779510
63
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/75
Pagina verder
HANDLEIDING CUBE
MOUNTAIN, CROSSEN FITNESSBIKES
TREKKING EN CITYBIKE, RACEFIETS
NEDERLANDS
Colofon
Fabrikant:
Pending System GmbH & Co. KG
Ludwig-Hüttner-Straße 5-7
95679 Waldershof
Duitsland
www.cube.eu
Info@cube.eu
Consulting: In samenwerking met
Andreas Zauhar, Ir. FH
door IHK München en Opper-Beieren voor
openbaar benoemd en beëdigd
expert voor etsschade en -beoordeling
Horner Straße 12d
D-83329 Waging-Tettenhausen
www.andreas-zauhar.de
Sticker framenummer (aangebracht op de bovenste buis)
Status: december 2020
In de volgende afbeeldingen ziet u etsen waarop alle noodzakelijke, in de gebruiksaanwijzing voorkomende on-
derdelen zijn aangegeven. Aangezien er veel verschillende soorten etsen met verschillende functies zijn, hebben
we voor elke categorie een populair model ets afgebeeld.
01 Kettingbladen
02 Krukas/krukasonderdelen/
kettingwiel
03 Pedalen
04 Derailleur
05 Ketting
06 Schakelwerk
07 Tandwielcassette
08 Schakelhendel
09 Remhendel
10 Remmen
10 a Remschijven
10 b Remklauw
10 c Rembekrachtiger
11 Snelspanner
12 Wielnaven
13 Zadelpen
14 Zadelklem
15 Frame
15 a Achtervork
15 b Staande achtervork
15 c Hefboom
16 Vork
17 Schokdemper
18 Wielen
19 Stuur
20 Ophanging
21 Stuurpen
22 Bagagedrager
23 Verlichting
24 Spatbord
25 X 12 Fiets as
123
24
22
10
7
6
5
23
21
20
8
18
12
10
4
15
14
13
16
23
19
9
15 a
15 b
10 c
18
MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
7
1
2
4
17
19
18
12
11
9
20
15
14
5
13
10
6
15 a
10
10
13
14
21
20
18
4
2
1
5
7
6
11
8
15
19
9
10
16
15 b
15 c
21
12
15 a
15 b
12
16
3
3
10 b
10 a
8
10 a
18
18
25
Inhoud
1 Over deze handleiding ...................... 07
1.1 Conventies ................................................................. 07
1.1.1 Symbolen ................................................................... 07
1.1.2 Betekenis van plaats .............................................. 07
1.1.3 Afkortingen ............................................................... 07
1.1.4 Denitie van begrippen ................................. 07-08
1.2 Algemene informatie over
deze handleiding............................................... 08-09
1.2.1 Geldigheidsbereik .................................................. 09
1.2.2 Geldende documenten......................................... 09
1.2.3 Afbeeldingen ........................................................... 09
2 Voor uw veiligheid............................. 10
2.1 Gebruik uw ets
waar deze voor bedoeld is ................................... 10
2.1.1 Wie mag op uw ets rijden? ................................. 10
2.1.2 Hoe mag u op uw ets rijden? ............................ 10
2.1.3 Waar mag u op uw ets rijden? ................... 10-12
2.1.4 In welke toestand moet uw ets zijn
als u er op rijdt? ........................................................ 13
2.1.5 Accessoires en toebehoren ........................... 13-14
2.1.6 Vervoeren van kinderen en bagage,
etsaanhangers ........................................................ 14
2.1.7 Roltraining ................................................................. 14
2.2 Restrisico's .................................................................. 15
2.2.1 Gevaren veroorzaakt door verkeerde
eindmontage ............................................................. 15
2.2.2 Gevaren veroorzaakt door
oneigenlijk gebruik ................................................. 15
2.2.3 Verbrandingsgevaar ............................................... 15
2.2.4 Andere gevaren en
veiligheidsinformatie ....................................... 15- 16
2.2.5 Verwijdering ............................................................. 16
3 Levering,
technische gegevens ......................... 16
3.1 Levering ...................................................................... 16
3.2 Technische gegevens ............................................. 16
3.3 Draaimoment,
Schroefverbindingen.............................................. 17
4 Montage en functie............................. 17
4.1 Categorieën/overzicht van modellen .............. 17
4.1.1 Kinderetsen ............................................................. 18
4.1.2 Raceets/Triathlon .................................................. 18
4.1.3 Fitnessetsen/Stadsetsen ................................... 18
4.1.4 Crossets .................................................................... 19
4.1.5 Trekkingets/ Trekkingetsen HYBRIDE ......... 19
4.1.6 Cyclocross .................................................................. 19
4.1.7 Hardtail/ Hardtail HYBRIDE .................................. 20
4.1.8 Fully/ Fully HYBRIDE
(max.160 mm uitslag)............................................. 20
4.1.9 Fully/ (max. 170/190 mm uitslag) ...................... 21
4.1.10 Downhillets (max. 215 mm uitslag)................ 21
4.2 Allgemene informatie ............................................ 22
4.2.1 Remmen ..................................................................... 22
4.2.2 Schakeling .................................................................. 22
4.2.3 Frame en vork ........................................................... 22
4.3 Framemateriaal / informatie over
materiaal carbon............................................... 22-23
4.3.1 Informatie over het frame .................................... 23
4.3.2 Zo gaat u op de juiste manier om met uw
carbon onderdelen........................................... 23-24
5 Fietsframe /
Fietsframeset ...................................... 24
6 Vóór het eerste gebruik ..................... 25
7 Voordat u gaat rijden .................. 25-26
7.1 Wielen controleren ................................................ 26
7.1.1 Installatie controleren ........................................... 27
7.1.2 Velgen controleren ................................................. 27
7.1.3 Banden controleren ........................................ 28-29
7.1.4 Controleren diversen ............................................. 29
7.2 Zadel en zadelpen controleren ......................... 30
7.3 Stuur, stuurpen controleren .......................... 30-31
7.4 Onderdelen aan het stuur controleren ........... 31
7.5 Stuurpen controleren ...................................... 31-32
7.6 Voorvork controleren ............................................ 32
7.7 Achterwielophanging controleren ................... 32
7.8 Remmen controleren ...................................... 32-33
7.8.1 Velgremmen met kabel controleren
(raceetsversie) ................................................. 33-34
7.8.2 Velgremmen met kabel controleren
((MTB-versie) ............................................................. 34
7.8.3 Hydraulische
velgremmen controleren ..................................... 35
7.8.4 Hydraulische schijfremmen controleren .. 35-36
7.8.5 Terugtraprem controleren ................................... 36
7.9 Aandrijving, ketting controleren ....................... 36
7.10 Verlichting controleren ......................................... 37
7.11 Bagagedrager controleren ................................... 37
7.12 Spatborden controleren ...................................... 37
7.13 Controleren diversen ....................................... 37-38
8 De ets instellen en bedienen .......... 38
8.1 Verstelbare stuurpen instellen
(optioneel) .................................................................. 38
8.2 Achterwielophanging instellen ................... 38-39
8.3 Zadelhoogte aanpassen ....................................... 39
8.4 Voorvork instellen ................................................... 39
8.5 Achterwielophanging instellen ......................... 40
8.6 Versnelling bedienen ...................................... 40-41
8.6.1 Shimano Rapidre/ Shimano Rapidre
2-Way-Release/Shimano EZ Fire ........................ 42
8.6.2 Sram MTB ................................................................... 43
8.6.3 Draaigreepschakelaar ............................................ 43
8.6.4 Shimano STI ............................................................... 44
8.6.5 Sram Force / Rival / Red ......................................... 44
8.7 Remmen bedienen ................................................. 45
8.8 Snelspanneras bedienen ................................ 45-47
8.8.1 Stekas bedienen .......................................................47
8.8.2 Algemene informatie ..............................................47
8.8.3 Voor de montage .............................................. 47-48
8.8.4 Montage / demontage van de steekas .............48
8.8.5 Montage / demontage van een steekas met
snelspanner ................................................................48
8.8.6 Montage / demontage van een steekas met
snelspanner op het achterwiel .......................... 49
8.8.7 Uitvaleide .............................................................49-50
8.9 Klikpedalen gebruiken (optioneel) .............50-51
8.10 Bagagedrager beladen .......................................... 52
9 Problemen tijdens het rijden ............ 52
9.1 Versnelling, aandrijving ......................................... 53
9.2 Remmen ..................................................................... 54
9.3 Frame, zadelpen en vering ............................. 54-55
9.4 Spatborden, bagagedrager,
verlichting ................................................................. 55
9.5 Wielen en banden ................................................... 56
10 Na een val of ongeval ........................ 57
11 Fiets vervoeren ................................... 57
11.1 Wielen verwijderen en monteren ...................... 58
11.1.1 Alle categorieën / series behalve
categorie raceets/triatlon .......................... 58-62
11.1.2 Raceets/triatlon ............................................... 62-65
11.2 Zadelpen met zadel monteren en
demonteren ....................................................... 65-66
12 Fiets schoonmaken en
onderhouden ................................ 67-69
13 Fiets gedurende langere tijd
niet gebruiken .................................... 69
14 Garantie, aansprakelijkheid .............. 70
14.1 Garantie ..................................................................... 70
14.2 Garantie ...................................................................... 70
14.3 Garantiebestemming ............................................ 70
14.4 Verlies van het recht op garantie /
garantie ongeldig .................................................. 70
15 Overdrachtcontrole
Checklist ............................................. 71
Leveringscerticaat
HANDLEIDING
NEDERLANDS
MOUNTAIN, CROSS EN FITNESSBIKES
TREKKING EN CITYBIKE, RACEFIETS
| 7
MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Geachte klant,
Wij willen u feliciteren met de aanschaf van uw ets
en u bedanken voor uw vertrouwen.
Met de aankoop van deze ets heeft u gekozen
voor een hoogwaardige, milieuvriendelijke manier
van vervoer, waarvan u veel plezier zult hebben en
waarmee u tegelijkertijd uw gezondheid stimuleert.
Uw rijwielhandelaar staat na alle adviezen en de
eindmontage altijd voor u klaar. Hij is uw contact-
persoon voor alle soorten onderhoud, inspecties,
wijzigingen en reparaties.
Als u vragen heeft over ons product, neem dan contact
op met uw rijwielhandelaar.
1.1 Conventies
1.1.1 Symbolen
Let op!
Vestigt de aandacht op informatie die uw
speciale aandacht vereist.
Waarschuwing!
Waarschuwt u voor mogelijk licht letsel en
mogelijke schade aan eigendommen.
Gevaar!
Waarschuwt u voor mogelijk ernstig letsel
of overlijden.
Gevaar voor brandwonden!
De temperatuur is hoger dan dan 45 °C
(stolling van eiwit) en kan brandwonden
veroorzaken.
1.1.2 Betekenis van plaats
Als in deze gebruiksaanwijzing wordt gesproken van
"rechts", "links", "voor" of "achter", betekent dit altijd
gezien vanuit de positie "in de rijrichting".
1.1.3 Afkortingen
1.1.4 Denitie van begrippen
Achtje
Een speling op de velg wordt
informeel aangeduid als een
"achtje".
bar Gebruikelijke eenheid voor
luchtdruk.
