassrohrs an (siehe Zeichng.
2 für die richtige Reihenfolge). Nehmen Sie das Ganze
und schieben Sie die Einlassrohrhälfte von innen
durch die gemachte Maueröffnung in das bereits ange-
brachte Einlassrohrteil. Sorgen Sie dafür, dass die zwei
Ziehstangen (6) durch die Befestigungsbügel (5) gesteckt
werden. Die Montageplatte bis zur Wand andrücken.
Bringen Sie die Muttern an den Ziehstangen an (6) und
setzen Sie diese handfest an die Befestigungsbügel.
Befestigung der Montageplatte
(Bild 1, 3, 5, S. 49-50)
Achtung: Stellen Sie die Montageplatte (2) mit der
Wasserwaage waagerecht, sorgen Sie dafür, dass das
Einlassrohr nach aussen hin abläuft (1 cm auf 1 m)
und der Mauerrost gerade an der Aussenmauer liegt.
Eventuelles Kondenswasser wird auf diese Weise nicht
vom Rohr in den Ofen laufen können.
Drehen Sie nun die Muttern an den Ziehstangen fest
sägen oder schneiden Sie die Ziehstangen ab, sodass
diese nicht aus den Befestigungsbügeln herausstehen (5).
Bohren Sie das Loch für die Keilmutter (7).
Bringen Sie die Keilmutter an
befestigen Sie die Montageplatte mit z. B. Bolzen (8) und
Verschlussring (9).
Installation an eine Wand von brennbarem
Material (Bild 8, 10, 12, S. 51-52)
Wenn das Gerät an eine Wand von brennbarem Material
installiert wird, muss die Wanddurchführung folgender-
massen ausgeführt werden.
Machen Sie an der Stelle der Durchführung eine viereck-
ige Öffnung in die Wand (Abmessung M).
Bei Wänden, die man zusammendrücken kann, den Raum
rundherum gut auffüllen, sodass die Wand nicht einge-
drückt werden kann.
Die Keilmutter (8) durch z. B. Einen Gewindebolzen für
Holz ersetzen.
INSTALLATIONSVORSCHRIFT
19
21

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw DRU ART 2-01 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van DRU ART 2-01 in de taal/talen: Nederlands, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Spaans als bijlage per email.

De handleiding is 2.01 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info