1 Over deze
handleiding
Draaimoment
Ook wel aandraaimoment ge-
noemd. Geeft aan hoe "strak" een
schroef wordt aangedraaid.
DIN Deutsches Institut für Normung
(Duits Instituut voor Normalisatie).
EN Europäische Norm (Europese
Norm) (vaak verbonden aan DIN).
Dealers/werk-
plaats
Dealers en werkplaatsen zijn in-
richtingen die door de bevoegde
autoriteit in het betreende land
zichzelf zodanig mogen noemen,
en etsen mogen verkopen en
repareren.
Door ons erkende dealers:
Wij staan alleen geselecteerde
dealers de verkoop en reparatie
van onze producten toe.
Handkracht
De kracht die een gemiddeld
volwassen mens met matige tot
gemiddelde inspanning met een
hand uitoefent.
HWK in Duitsland:
Kamer van Ambachten
IHK in Duitsland: Kamer van Koop-
handel
MTB Mountainbike
Nm Newtonmeter; eenheid voor
koppel
Pedelec gemotoriseerde etsondersteu-
ning
psi
pound per square inch; Ameri-
kaanse eenheid voor druk;
1 psi = 0,06897 bar
StVO Duits
wegenverkeersreglement
StVZO Duits wegenverkeersreglement
HANDLEIDING
8 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
1.2 Algemene informatie over
deze handleiding
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Deze handleiding is niet bedoeld om te
leren etsen.
Als u deze instructies niet opvolgt, kan
dit leiden tot gevaarlijke rijsituaties,
valpartijen, ongevallen en schade aan
eigendommen.
Lees deze instructies voor het eerste gebruik
van uw ets zorgvuldig door.
Zorg ervoor dat alle velden volledig zijn
ingevuld in rubriek 15.
Zorg ervoor dat deze handleiding afzonder-
lijke handleidingen in uw eigen taal voor de
afzonderlijke onderdelen van uw ets moet
begeleiden. Deze worden expliciet in punt
16, een leveringscerticaat genoemd.
Alle hieronder genoemde etsonderdelen
zijn afgebeeld.
De afbeeldingen in deze handleiding zijn
voorbeelden en zijn geldig voor alle Cube-
etsen (behalve Pedelecs).
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en
geef deze instructies samen met de ets
door, als u de ets ooit verkoopt of weg-
geeft.
Het is uw verantwoordelijkheid om uw ets,
zoals vereist, te controleren en eventuele
reparaties uit te laten voeren.
Als u sommige delen van deze handleiding
niet begrijpt, raadpleeg dan uw dealer.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Gebruikershandleiding voor kinderen en
jongeren.
Deze handleiding is bedoeld voor voog-
den van kinderen en jongeren die deze
ets gebruiken.
Schroefkoppe-
lingen,
niet correct
Een losse schroef kan vaak
worden herkend door een
uitstekende schroefkop.
De technische termen gebruikt voor
etsonderdelen vindt u in de afbeeldin-
gentabel in de bijlagen of apart bij de
afzonderlijke beelden.
Wetten:
StVO en StVZO zijn wetten die alleen in
Duitsland gelden.
Zoek voordat u voor het eerst gebruik
gaat maken van uw ets, uit welke wetten
voor het gebruik van uw ets in uw land
gelden. Daarvoor kunt u zich wenden tot
de bevoegde autoriteiten en raadpleeg
uw dealer.
Juiste schroef-
koppeling
De term "juiste schroefkoppeling"
betekent de toestand waarin de
schroefkoppen met hun volledige
contactvlak op het onderdeel
rusten.
| 9
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Het is mogelijk dat aan deze ets onder-
delen zijn gemonteerd, die niet in deze
handleiding worden beschreven.
Zorg ervoor dat u altijd rekening houdt
met de ingesloten handleiding van
de onderdelen van de desbetreende
fabrikant.
Het is van groot belang om de instructies
en de daarin opgenomen informatie op
te volgen!
Raadpleeg daarvoor uw
dealer.
1.2.3 Afbeeldingen
Afbeeldingen bij de beschrijvingen,
vindt u direct voor of na de betreende
teksten.
1.2.1 Geldigheidsbereik
Deze handleiding geldt alleen voor etsen vanaf
modeljaar 2012 die van ons afkomstig zijn, en voor
uw specieke categorie en serie, zoals vermeld
onder punt 4.
Deze gebruiksaanwijzing geldt alleen als deze bij
aanschaf van de ets bij ons huis geleverd werd.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Nieuwe technische kennis kan leiden tot
wijzigingen in de modellen, de bediening
ervan en tot nieuwe modellen.
Let op de afzonderlijke gegevens, indien
van toepassing.
Raadpleeg uw dealer voor
de juistheid en geldigheid van deze hand-
leiding.
1.2.2 Toepasselijke documenten
handleidingen voor onderdelen
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Door de diversiteit van bestaande ets-
onderdelen, is het onmogelijk om een
universele gebruiksaanwijzing te maken.
Als uw kinderen en de jongeren zich niet aan
deze instructies houden, kan dit leiden tot
gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongeval
-
len en schade aan eigendommen.
Als in deze handleiding, bijvoorbeeld van "...
u kunt zijn... ", "... laat uw ets... " enz. wordt
gesproken, wordt elke keer het kind/de
jongere en zijn of haar ets bedoeld.
Neem deze instructies samen door en leg uw
kind alle punten, met name de veiligheidsin-
structies uit.
Als ouder/verzorger is het uw verantwoor-
delijkheid om de veiligheid van deze ets
tijdens het gebruik te garanderen.
10 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
2.1.2 Hoe mag u op uw ets rijden?
Gevaar voor schade aan personen
en eigendommen!
Ga met het zitvlak op het zadel zitten of
maak een ronddraaiende trapbeweging
terwijl u op de pedalen staat.
Houd met de linkerhand het linkerhandvat
en met de rechterhand het rechterhandvat
van het stuur vast.
Gebruik de ets alleen als middel om u
voort te bewegen.
2.1.3 Waar mag u op uw ets rijden?
Alle etsen uit ons huis zijn ingedeeld in
categorieën. De categorie van uw ets
vindt u achterin deze bedieningshand-
leiding. De categorie wordt daar door
de dealer bij aankoop genoteerd (zie
ook hoofdstuk 4).
2 Voor uw veiligheid
2.1 Gebruik uw ets
waar deze voor bedoeld is
2.1.1 Wie mag op uw ets rijden?
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
De bestuurder moet de juiste lengte hebben
voor deze ets (vraag uw dealer).
Kinderen en jongeren moeten in staat zijn
om de ets veilig te bedienen. De bedie-
ningselementen (bijv. remhendel) moeten
geschikt zijn voor kinderen.
Door verschillende organisaties en trai-
ners worden rijtechniekcursussen aange-
boden voor mountainbiken. Een derge-
lijke cursus helpt u uw etstechniek en de
werking van uw ets te verbeteren.
Gevaar voor schade aan personen
en eigendommen!
Uw rijveiligheid op deze wegen en paden
is afhankelijk van uw snelheid.
Bij sprongen en hoge snelheden, alsook
bij gebruik van de ets in een etspark
en tijdens afdalingen, bestaat in prin-
cipe een risico op een val.
Hoe hoger de snelheid, hoe hoger het
risico!
Alle wegen en straten kunnen beschadigd
zijn of obstakels hebben.
Rij op dergelijke plaatsen zeer langzaam
en voorzichtig. Als dat nodig is, schuift of
draagt u uw ets over dergelijke hindernis-
sen.
Spring of rij alleen met hoge snelheid als u
deze rijtechniek goed beheerst.
Pas het gebruik van uw ets aan uw eigen
rijkunsten aan en maak gebruik van een
geschikte, beschermende uitrusting.
| 11
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Categorie 0 Beschrijving Modellen
Kinderetsen
Kindermountainbike
Bandenmaten
12“-26“
Kinderetsen voor ritten op verharde paden, zoals:
- Verharde wegen die niet worden gebruikt door motor
voertuigen en etspaden
- Wegen die door zand, grind of soortgelijke materialen
zijn aangelegd (bijv. bosweg, onverharde weg) en niet
worden gebruikt door motorvoertuigen
waarbij de wielen in voortdurend contact met de grond
zijn (-> geen scheuren, niet rijden op een wiel, niet rem-
men waarbij het achterwiel het contact met de grond
verliest).
Verantwoordelijkheid van de ouders:
Het beoogde gebruik (correcte omgang met de ets),
evenals instructies en controle voor een goede werking
van de ets, zijn de verantwoordelijkheid van ouder of
voogd
CUBIE 120
CUBIE 160
CUBIE 180
ACID 200/240
ACID 200/240 ALLROAD
STREET 200/240
ELLA 200/240
REACTION 200/240
ACID 240 HYBRID
ACID 260
ACID 260 ALLROAD
Categorie 1 Beschrijving Modellen
Raceetsen, triatlon-
en tijdritetsen,
Fitness- en stads-
etsen
Voor ritten op verharde paden, zoals:
- geasfalteerde wegen en etspaden
waarbij de wielen in voortdurend contact met de grond
zijn (-> geen sprongen, niet rijden op een wiel, niet rem-
men waarbij het achterwiel het contact met de grond
verliest).
ATTAIN / AGREE / AXIAL
LITENING / AERIUM
SL ROAD / EDITOR
HYDE SUV HYBRID
AGREE HYBRID
Categorie 2 Beschrijving Modellen
Cross- en trekking-
bikes
(ook als Hybride),
Cyclecrossbikes
Voor ritten op verharde paden, zoals:
- geasfalteerde wegen en etspaden
- Wegen die door zand, grind of soortgelijke materialen
zijn aangelegd (bijv. bosweg, onverharde weg)
- Verharde wandelpaden, waarop geen of weinig wortels,
drempels of stenen aanwezig zijn
waarbij de wielen in voortdurend contact met de grond
zijn, of door kleine oneenheden, zoals wortels, korte tijd
het contact met de grond verliezen (-> geen sprongen,
niet rijden op een wiel, niet remmen waarbij het achter-
wiel het contact met de grond verliest).
NATURE / CROSS
TONOPAH / KATHMANDU
TOURING / TRAVEL
TOWN / ELLA RIDE / ELLA
CRUISE CROSS RACE /
NUROAD
CROSS HYBRID
TOURING HYBRID
TRAVEL HYBRID
DELHI HYBRID
ELLA RIDE HYBRID
ELLA CRUISE HYBRID
ACID HYBRID
TOWN HYBRID
KATHMANDU HYBRID
12 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Categorie 3 Beschrijving Modellen
Mountainbike met
voorvering
met max 100 mm
uitslag
(ook als Hybride)
Voor ritten op verharde paden, zoals:
- geasfalteerde wegen en etspaden
- Wegen die door zand, grind of soortgelijke materialen
zijn aangelegd (bijv. bosweg, onverharde weg)
- Verharde en onverharde paden waar vaak wortels,
drempels en stenen liggen
waarbij de wielen in voortdurend contact met de grond
zijn, of door kleine oneenheden, zoals wortels, korte tijd
het contact met de grond verliezen (-> geen sprongen,
niet rijden op een wiel, niet remmen waarbij het achter-
wiel het contact met de grond verliest).
AIM / ANALOG /
ATTENTION / ACID / LTD/
RACE ONE / ACCESS
REACTION / ELITE
ELITE ROOKIE
ACCESS HYBRID
REACTION HYBRID
ELITE HYBRID
REACTION C: 62 YOUTH
Categorie 4 Beschrijving Modellen
Mountainbike
Volledige vering
met max. 160 mm
uitslag
(ook als Hybride)
Voor ritten op:
- geasfalteerde wegen en etspaden
- Wegen die door zand, grind of soortgelijke materialen
zijn aangelegd (bijv. bosweg, onverharde weg)
- Verharde en onverharde paden waar vaak wortels,
drempels en stenen liggen
- Ruw, onverhard terrein met sporadische sprongen van
maximaal 0,5 m
waarbij de wielen in voortdurend contact met de grond
zijn, of door kleine oneenheden, zoals wortels, korte tijd
het contact met de grond verliezen (-> niet rijden op een
wiel, niet remmen waarbij het achterwiel het contact met
de grond verliest).
AMS 100
STEREO120/140/150
STEREO 120 YOUTH
STEREO HYBRID
120/140/160
STING 120/140
STING HYBRID 120/140
REACTION TM
STEREO 150
Categorie 5 Beschrijving Modellen
Mountainbike
Volledige vering
met 170/190 mm
uitslag
zoals categorie 5
en ook ritten op/in:
- ociële downhillpaden en in sport- en etsparken
Fietsen uit deze categorie moeten op basis van de hoge-
re belasting, verplicht na elke rit intensief op eventuele
schade worden gecontroleerd.
STEREO 170
Categorie 6 Beschrijving Modellen
Dirtbike/Down-
hillbike/ Volledige
vering met > 200 mm
uitslag
zoals categorie 5
en ook ritten op/in:
- ociële downhillpaden en in sport- en etsparken
Fietsen uit deze categorie moeten op basis van de
hogere belasting, verplicht na elke rit intensief op even-
tuele schade worden gecontroleerd.
TWO15
FLYING CIRCUS
Mountainbike met
voorvering
met max 130 mm
Houd er rekening mee dat bij gebruik van achterstandaards, spatborden, bagagerekken,
naast etsaanhangers is het toepassingsgebied van het model altijd veranderd naar gebruikscategorie 2.
| 13
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
2.1.4 In welke toestand moet uw ets zijn
als u er op rijdt?
Uw nieuwe ets is een sportartikel en
mag volgens de verkeersregels niet op
de openbare weg worden gebruikt zon-
der passende uitrusting.
Om aan de huidige verkeersregels te
voldoen, moet uw ets beschikken over
de volgende faciliteiten.
De volledige tekst van de voorschriften
voor uitstapjes in Duitsland vindt u bij de
StVZO, of u raadpleegt uw dealer.
De exacte tekst van de wet met details,
vindt u onder meer op het volgende
adres: http://www.gesetze-im-internet.
de/stvzo/.
Bij gebruik buiten Duitsland, dient u zich
te houden aan de verkeersregels die in uw
land van toepassing zijn. Raadpleeg uw
dealer of de bevoegde instantie.
twee onafhankelijk werkende remmen
een bel
verlichting aangedreven door een dynamo,
voor (wit licht) en achter (rood licht)
Raceetsen lichter dan 11 kg, zijn vrijge-
steld van dynamoplicht.
Op raceetsen die zijn vrijgesteld van de
dynamoplicht, moet u overdag verlich-
ting voeren die werkt op batterijen.
Voor de duur van de deelname aan wedstrij-
den zijn raceetsen vrijgesteld van deze eis.
witte reector voor (vaak geïntegreerd in
de koplamp) en een rode reector achter
elk twee gele reectoren in voor- en ach-
terwiel; bij gebreke daarvan, banden met
dubbelzijdige reecterende strepen
2.1.5 Accessoires en toebehoren
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Veel etsers willen hun ets veranderen
en aanpassen aan hun specieke be-
hoeften. Vork, zadel, het stuur, pedalen,
remmen, banden en veringselementen -
er zijn vele manieren om uw ets achteraf
te veranderen.
Reparaties uitvoeren aan de ets, ook
reparaties die heel eenvoudig lijken,
vereisen een goede opleiding, gedegen
kennis en veel ervaring.
Ondeskundige werkzaamheden aan uw
ets kunnen leiden tot gevaarlijke rijsitu-
aties, valpartijen, ongevallen en schade
aan eigendommen.
Gebruik alleen EN-gecerticeerde acces-
soires. Dit geldt niet voor een etscomputer
en bidonhouder, als deze door een dealer
uitgezocht en gemonteerd worden.
Raadpleeg uw dealer bij
het uitzoeken van accessoires.
Ons bedrijf verbiedt de vervanging van de
voorvork met als doel aanpassing.
Is dit tijdens reparatiewerkzaamheden nood-
zakelijk, mag alleen een soortgelijke of een
door ons huis voor uw ets goedgekeurde
voorvork gebruikt worden.
Raadpleeg onze geautoriseerde dealers.
elk twee gele reectoren voor zowel het
rechter- als het linker pedaal
Alle onderdelen van verlichting en
reectoronderdelen moeten zijn goed-
gekeurd.
De ontvankelijkheid herkent u aan de
etikettering met een "K", een golvende
lijn en een meercijferig nummer.
Voor de juiste montage van deze onder-
delen, neemt u contact op met uw dealer.
14 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Let er op dat u het maximum gewicht ook
niet bereikt met kinderen en/of bagage (zie
tabel onder punt 3.2).
Zorg ervoor dat u alles veilig vervoert.
Bagage mag de bewegende etsonderdelen
(tandwielen, aandrijving, ketting, remmen)
niet raken, en de functie en werking van uw
ets niet belemmeren.
U mag het toegestane maximum gewicht
niet overschrijden, zie hoofdstuk 3.2.
Ga in wielerkleding met uw ets op een
weegschaal staan.
Bepaal het totaalgewicht, waarbij u uw ets
met complete lading (niet met kinderen!)
omhoog tilt,
Kinderen weegt u apart op een personen-
weegschaal en dat gewicht telt u op bij de
vastgestelde gewichten:
Door te veel belading verslechtert het
rijgedrag.
Door belading wordt de remweg langer.
Pas uw rijstijl aan!
De montage en het gebruik van etsaanhan-
gers is aan onze etsen niet toegestaan als
deze niet speciaal voor dat betreende
model ets zijn vrijgegeven.
2.1.7 Roltraining
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Roltraining:
Het gebruik van een roltrainer met vast-
zetten van het frame, stuur of voorvork,
kan uw ets beschadigen.
Het gebruik van een roltrainer, waarbij de
ets bij de voorvork, aan het stuur of het
frame wordt vastgezet, is niet toegestaan .
Carbonframes zijn over het algemeen
alleen geschikt voor gebruik op een vrije
roltrainer (geen bevestiging).
2.1.6 Vervoeren van kinderen en bagage,
etsaanhangers
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Het vervoer van kinderen en bagage is
vol gevaren. Veel etsframes zijn niet ge-
schikt voor montage van bagagedragers
en kinderzitjes.
Vervoer uw bagage uitsluitend in/op
geschikte draagsystemen.
Dit zijn bijvoorbeeld etstassen of door
de fabrikant goedgekeurde bagage-
dragers. Raadpleeg daarvoor uw eigen
dealer.
Bagagedragers mogen alleen worden
gemonteerd aan de daarvoor bestemde
bevestigingsonderdelen van de volgende
series/modellen.
– Cross
– Trekking/City
MTB met aanwezige
Montageoptie
Kinderzitjes mogen alleen op daarvoor ge-
schikte bagagedragers worden gemonteerd.
Raadpleeg daarvoor uw eigen dealer.
De maximale belasting bedraagt 25 kg.
LET OP:
Sommige bagagedragers zijn alleen
geschikt voor minder gewicht.
Let op de informatie van de fabrikant van
de bagagedrager.
Het inbouwen van elektrische aandrijvingen
is op geen van onze etsen toegestaan!
Alle onderdelen van uw ets mogen in hun
aard niet worden gewijzigd.
Alle aanbouw-, ombouw-, onderhouds- en
andere werkzaamheden aan uw ets mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door een
erkende dealer.
Merk op dat de persoon die wijzigingen
aan de ets uitvoert, daar ook aansprakelijk
voor is.
| 15
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
2.2 Restrisico's
2.2.1 Gevaren veroorzaakt door
verkeerde eindmontage
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Oneigenlijk eindmontage van deze ets
kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties,
valpartijen, ongevallen en schade aan
eigendommen.
Laat de juiste eindassemblage en de in-
stelling van de juiste zitpositie uitvoeren
door uw dealer.
Gebruik daarvoor het formulier in deze
handleiding.
2.2.2 Gevaren veroorzaakt door
oneigenlijk gebruik
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Als u deze instructies niet opvolgt, kan
dit leiden tot gevaarlijke rijsituaties,
valpartijen, ongevallen en schade aan
eigendommen.
Volg altijd de instructies in punt 2.1.3
Controleer de geschiktheid van uw ets voor
uw beoogde gebruik. (zie punt 2.1, 4.1)
2.1.7 Roltraining
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Roltraining:
Het gebruik van een roltrainer met vast-
zetten van het frame, stuur of voorvork,
kan uw ets beschadigen.
Het gebruik van een roltrainer, waarbij de
ets bij de voorvork, aan het stuur of het
frame wordt vastgezet, is niet toegestaan .
Carbonframes zijn over het algemeen
alleen geschikt voor gebruik op een vrije
roltrainer (geen bevestiging).
2.2.3 Verbrandingsgevaar
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Gevaar voor brandwonden!
Na lange afdalingen kunnen etsvelgen
en remschijven erg heet worden.
Raak onmiddellijk na een afdaling de velgen
of remschijven niet aan.
Laat de velgen en remschijven eerst afkoe-
len voordat u ze aanraakt.
2.2.4 Andere gevaren en
veiligheidsinformatie
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Als u deze instructies niet opvolgt, kan
dit leiden tot gevaarlijke rijsituaties,
valpartijen, ongevallen en schade aan
eigendommen.
Volg de geldende verkeersregels in uw land.
Zet een helm op tijdens het etsen.
Rij met vooruitziende blik maar defensief.
Rij niet als u onder invloed van alcohol bent.
Hou uw ets te allen tijde onder controle
tijdens het etsen, ook als u plotseling in
een gevaarlijke situatie komt.
In natte weersomstandigheden kunnen de
remmen dienst weigeren. De remweg wordt
dan langer.
Draag tijdens het etsen alleen geschikte
kleding die u tijdens het etsen niet in uw
bewegingen belemmert en u het zicht niet
ontneemt.
Draag tijdens het etsen een strak sluitende
broek. Losse kleding kan tussen de ets vast
komen te zitten en tot ernstige valpartijen
leiden.
Het toegestane maximumgewicht niet
overschrijden (zie paragraaf 3.2).
Let op de onderhoudsinstructies in para-
graaf 12 en 13
Ter controle van de temperatuur raakt u met
de blote vinger heel kort de velgen en de
remschijven aan.
Als deze heet aanvoelen wacht u even en
vervolgens herhaalt u deze test zo vaak, tot-
dat de velgen en remschijven afgekoeld zijn.
16 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
3 Levering,
technische gegevens
3.1 Levering
Complete ets, gedeeltelijk zonder pe-
dalen of
Framekit
elk met handleiding inclusief leverings-
certicaat, alsmede alle andere relevante
handleidingen van fabrikanten waarvan
onderdelen werden gebruikt.
Let bij carbon frames en Pedelecs op de
aanvullende handleiding.
3.2 Technische gegevens
Toegestaan totaalgewicht
=
ets met totaal laadvermogen en extra
onderdelen
+
lichaamsgewicht incl. kleding en bagage
(etstas)
(*): 12“/16“/18“/20“/24“26“ verwijst naar
de wielmaat. De maat wordt aangegeven
op de band. Raadpleeg daarvoor uw
eigen dealer.
Hou er rekening mee dat bij gebruik van
lichtgewicht onderdelen, zoals speciale
wielen en de daarmee gepaard gaande
beperking van de belasting, deze wordt
overgedragen op de ets.
Zoek deze informatie op in de handlei-
ding van de fabrikant van het onderdeel.
Voorbeeld 1:
Raceetswielset met 90 kg toelaatbaar
totaalgewicht vermindert het toegestane
totaalgewicht van de raceets van 115 kg
naar 90 kg.
Voorbeeld 2:
Bagagedrager met 20 kg totaalgewicht ver-
mindert het toegestane totaalgewicht van
de trekkingets van 140 kg naar 135 kg.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Nieuwe technische kennis kan leiden tot
wijzigingen in de modellen, de technische
gegevens en tot nieuwe modellen.
Let op de afzonderlijke gegevens,
indien van toepassing.
Raadpleeg uw dealer voor de nauwkeurig-
heid van deze technische gegevens.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Draaiende wielen kunnen letsel aan
handen en andere lichaamsdelen veroor-
zaken.
Kom niet met uw handen of andere
lichaamsdelen in de buurt van draaiende
wielen.
Kom niet met uw handen en andere
lichaamsdelen in de buurt van bewegende
onderdelen (bijv. vering, hefboom, rem,....)!
Zorg ervoor dat kinderen die op een kin-
derzitje zitten, niet in contact komen met
draaiende wielen of andere bewegende
onderdelen.
2.2.5 Verwijdering
Voer uw ets nadat deze niet meer bruik-
baar is op een correcte manier af.
Vraag uw dealer of neem contact op met
een recyclingbedrijf.
Toegestaan totaalgewicht
Raceets/Triatlon /
Tijdritets / cyclocross
(incl. Hybrid)
115 kg
Mountainbike (MTB) 115 kg
Mountainbike Hybrid 125 kg
Trekking / Crossbike /
Fitnessbike / Urban-
bike (incl. Hybrid)
115 kg + 25 kg
(bagagedrager)
Kinderets 12“ (120) * 30 kg
Kinderets 16“ (160) * 30 kg
Kinderets 18“ (180) * 40 kg
Kinderets 20“ (200) * 40 kg + 10 kg
(bagagedrager)
Kinderets 24“ (240) *
(incl. Hybrid)
80 kg + 10 kg (
(bagagedrager)
Kinderets 26“ (260) * 90 kg + 10 kg (
(bagagedrager)
| 17
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
3.3 Draaimoment, Schroefverbindingen
4 Montage en functie
4.1 Categorieën/overzicht van modellen
Wij delen onze etsen in de volgende categorieën in. In
deze categorieën spreken we van verschillende series.
Mountainbike - Fully (= voor- en achterwiel
verend, zie ook paragraaf 4.2.1)
Hardtail (voorwiel verend, achterwiel niet,
zie ook paragraaf 4.2.2)
Categorie en model, en andere gegevens over
uw ets vindt u samen met het leveringscerti-
caat achterin deze bedieningshandleiding.
Controleer bij aankoop samen met uw dealer
of alles volledig en correct is ingevuld.
Crossets Cyclocross
Raceets Fitnessets/stadsets
Trekkingets Pedelec
Onderdeel Fabrikant Model/type Verbinding Soort
verbinding Aandraaimoment (Nm)
Zadelpen
CUBE
Performance Post
Klem
zadel
2 bouten 7
Performance
Motion Post 2 bouten 7
ProLight 1 bout
+ 1 handwiel 8-10
AERO ProLight 2 bouten 8-10
Dropper Post 2 bouten 8-10
RFR Suspension
Seatpost 2 bouten 7-9
Level 9 Seatpost 2 bouten 7
Ritchey WCS Carbon
Single Bolt 1 bout 12
Syntace P6 Carbon 2 bouten 8-10
Rock
Shoxs Reverb Stealth 2 bouten 10
CUBE AERIUM C:62
Klem
standaardzadel 1 bout 6
Klem
monolinkzadel 2 bouten 8
Zadelpen van carbon
Klem van de
zadelpen
op het frame
1 bout
Max. 6
(stapsgewijs bevestigen!)
Neem de aanwijzingen over het
aandraaimoment op de zadelpen
of in de gebruiksaanwijzing van de
zadelpen in acht!
Aluminium frame 1 bout 5–8
AERIUM HPA (aluminium) 2 bouten 4-5
Carbonframe 1 bout Max. 6
(stapsgewijs bevestigen!)
AERIUM C:62 / C:68 (carbon) 1 bout 6
Bevestigingsbout eshouder 2 bouten 3
Kabelgeleiderbout 1 bout 1,5
Bevestiging bagagedrager per bout 6
18 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
4.1.2 Raceets/triatlon/tijdritets/Categorie 1
geen uitrusting volgens de verkeersregels, derailleur, velgremmen, wielen met een velgdiameter
van 28" (622 mm). Toepassingen en toewijzing van uw ets vindt u in paragraaf 2.1.3
4.1.3 Fitnessets/Stadsets/Categorie 1 Extra functies:
geen uitrusting volgens de verkeersregels,
ketting- of naafversnelling, wielen met een
velgdiameter van 28" (622 mm).
- Recht of mountainbikestuur
– Bandbreedte 25 mm tot 42 mm
– Velg- of schijfrem
4.1.1 Kinderetsen/Categorie 0
Functies van een mountainbike, velgremmen, schijfremmen, wielen met velgdiameter van 12“, 16“,
18“, 20“ ,24“ 26“ en modellen volgens de verkeersregels, derailleurs en naafversnellingen, toepassin-
gen en toewijzing van uw ets vindt u in paragraaf 2.1.3
| 19
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
4.1.4 Crossets/Categorie 2
Functies van een mountainbike, wielen met een velgdiameter van 28" (622 mm) en een band-
breedte tot 50 mm. Toepassingen en toewijzing van uw ets vindt u in paragraaf 2.1.3
4.1.5 Trekkingets/ Trekkingets
HYBRIDE
Categorie 2
Extra functies:
Uitgerust volgens de verkeersregels,
uitgerust met ketting- of naafversnelling,
bagagedrager, spatbord (" beschermers" ),
wielen met een velgdiameter van 28" (622
mm). Toepassingen en toewijzing van uw
ets vindt u in paragraaf 2.1.3
– Bandbreedte tot 55 mm
Verlichting, reectoren en bel
4.1.6 Cyclocross/ Categorie 2
geen uitrusting volgens de verkeersregels, derailleur,
wielen met een velgdiameter van 28" (622 mm).
Toepassingen en toewijzing van uw ets vindt u in
paragraaf 2.1.3
Extra functies:
- Banden met V-proel
- Cantilever- of schijfrem
20 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
4.1.8 Fully/ Fully HYBRIDE (Volledige vering met max. 160 mm uitslag) /
Categorie 4
Fullys zijn mountainbikes met voor- en achtervering, waarvan het toepassingsgebied wordt bepaald
door de uitslag en uitrusting. Toepassingen en toewijzing van uw ets vindt u in paragraaf 2.1.3
4.1.7 Hardtail/ Hardtail HYBRIDE/ MTB met voorvering/
Categorie 3
Hardtails zijn mountainbikes met voorvering, waarvan het toepassingsgebied wordt bepaald door
de uitslag en uitrusting. Toepassingen en toewijzing van uw ets vindt u in paragraaf 2.1.3
| 21
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
4.1.10 Dirtbike/ Downhillets (Volledige vering met max. 215 mm uitslag)/
Categorie 6
Dirtbike/Downhillbikes zijn mountainbikes met voor- en achtervering, waarvan het toepas-
singsgebied wordt bepaald door de uitslag en uitrusting. Toepassingen en toewijzing van uw
ets vindt u in paragraaf 2.1.3
4.1.9 Fully/MTB (Volledige vering met max. 170/190 mm uitslag) /
Categorie 5
Fullys zijn mountainbikes met voor- en achtervering, waarvan het toepassingsgebied wordt
bepaald door de uitslag en uitrusting. Toepassingen en toewijzing van uw ets vindt u in
paragraaf 2.1.3
22 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
4.2 Algemene informatie
4.2.1 Remmen
Uw ets heeft een of twee van elkaar
onafhankelijke velg- of schijfremmen
(zie paragraaf 4.1-4.7).
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Verkeerde bediening van de remmen
gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, onge-
vallen en schade aan eigendommen tot
gevolg hebben.
U dient zich vertrouwd te maken met het
gebruik van de remmen.
Bekijk goed welke remhendel bij het voor-
wiel en welke bij het achterwiel hoort.
Knijp daartoe in stilstand meerdere keren de
betreende remhendel in. Aan het voor- of
achterwiel kunt u zien dat de remblokken
open- en dichtgaan.
4.2.2 Schakeling
Uw ets heeft Frame met vier verbindingen
Het aantal verbindingen kunt u gemakkelijk tellen. De
steun aan het veerelement telt niet als verbinding.
een derailleur en een crank met een, twee of
drie kettingbladen
Met deze schakeling gebruikt u voor
elke snelheid de optimale versnelling en
faciliteert onder meer het bedwingen van
hellingen.
Het aantal versnellingen stelt u zo vast:
Derailleur: Aantal kettingbladen voor,
vermenigvuldigd met het aantal tandwielen
achter. Bijvoorbeeld, 2 kettingbladen x 10
tandwielen = 20 versnellingen.
Naafversnelling: Let op de aanwijzingen
op de naafbehuizing of op de versnellings-
hendel
4.2.3 Frame en vork
Fietsframes zijn beschikbaar in de vol-
gende uitvoeringen:
zonder vering: met vaste vork en vast frame,
verkrijgbaar in de volgende series
- Raceets
– Cyclocross
- Fitnessets/stadsets
Trekking (niet alle modellen)
halve vering ("Hardtail"): met voorvering
en vast frame, verkrijgbaar in de volgende
series
_KID 240/260
– Mountainbike
– Cross
Trekking (niet alle modellen)
volledige vering ("Fully" of "Full-suspensi-
on"): met verende voorvork en achtervering
Bij etsen met volledige vering zijn er verschil-
lende veersystemen met een verschillend aantal
verbindingen.
4.3 Framemateriaal / informatie over
carbon
Moderne etsframes zijn gemaakt van aluminium
legeringen, carbon, staal of titanium.
Uw framemateriaal vindt u in paragraaf
16, in het leveringscerticaat of raad-
pleeg daarvoor uw dealer.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Carbon is een modern materiaal dat wordt
gebruikt voor het vervaardigen van etsen
en auto's. Echter, carbon onderdelen zijn
delicaat en gevoelig. Fouten tijdens de
installatie of tijdens het gebruik kunnen
leiden tot breuken en dus tot gevaarlijke
rijsituaties, valpartijen, ongevallen en schade
aan eigendommen.
| 23
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Carbon is een informele uitdrukking voor kool-
stofvezelversterkte kunststof. Dit verwijst naar
een vezelversterkt kunststofcomposiet materiaal
waarin koolstofvezels zijn ingebed in een veel-
voud van lagen in een kunststofmatrix.
4.3.1 Informatie over het frame
De productie van deze high-endproducten vindt met
de hand plaats. Dit kan leiden tot verschillen in de
afwerking, maar vormt geen aanleiding tot klagen.
4.3.2 Zo gaat u op de juiste manier
om met uw carbon onderdelen
1. Monteer in geen geval beugels, schroef-
koppelingen, klemmen of andere ele-
menten die mechanische krachten op de
carbon buis uitoefenen.
2. Inklemming op montagestelling of an-
dere klemmingen:
Zet uw ets nooit vast aan een carbonbuis
of een carbonzadelpen in de klemming van
een montagestandaard.
3. Voorzichtigheid is geboden bij het
gebruik van hangsloten! Deze kunnen on-
der bepaalde omstandigheden uw frame
beschadigen.
Let er bij het gebruik van hangsloten op
dat deze de betreende carbon buis alleen
aanraakt en niet met kracht belast.
4. Zadelpenklem / zadelpen:
Het voorgeschreven aandraaimoment van
de schroef van de zadelpenklem bedraagt:
Max.6 Nm.
De zitbuis mag niet worden geruimd of
anderszins mechanisch bewerkt worden.
Neem na een val onmiddellijk contact op
met uw dealer.
Zadelpen en zitbuis mogen niet worden
ingevet. Daarvoor mag alleen een carbon-
montagepasta worden gebruikt.
Zadelpennen van aluminium mogen alleen
worden gemonteerd met behulp van een
carbonmontagepasta.
De zadelklem mag bij een verwijderde
zadelpen niet worden afgesloten.
Zorg ervoor dat u de volgende aanwijzingen
voor het gebruik van onderdelen gemaakt
van carbon, opvolgt.
Als u vragen hebt over de omgang met
carbon onderdelen, neem dan contact op
met uw dealer.
Gevaar voor schade aan personen en eigen-
dommen!
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Stoten en schokken, die kunnen optreden
bij ander gebruik dan voor het beoogde
gebruikdoel (zie paragraaf 2.1.3 en 4.1),
alsmede steenslag kunnen onzichtbare
schade in koolstofvezel en/of delamina-
ties (= loslaten van de gebonden koolstof-
lagen) veroorzaken.
Door dergelijke voorafgaande schades in
combinatie met de optredende krachten
tijdens gebruik, kunnen carbononderde-
len plotseling breken en gevaarlijke rijsi-
tuaties, valpartijen, ongevallen en schade
aan eigendommen tot gevolg hebben.
Gebruik uw ets uitsluitend waar hij voor
bedoeld is (zie paragraaf 2.1.3 en 4.1).
Na een val of andere grote mechanische belas-
tingen, die geen deel uitmaken van normaal
rijgedrag, mogen carbon frames en onderdelen
niet meer worden bereden.
Neem na een val onmiddellijk contact op
met uw dealer.
24 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
5. Bidonhouder:
De draadblokken zijn bedoeld voor beves-
tiging van een standaardbidonhouder. Het
maximale aanhaalmoment voor schroeven
om de bidonhouder op het frame te beves-
tigen is 4 Nm.
6. Roltraining:
Het gebruik van een roltrainers met vaste
klemming is niet toegestaan . Door het
stevig aanspannen van de uitvallers of de
snelspanassen, treedt een belasting op
die duidelijk verschilt van het toegestane
rijgedrag. Dit kan leiden tot schade aan het
etsframe.
7. Transport:
Voorzichtigheid is geboden bij het vervoer
van etsen met een carbon frame.
Bescherm vooral het frame tegen contact
met andere delen. Gebruik daarvoor een
deken of iets dergelijks.
Er mogen geen draagsystemen worden
gebruikt, waarbij klemmen nodig zijn voor
de xatie en bevestiging.
Door de klemkracht kan schade aan buizen
of storingen veroorzaken.
Plaats geen voorwerpen op het frame.
Zorg ervoor dat de ets tijdens het transport
niet kan wegglijden.
5 Fietsframe /
Fietsframeset
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Fouten tijdens de installatie van uw frame
kunnen leiden tot ernstige valpartijen!
Sommige van onze etsframes zijn apart
verkrijgbaar en kunnen geheel volgens uw
wens worden opgebouwd. Zorg er wel voor
dat u de volgende instructies in acht neemt.
We laten het opbouwen van onze frames
uitsluitend over aan erkende dealers.
De persoon die een etsframe opbouwt tot
een complete ets, wordt beschouwd als
fabrikant en is aansprakelijk voor eventuele
installatiefouten en gebreken.
Deze handleiding is geen montagehandlei-
ding voor uw etsframe.
Gebruik voor de opbouw uitsluitend EN-
gecerticeerde en voor dit frame geschikte
merkaccessoires. Deze vindt u in de docu-
mentatie die bij deze informatie zit:
- Instructies van de fabrikant met compleet
adres
- Informatie over de uitgevoerde
ontroles en
controlerichtlijnen met EN-nummer
- Gedetailleerde en duidelijke productinfor
matie en montageinstructies in uw eigen
taal
Raadpleeg voor vragen over de juiste acces-
soires, uw eigen dealer.
Raadpleeg de informatie over het thema
voorvorken in paragraaf 2.1.5.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Aan dit frame mogen alleen vaste voor-
vorken zonder vering worden gemon-
teerd, die zijn goedgekeurd door ons
bedrijf. Raadpleeg uw erkende dealer.
- Raceets, alle modellen
- Fitness/Stads, alle modellen
- Cyclocross, alle modellen
- Trekking met vaste vork,
alle modellen
- KID 120/160/180 SL/200 SL/240SL/240 Ella
| 25
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
6 Vóór het eerste gebruik
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Een ets die niet rijklaar is, kan leiden tot
gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, onge-
vallen en schade aan eigendommen.
Hetzelfde gevaar bestaat als u nog niet
vertrouwd bent met uw nieuwe ets en
de bediening ervan.
Controleer uw ets overeenkomstig de
gegevens in paragraaf 7.
Zorg dat u eerst vertrouwd raakt met uw
ets voordat u er voor de eerste keer op gaat
rijden. Bepaal met welke remhendel u voor-
en achterwiel bedient, zie paragraaf 4.8.1.
Moderne remmen hebben een zeer sterk
remmende werking. Als u de remhendel te
krachtig indrukt, kan het betreende wiel
blokkeren en daardoor een val veroorzaken.
Maak uzelf op ongevaarlijk terrein ver-
trouwd met de remwerking van uw ets.
Bij nieuwe velgremmen, en na vervanging
van de remblokken, ontwikkelt de volledige
remwerking zich pas na een bepaalde
inloopperiode. Houd daarom aanvankelijk
rekening met langere remafstanden.
Schijfremmen moeten eerst worden ingere-
den. De volledige remkracht ontwikkelt zich
pas na het inrijden. Raadpleeg bijgevoegde
handleiding voor het inrijden van de fabri-
kant van de remmen.
Als uw ets is uitgerust met optionele klik-
pedalen, waarmee de schoen stevig vastzit
aan het pedaal, oefent u vóór gebruik het
in- en uitstappen.
Klikpedalen zijn geen veiligheidspedalen.
Als u voor het vervoer van uw ets na aan-
koop de zadelpen en voor- en/of achterwiel
moet demonteren, volg dan de instructies in
paragraaf 11.
1. Raadpleeg uw dealer voor de correcte
eindmontage en het testen van de techni-
sche staat van uw ets.
De jnafstemming en andere kleine
wijzigingen mag u zelf doorvoeren, zoals
beschreven in paragraaf 8.2 en 8.3.
2. Laat de juiste stand van het zadel instel-
len door uw eigen dealer.
3. Gebruik deze ets alleen als uw dealer u
heeft laten zien hoe de techniek van uw
nieuwe ets werkt.
4. Raadpleeg voor het eerste gebruik ook
paragraaf 8.
7 Voordat u gaat rijden
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Een ets die niet rijklaar is, kan leiden tot
gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, onge-
vallen en schade aan eigendommen.
Het is mogelijk dat uw ets in een onbe-
waakt moment omgevallen is of dat een
onbekende met uw ets geknoeid heeft.
Controleer voor elke rit of uw ets veilig
berijdbaar is.
Onthoud de juiste staat van uw ets in
nieuwstaat, zodat u later eventuele afwijkin-
gen van de juiste staat gemakkelijker kunt
herkennen (zelf gemaakte foto's kunnen
daarbij een waardevol hulpmiddel zijn).
Neem contact op met uw dealer als u vindt
dat de actuele toestand van de ets verschilt
van de toestand zoals die zou moeten zijn.
Gebruik uw ets pas weer als deze goed is
gerepareerd door de dealer.
De in de volgende paragrafen beschreven
onderdelen zijn niet beschikbaar voor alle
wielen. Sommige onderdelen zijn nader-
hand gemonteerd.
26 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Stel aan de hand van paragraaf 4 en de
volgende afbeeldingen vast hoe uw ets is
uitgerust. Voer de noodzakelijke controles
uit.
Als u niet zeker bent of vragen hebt, neem
dan contact op met uw dealer.
1. Onderwerp de hele ets aan een visuele
inspectie:
Controleer alle schroeven voor een correcte
montage (zie paragraaf 3.3).
Controleer de gehele ets op deuken, scheu-
ren, diepe krassen of andere mechanische
beschadigingen.
2. Raadpleeg uw dealer als u bij de visuele
controle gebreken van welke aard ook
waarneemt.
7.1 Wielen controleren
Voor- en achterwielen worden ook wel
loopwielen genoemd.
Een wiel bestaat uit:
Naaf
Tandwiel of tandwielsamenstel (alleen op de
achternaaf)
Remschijf, indien aanwezig
Spaken
Velgen en de
banden (zie het kader hieronder)
Momenteel zijn er drie verschillende
soorten banden:
Draad- of vouwband: Dit meest voorkomen-
de type band is samengesteld uit:
- Banden
- Binnenband en velglint
(alleen bij velgen met spaakgaten)
In de band zit een draad of hiel, die bij het
oppompen in de velgrand gaat hangen.
Toepassing: Alle categorieën
Banden zonder binnenband:
Speciale velgen (met of zonder luchtdichte
spaakgaten) en banden sluiten volledig
luchtdicht en maken een binnenband
overbodig.
In geval van een defect kan deze alsnog
gemonteerd worden.
Toepassing: Mountainbikes, crossetsen,
raceets/stadsets
Tube-band:
De binnenband wordt in de buitenband ge-
naaid. De band inclusief binnenbandwordt
bij de montage op de speciaal daarvoor
bestemde velg geplakt. Daarbij moeten de
montagevoorschriften van de banden-, lijm-
en velgfabrikant in acht worden genomen.
Volg daarvoor de aanwijzingen in paragraaf
7.1.3.
Toepassing: Raceets / weg
De soort band en de bandenmaat vindt u in
paragraaf 16, in het leveringscerticaat of
raadpleeg daarvoor uw dealer.
Bij etsen met een uitrusting overeenkomstig de
verkeersregels, kunnen reectoren worden gemon-
teerd.
| 27
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
7.1.1 Installatie controleren
1. Schud beide wielen krachtig, dwars op de
rijrichting.
De wielen mogen niet bewegen in de klem.
De snelspanner moet gesloten zijn (zie
paragraaf 8.8).
Er mogen geen kraak- of ratelende geluiden
hoorbaar zijn.
2. Raadpleeg uw dealer als het onderzoek
gebreken vertoont.
7.1.2 Velgen controleren
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Versleten velgen en / of
een groot slag in het wiel kunnen leiden
tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen,
ongevallen en schade aan eigendommen.
Versleten velgen moeten worden vervan-
gen en slagen in het wiel moeten worden
gerepareerd!
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Met velgremmen: Vuile velgen kunnen de
remwerking verminderen.
Vuile velgen moeten onmiddellijk worden
gereinigd (zie paragraaf 12 ).
1. Controleer de velgen op
slijtage:
Velgen met slijtage-indicatoren:
Visuele controle
Slijtage-indicator
Slijtage-indicator
Slijtage-indicator
Velgen zonder slijtage-indicatoren:
Visuele controle
Vingernageltest: Schuif uw nagel over de
velgrand. Er mogen geen waarneembare
sporen zijn.
Als de slijtage-indicator niet meer
zichtbaar is, of de velg zichtbare en met
de vingernagel waarneembare groeven
heeft, moet de velg worden vervangen.
2. Controleer de velgen op slagen in het
wiel:
Til de ets op en draai aan het voor- en
achterwiel.
Let op de afstand tussen de velg en
remschoenen, bij schijfremmen tussen
velg en dwarsverbinding van het frame
of vorkblad. De maximaal toelaatbare
afwijking per omwenteling is 2 mm.
3. Controleer of uw velgen vuil zijn,
vooral op oliën en vetten. Vuile velgen
moeten onmiddellijk worden gerei-
nigd (zie paragraaf 12).
28 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
7.1.3 Banden controleren
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Geldt niet voor banden zonder binnen-
band.
Bij een verkeerde uitlijning van het ven-
tiel, kan de ventielvoet tijdens het rijden
afscheuren, waardoor een plotseling ver-
lies van bandenspanning kan optreden.
Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties,
valpartijen, ongevallen en schade aan
eigendommen.
Laat de pasvorm van de banden in een
gespecialiseerde werkplaats repareren.
Deze werkzaamheden kunt u ook zelf
uitvoeren, wanneer u vertrouwd bent met
het plaatsen en verwijderen van de wielen
(zie hoofdstuk 11.1) en het vervangen van
buiten- en binnenbanden.
Verwijder de ventielmoer.
Controleer stand van het ventiel:
Het ventiel moet richting het middelpunt
van het loopwiel wijzen.
Ventiel wijst in de richting van het middelpunt
van het wiel.
Ventiel wijst niet richting het middelpunt van het
wiel.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Een te lage luchtdruk resulteert in een
verhoogde kans op defecten en vooral in
gevaarlijk rijgedrag.
De band kan losraken in de ronding van
de velg en bevordert zwabberen van de
band op de velg.
Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties,
valpartijen, ongevallen en schade aan
eigendommen.
Pomp uw banden op tot de voorgeschreven
luchtdruk.
Ventiel wijst niet richting het middelpunt van het
wiel.
1. Controleer de bandenspanning:
Bepaal de aard van uw banden
Mountainbikes kunnen worden uitgerust met
racebanden, renetsen met trekkingbanden.
Vuistregel:
Mountainbikebanden:
Bandbreedte groter dan 40 mm
Trekking-/Cross- en Fitnessetsbanden:
Bandbreedte van 28 mm - 42 mm
Banden in raceetsstijl:
Bandbreedte minder dan 28 mm, raadpleeg
uw dealer over het type band dat u nodig
hebt.
Standaardwaarden voor luchtdruk:
voor mountainbikebanden: 2,5 - 3,5 bar
voor trekking- en stadsetsbanden: 3,5 - 5,0 bar
voor raceetsbanden: 6,0 - 10,0 bar
de juiste luchtdruk voor de hier niet genoemde
categorieën vindt u als opdruk op de band of
raadpleeg uw dealer.
| 29
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Met een etspomp met manometer kunt
u de luchtdruk zelfs tijdens het op-
pompen controleren. Laat
eerst wat lucht uit de band lopen en
verhoog vervolgens de luchtdruk tot de
gewenste waarde.
Er zijn verschillende soorten ventielen. Alle
ventielen kunnen zijn voorzien van een be-
schermdopje tegen stof. Nadat u deze hebt
verwijderd, kunt u de kop van de etspomp
direct op het zogenaamde
autoventiel zetten, net als op het zoge-
naamde flashventiel (Dunlop). Bij het
Sclaverandventiel (Frans ventiel) moet u
daarvoor het kleine schroee tot aan de
rand van het ventiel losschroeven en na
het oppompen weer volledig op het ventiel
schroeven.
Vraag uw dealer om de bediening van het
ventiel aan u te demonstreren.
psi 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140
bar 2,1 2,8 3,5 4,1 4,8 5,5 6,2 6,9 7,6 8,3 9,0 9,7
De concrete toelaatbare luchtdruk vindt u in de speci-
caties van de fabrikant van de banden en velgen. De
toelaatbare bandenspanning wordt meestal gedrukt
op de zijkant van de band. Raadpleeg daarvoor uw
eigen dealer.
Hoe hoger het lichaamsgewicht, des te
hoger moet de luchtdruk in de band zijn.
Controleer de bandenspanning met een ban
denspanningsmeter. Eenvoudige apparaten
worden vaak meegeleverd met de binnenban
den,
hoogwaardige apparaten zijn verkrijgbaar in
de vakhandel. Hoe ze te gebruiken ziet u in de
gebruiksaanwijzing, of u kunt uw dealer vragen
dit voor te doen.
- bij te lage luchtdruk: Verhoog de bandenspan
ning met een geschikte pomp.
- bij te hoge luchtdruk: Laat lucht weglopen via
het ventiel en controleer vervolgens opnieuw
de bandenspanning.
2. Controleer uw banden op slijtage en
uitwendige beschadigingen:
Het rubber van de band moet over het
gehele oppervlak het oorspronkelijke proel
hebben.
Het bandweefsel onder de rubberlaag mag
niet zichtbaar zijn.
Er mogen geen deuken of scheuren inzitten.
3. Controleer de montage van uw banden:
Til zowel voor- als achterband op en draai ze
met de hand rond.
De band moet rond lopen. Er mogen geen
slagen omhoog of opzij inzitten.
7.1.4 Controleren diversen
1. Controleer uw wielen op losse onder-
delen, zoals takken, stofresten, losse
spaakreectoren etc.
Als er losse onderdelen aanwezig zijn:
Het rubber van de band moet over het
gehele oppervlak het oorspronkelijke
proel hebben. Verwijder de vervuilingen
als dit mogelijk is zonder teveel kracht uit te
oefenen.
Controleer of uw wielen niet door deze
losse onderdelen beschadigd zijn.
Bevestig losse etsonderdelen zoals spaak-
reectoren weer op de goede plek. Als dat
niet mogelijk is, neem dan onmiddellijk
contact op met uw dealer.
Zorg ervoor dat alle reectoren overeen-
komstig de verkeersregels (zie paragraaf
2.1.4) goed zijn aangesloten en niet bedekt
of vies zijn.
Veel bandenspanning wordt aangegeven in "psi". Reken de luchtdruk om
met behulp van de volgende tabel.
30 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
7.2 Zadel en zadelpen controleren
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Wanneer de insteekdiepte te klein is, kan
de zadelpen los gaan zitten.
Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties,
valpartijen, ongevallen en schade aan
eigendommen.
Let op de juiste plaatsing van de zadelpen.
Raadpleeg daarvoor paragraaf 8.3.
Als u over de juiste technische vaardighe-
den beschikt, kunt u dit zelf bevestigen.
Raadpleeg hiervoor paragraaf 8.2, 8.3 en
11.2.
1. Controleer of het zadel met de zadelpen
goed strak vastzitten:
Probeer met de hand om het zadel en de
steun in het frame te draaien.
Zadel en ondersteuning mogen niet kunnen
draaien.
Probeer handmatig het vastgeklemde zadel
op- en neerte bewegen.
Als het zadel en/of de zadelpen los zitten,
moet u deze vastzetten (raadpleeg paragraaf
8.2, 8.3 en 11.2).
7.3 Stuur, stuurpen controleren
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Stuur en stuurpen zijn belangrijke com-
ponenten voor uw eigen rijveiligheid.
Schade aan deze onderdelen en fouten in
de montage kunnen zeer ernstige valpar-
tijen tot gevolg hebben.
Als u merkt dat deze onderdelen gebreken
vertonen of hebt er twijfels over, mag u uw
ets in geen geval nog gebruiken.
U moet onmiddellijk contact opnemen met
een gespecialiseerde werkplaats.
1. Controleer de montage van stuur en
stuurpen.
De stuurpen moet evenwijdig aan het
voorwiel zijn uitgelijnd en loodrecht op het
stuur staan.
Klem het voorwiel tussen uw benen.
Pak het stuur aan beide uiteinden.
Probeer met de hand het stuur in beide
richtingen te draaien.
Probeer met de hand het stuur in de stuur-
pen te draaien.
| 31
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Geen van deonderdelen mag verdraaien of
verschuiven.
Er mogen geen kraak- of ratelende gelui-
den hoorbaar zijn.
7.4 Onderdelen aan het stuur contro-
leren
1.
Controleer versnellinghendel, remhendel
en handgreep op de bevestiging.
Wellicht is aan uw stuur een triatlonop-
zetstuk en/of Bar Ends ("Eekhoorn") ge-
monteerd, ndien de fabrikant een derge-
lijke montage toestaat. Controleer deze
onderdelen op een correcte bevestiging:
Klem het voorwiel stevig tussen uw benen
of houd met een hand het stuur vast.
Probeer met de andere hand de remhendel
te draaien.
Triatlonopzetstuk
Probeer met de andere hand de versnel-
lingshendel te draaien.
Probeer met de andere hand het triatlon-
opzetstuk te draaien.
Probeer met de andere hand de greep en
de Bar Ends van het stuur te trekken.
Als de Bar Ends correct zijn bevestigd, kan
de gripcontrole wegvallen.
Geen van de onderdelen mogen verdraai-
en of verschuiven.
Er mogen geen kraak- of ratelende gelui-
den hoorbaar zijn.
Een eventuele bel moet eenvoudig met
vinger of duim bereikbaar zijn en mag niet
kunnen verschuiven.
7.5 Stuurpen controleren
De stuurpen is de opslag van de vork-
schacht in de stuurbuis.
1. Controleer de stuurpen. Het voorwiel
moet in beide richtingen licht en zonder
speling bestuurd kunnen worden:
Ga naast uw ets staan en houd met beide
handen de stuurgrepen vast.
Trek de voorrem aan, houd deze ingekne-
pen.
Schuif uw ets met korte, schokkerige
bewegingen naar voren en naar achteren.
32 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Er mag geen speling zitten in de stuurpen:
Er mag geen klikkend geluid hoorbaar zijn
of gevoeld worden. Krakende geluiden zijn
ook niet toegestaan.
Til de complete ets zo op dat het achter-
wiel hoger hangt dan het voorwiel.
Beweeg het voorwiel met een stuurbewe-
ging opzij en laat het onmiddellijk weer los.
Het voorwiel moet nu zelfstandig weer in
de oorspronkelijke positie terugkeren.
Het voorwiel mag in geen enkele positie
vergrendelen.
7.6 Voorvork controleren
1. Controleer uw voorvork:
Trek de voorrem aan, houd deze ingekne-
pen.
Druk met uw lichaamsgewicht op het
stuur, zodat de voorvork wordt ingedrukt.
De voorvork moet gemakkelijk veren.
Er mogen geen kraak- of ratelende gelui-
den hoorbaar zijn.
Klem het voorwiel tussen uw benen en
probeer om de ets aan het stuur omhoog
te tillen.
De standbuizen mogen niet los komen uit
de buis of uit de vorkbrug.
Let ook op de informatie die in de aparte
handleiding van de voorvork staat.
7.7 De achterwielophanging
controleren
1. Controleer uw achterwielophanging:
Ga op de ets zitten en veer in stilstand
door krachtige bewegingen omhoog en
omlaag met de ets te maken.
De achterkant van de ets moet gemak-
kelijk veren.
Er mogen geen kraak- of ratelende gelui-
den hoorbaar zijn.
Let ook op de informatie die in de aparte
handleiding van de verende onderdelen
staat.
7.8 Remmen controleren
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Een defect aan de remmen
kan levensgevaarlijk zijn.
Controleer uw remsysteem altijd zeer
zorgvuldig.
Tijdens meerdaagse tochten kunnen de
remschijf, remblokjes en remvoeringen sterk
slijten.
Neem tijdens dergelijke etstochten altijd
extra remblokjes en remvoeringen mee.
Vervang deze onderdelen alleen zelf als u
vertrouwd bent met deze werkzaamheden.
Raadpleeg daarvoor uw eigen dealer.
| 33
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Als u deze onderdelen niet zelf kunt
vervangen, laat dit dan door een vakman
uitvoeren.
1. Controleer de werking van uw remsys-
teem:
Knijp in stand beide remhendels helemaal
in.
Let erop dat in deze stand de kleinste
afstand tussen de remhendel en het handvat
nog minimaal 35 mm moet zijn.
Probeer de ets zo met ingeknepen remmen
voort te duwen.
Beide wielen moeten nu geblokkeerd
blijven.
7.8.1 Velgremmen met kabel
(raceetsversie)
1. Controleer de remkabels en de klemmen:
De remkabels mogen niet beschadigd of
gecorrodeerd zijn.
De remkabels bij remmen met kabels
moeten worden gespannen over de gehele
breedte.
Velgremmen van de raceets
2. Controleer de juiste bevestiging en
schroeven van het gehele remsysteem:
Probeer met de hand de remmen van de
vork (voor) en van het frame (achter) in te
knijpen.
De remmen mogen niet loskomen en in de
bevestiging mag geen speling zitten.
3. Controleer de positie van de remschoe-
nen.
De remschoenen moeten tijdens het rem-
men met vrijwel het gehele oppervlak van
de velgrand contact maken.
De remschoenen mogen in geen geval, ook
wanneer de rem niet wordt gebruikt, de
band raken.
35 mm
34 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
4. Controleer de slijtage van de remblokken.
De remblokjes mogen niet voorbij de
slijtage-indicator worden gebruikt.
5. Controleer de centrering van de rem:
De remschoenen aan beide zijden moeten
dezelfde afstand tot de velg hebben.
7.8.2 Velgremmen met kabel controleren
(MTB-versie)
1. Controleer de remkabels en de klemmen:
De remkabels mogen niet beschadigd of
gecorrodeerd zijn.
De remkabels bij remmen met kabels
moeten worden gespannen over de gehele
breedte.
2. Controleer de juiste bevestiging en
schroeven van het gehele remsysteem:
Probeer met de hand de remmen uit de
basis te trekken.
Het mag niet mogelijk zijn de remmen met
de hand uit de basis te trekken. Een geringe
speling is normaal.
3. Controleer de positie van de remschoe-
nen.
4. Controleer de slijtage van de remblokken.
Haak de rem uit (zie paragraaf 11.1)
De remblokjes mogen niet voorbij de
slijtage-indicator worden gebruikt.
5. Controleer de centrering van de rem:
De remschoenen aan beide zijden moeten
dezelfde afstand tot de velg hebben.
De remschoenen moeten tijdens het rem-
men met vrijwel het gehele oppervlak met
de velgrand contact maken.
| 35
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
7.8.3 Hydraulische velgremmen contro-
leren
1. Controleer de juiste bevestiging en
schroeven van het gehele remsysteem:
Probeer met de hand de remmen uit de
basis te trekken.
Het mag niet mogelijk zijn de remmen met
de hand uit de basis te trekken. Een geringe
speling is normaal.
2. Controleer de geslotenheid van uw
remsysteem:
Bedien de desbetreende remhendel terwijl
u stilstaat en houd de remhendel in deze
positie.
Controleer het remsysteem vanaf de rem-
hendel via de kabels tot aan de remmen.
Er mag op geen enkel punt sprake zijn van
lekkage van hydraulische vloeistof.
3. Controleer de positie van de
remschoenen:
De remblokjes mogen niet voorbij de
slijtage-indicator worden gebruikt.
4. Controleer de centrering van de rem:
De remschoenen aan beide zijden moeten
dezelfde afstand tot de velg hebben.
7.8.4 Hydraulische
schijfremmen controleren
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Vuile remschijven kunnen de remwerking
verminderen.
Verontreinigde remschijven moeten onmid-
dellijk worden gereinigd.
1. Draai met de hand de remklauw afwis-
selend in alle richtingen.
De remklauw mag niet bewegen.
2. Controleer de geslotenheid van uw
remsysteem:
Bedien de remhendel terwijl u stilstaat en
houd deze vast.
Controleer het remsysteem vanaf de rem-
hendel via de kabels tot aan de remmen.
Er mag op geen enkel punt sprake zijn van
lekkage van hydraulische vloeistof.
3. Controleer de remschijf op eventuele
beschadigingen:
Er mag geen sprake zijn van deuken, scheu-
ren, diepe krassen en andere mechanische
beschadigingen.
4. Til zowel voor- als achterband op en draai
ze met de hand rond:
De remschijf mag slechts een kleine zijspe-
ling hebben.
36 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
5. Laat de slijtage van de remblokken en de
remschijf in een gespecialiseerde werk-
plaats controleren (zie ook paragraaf 12,
Onderhoudsplan):
De remvoeringen mogen niet voorbij de
slijtage-indicator worden gebruikt.
De remschijf mag niet onder de minimale
dikte komen.
De minimale dikte vindt u in de bijgevoegde
instructies van het betreende onderdeel.
6. Controleer of uw remschijven vuil zijn,
vooral op oliën en vetten.
Vuile remschijven moeten onmiddellijk
worden gereinigd (zie paragraaf 12).
Tijdens meerdaagse tochten kunnen de
remschijf, remblokjes en remvoeringen
sterk slijten.
Neem tijdens dergelijke etstochten
altijd extra remblokjes en remvoeringen
mee.
Vervang deze onderdelen alleen zelf als
u vertrouwd bent met deze werkzaam-
heden. Raadpleeg daarvoor uw eigen
dealer.
Als u deze onderdelen niet zelf kunt
vervangen, laat dit dan door een vakman
uitvoeren.
7.8.5 Terugtraprem controleren
1. Rij stapvoets.
2. Trap "achteruit" tegen de rijrichting in.
3. Het achterwiel moet op deze manier
sterk worden afgeremd.
7.9 Aandrijving, ketting controleren
1. Draai de rechter crank linksom terwijl u
van bovenaf de kettingbladen en tand-
wielen bekijkt.
Er mag geen slag zitten in de kettingbladen
en tandwielen.
Er mogen geen vreemde deeltjes in zitten.
Verwijder deze als dit gemakkelijk gaat.
2. Druk in de getoonde stand de linker crank
richting kettingsteun.
U mag geen lagerspeling waarnemen.
Er mogen geen kraak- of ratelende geluiden
hoorbaar zijn.
3. Ketting controleren op beschadigingen.
De ketting mag op geen enkel punt, bij-
voorbeeld door verbogen kettingschakels,
uitstekende klinknagels etc, beschadigd
zijn of vastzittende, onbeweeglijke schakels
hebben.
4. Draai terwijl u stilstaat de rechter crank
tegen de rijrichting en bekijk de ketting-
aandrijving aan de achterderailleur.
5. De ketting moet soepel over de tandwie-
len lopen en mag niet springen.
| 37
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Gebruik uw ets pas weer als het spat-
scherm in een gespecialiseerde werkplaats
goed is vastgezet.
1. Controleer de bevestiging van de spat-
borden.
Het spatbord en de montagesteunen mogen
niet verbogen of beschadigd zijn.
Beweeg terwijl u stilstaat het voorwiel krach-
tig doorhet maken van stuurbewegingen
heen en weer.
Beweeg de hele ets een paar keer lood-
recht op de rijrichting heen en weer.
De montagesteunen mogen niet los zitten.
Geen enkel deel van de spatborden mag de
wielen raken.
7.13 Controleren diversen
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Als de zijstandaard tijdens het rijden is
uitgeklapt, kan dit leiden tot ernstige
valpartijen.
Klap de zijstandaard voor elke rit in.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Een gebogen, te korte of te lange zijstan-
daard garandeert geen veilige stand van
uw ets.
Uw ets kan vallen, en daarbij uzelf of
andere personen verwonden.
Uw ets en andere objecten die zich in de
directe omgeving bevinden, zoals andere
etsen, auto's, enz., kunnen beschadigd
raken.
Laat een verbogen zijstandaard repare-
ren of vervangen in een gespecialiseerde
werkplaats.
Bij in lengte verstelbare zijstandaard: Laat
de juiste lengte afstellen in een gespeciali-
seerde werkplaats.
1. Controleer uw zijstandaard, indien
aanwezig.
7.10 Verlichting controleren
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Niet werkende koplampen en achterlicht
kunnen in de duisternis en/of bij slecht
zicht leiden tot gevaarlijke rijsituaties.
Gebruik uw ets bij een dergelijke zicht-
baarheid alleen als uw verlichtingsysteem
volledig functioneel is.
1. Controleer de werking van uw
verlichting:
Controleer indien aanwezig, de aan-/uit-
schakelaar van de koplamp.
Til het voorwiel op.
Draai het voorwiel krachtig met de hand
rond.
De koplamp voor en het achterlicht moeten
branden.
Controleer indien aanwezig het stadslicht
achter.
7.11 Bagagedrager controleren
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Losse of loszittende onderdelen van de
bagagedrager kunnen de wielen blokke-
ren en leiden tot ernstige valpartijen.
Gebruik uw ets pas weer als de bagagedra-
ger in een gespecialiseerde werkplaats goed
is vastgezet.
1. Schud de bagagedrager krachtig met
de hand heen en weer, loodrecht op de
rijrichting.
De bevestigingspunten van de bagage-
drager mogen niet los zitten. De bagage-
drager mag de band niet raken.
7.12 Spatborden controleren
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Losse of loszittende onderdelen van het
spatscherm kunnen de wielen blokkeren
en tot zware valpartijen leiden.
38 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Controleer visueel de schroefverbindingen.
De zijstandaard moet stevig aan het frame
worden gemonteerd.
Klap de standaard vóór elke rit naar boven.
De standaard mag niet vanzelf naar bene-
den klappen.
Bij in lengte verstelbare standaard: Contro-
leer met de hand of het uittrekbare deel niet
kan verschuiven.
2. Controleer de stabiliteit van uw ets.
Laat uw ets op de uitgeklapte standaard
leunen.
Uw ets moet stevig staan.
Uw ets moet bij een subtiele aanraking
in alle richtingen staan blijven en mag niet
omvallen.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Onjuist gemonteerde of loszittende acces-
soires kunnen uw rijveiligheid beïnvloeden.
Controleer de hier uitdrukkelijk vermelde
accessoires op een correcte montage.
Neem contact op met een gespecialiseerde
werkplaats als niet aan een van de volgende
eisen wordt voldaan.
3. Controleer vervolgens gemonteerde ac-
cessoires.
Controleer visueel de schroefverbindingen.
Til uw ets een of twee centimeter omhoog
en laat weer los.
Probeer met de hand de accessoires te
draaien of te verplaatsen.
Beweeg de hele ets een paar keer lood-
recht op de rijrichting heen en weer.
De accessoires mogen niet bewegen,
draaien of loslaten.
Geen enkel deel van de accessoires mag de
wielen raken.
Eventueel gemonteerde standaards mogen
niet uitklappen.
Er mogen geen opvallende geluiden hoor-
baar zijn.
8 De ets instellen en
bedienen
Sommige aanpassingen aan uw ets kunt
u zelf uitvoeren.
Voer deze werkzaamheden alleen uit wan-
neer u de nodige technische basiskennis en
ervaring hebt en over het juiste gereedschap
beschikt.
8.1 Verstelbare stuurpen instellen
(optioneel)
Sommige etsen zijn uitgerust met een
verstelbare stuurpen die in hoogte verstel-
baar is. Laat de instelling hiervan uitsluitend
uitvoeren in een vakkundige werkplaats!
8.2 Stand van het zadel instellen
Uw zadel is bevestigd met een of twee klem-
schroeven. Voor het verstellen hebt u een
inbussleutel en een momentsleutel van de
juiste grootte nodig.
1. Zo verstelt u de horizontale positie of de
helling van uw zadel:
Draai de klemschroef een paar slagen los, totdat
het zadel gemakkelijk kan worden verschoven
en/of iets gekanteld kan worden.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Beschadigde etsonderdelen kunnen scherp
zijn en letsel veroorzaken.
Controleer alle etsonderdelen die u mogelijk
tijdens gebruik aan zou kunnen raken.
Laat beschadigde onderdelen onmiddellijk in
een werkplaats repareren of vervangen.
| 39
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
8.4 De voorvork instellen
1. Raadpleeg de instructies voor het instel-
len van de voorvork die in de handleiding
van de fabrikant van de voorvork staan.
2.
Heeft uw voorvork een bevestigingsmecha-
nisme zoals te zien op de afbeelding, lees
dan de gebruiksaanwijzing in de handleiding
van de fabrikant van de voorvork.
Voorvorken met elastomeren en/of sta-
len veren zijn slechts geschikt voor een
bepaald totaalgewicht (= gewicht van
de berijder + eventuele bagage). Dit ge-
wichtsbereik ligt meestal rond de 20 kg.
Alleen de voorspanning van de voorvork
kan worden ingesteld door het samen-
drukken
van de veren met behulp van een
schroef. Daardoor verandert alleen het
losbreekmoment van de voorvork, dat wil
zeggen dat bij een grotere voorspanning
de voorvork pas veert bij hogere bedrijfs-
krachten.
Als de vork te ver wordt voorgespannen,
wordt de vering beduidend minder.
Om te achterhalen voor welk gewichtsbe-
reik de veeronderdelen
in uw voorvork geschikt zijn, kunt u de
bijgevoegde handleiding van de fabrikant
van de voorvork raadplegen en/of contact
met uw dealer opnemen.
Als het totaalgewicht buiten dit bereik
ligt, laat uw dealer dan een veerelement
installeren dat wel voor uw gewicht ge-
schikt is.
Zet het zadel in de gewenste stand.
Bij een zadelklem met schroef: Draai de klem-
schroeven met het voorgeschreven aanhaal-
moment weer aan (zie tabel 3.3). Zorg ervoor
dat alle losse onderdelen goed in elkaar passen.
Bij zadelklemmen met twee schroeven draait
u deze afwisselend met een kwart tot een
halve slag vast, totdat het voorgeschreven
aanhaalmoment is bereikt (zie tabel 3.3).
Als de markering op de zadelpen niet in
tabel 3.3 onder aanhaalmomenten staat,
raadpleeg dan uw dealer.
De voorgeschreven aanhaalmomenten staan
in tabel 3.3.
8.3 Zadelhoogte aanpassen
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Bij kinderen, vooral bij diegenen die nog
niet zo goed kunnen etsen, kan een te
hoog ingesteld zadel leiden tot gevaarlijke
rijsituaties, valpartijen, ongevallen en schade
aan eigendommen.
Stel de zithoogte zo in dat het kind met beide
voeten bij de grond kan wanneer het op het
zadel zit. Zie verder paragraaf 11.2.
Voor een klem met schroef heeft u een inbus-
sleutel en een momentsleutel van de juiste
grootte nodig. Raadpleeg voor een klem met
snelspanner, paragraaf 7.8.
1. Draai de klem los, zoals beschreven in
hoofdstuk 11.2.
2. Zet het zadel met de zadelpen in de ge-
wenste stand. Volg de aanwijzingen voor
het inbrengen van de zadelpen in para-
graaf 11.2.
3. Klem de zadelpen weer vast zoals be-
schreven in paragraaf 11.2.
40 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
8.5 Achterwielophanging instellen
(alleen voor etsen met volledige vering)
1. Raadpleeg de instructies voor het instel-
len van uw
vering/schokdemper die in bijgevoegde
handleiding van de fabrikant staan.
Raadpleeg daarvoor uw eigen dealer.
2. Stel uw vering/schokdemper zodanig in
dat de ets bij de gewichtsbelasting van
de etser op het voor- en achterwiel even
ver doorveert.
8.6 Versnelling bedienen
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Onjuiste bediening van de versnelling
kan uw aandrijfcomponent beschadigen.
Shimano Rapidre 2-Way-Release_Deore
Shimano Rapidre 2-Way-Release_XT
Bedien nooit beide versnellingshendels of
beide schakelaars tegelijkertijd!
Geldt voor crank aan de crankset (linker-
hendel) en naafversnellingen: Schakel nooit
tijdens belasting!
1.
Bepaal aan de hand van de afbeeldingen
welk schakelsysteem op uw ets zit. Als u
niet zeker weet om welk systeem het gaat,
raadpleeg dan uw dealer.
2. Staat uw versnelling niet op de afbeeldin-
gen, bekijk dan de werking in de bijge-
voegde handleiding van de fabrikant van
het versnellingsysteem en/of raadpleeg
uw eigen dealer.
Draaigreepschakelaar
| 41
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
De STI-schakeling verloopt mechanisch.
De linker hendel wordt gebruikt voor
de bediening van de voorderailleur, de
rechter hendel voor de bediening van de
achterderailleur.
Bij een elektronische derailleur (Shimano
Di2) vindt schakelen plaats met behulp
van toetsen.
Shimano EZ Fire
Shimano Rapidre
Sram Force / Rival / Red
Shimano STI
De werking van de Di2 is hetzelfde.
Voor meer informatie verwijzen wij u
naar de specieke instructies van de
fabrikant.
In een derailleur wordt geschakeld door
het verschuiven van de ketting naar een
ander tandwiel.
Aan het crankstel worden deze tandwie-
len "kettingblad" en aan een tandwielsa-
menstel "rondsels" genoemd.
Shimano Di2
3. Houd de voorgeschreven kettingpositie,
zoals hieronder weergegeven.
Voorkomen:
Grootste kettingblad + grootste tandwiel
binnenste voorblad + kleinste tandwiel
42 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Hendel A
Hendel B
1. Zo schakelt u naar een groter tandwiel:
Om te kunnen schakelen moet u trappen.
Druk met uw duim de versnelling naar de
eerste stop en houd deze ingedrukt totdat
de gewenste versnelling is ingeschakeld.
8.6.1 Shimano Rapidre/ Shimano
Rapidre 2-Way-Release/
Shimano EZ Fire
Aan uw versnelling zitten twee hendels.
Hendel A wordt gebruikt om over te schake-
len naar een groter kettingblad of tandwiel,
hendel B naar een kleiner:
Voor een snelle verschuiving over meer-
dere tandwielen drukt u de hendel naar
beneden en houd deze ingedrukt totdat
de gewenste versnelling is ingeschakeld.
2. Zo schakelt u naar een kleiner tandwiel:
Om te kunnen schakelen moet u trappen.
Druk (alleen bij 2-Way-Release) hendel B
in of trek er aan totdat hij goed vast zit en
laat vervolgens gelijk weer los.
Hendel A
| 43
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
8.6.2 Sram MTB
Aan uw versnelling zitten twee hendels.
Hendel A wordt gebruikt om over te schake-
len naar een groter kettingblad of tandwiel,
hendel B naar een kleiner:
1. Zo schakelt u naar een groter tandwiel:
Om te kunnen schakelen moet u trappen.
Druk met uw duim de versnelling naar de
eerste stop en houd deze ingedrukt totdat
de gewenste versnelling is ingeschakeld.
Voor een snelle verschuiving over meerdere
tandwielen drukt u de hendel naar beneden
en houd deze ingedrukt totdat de gewenste
versnelling is ingeschakeld.
2. Zo schakelt u naar een kleiner
tandwiel:
Om te kunnen schakelen moet u trappen.
Druk hendel B in totdat hij goed vast zit en
laat vervolgens gelijk weer los.
8.6.3 Draaigreepschakelaar
Aan uw versnelling zit een ring die in beide
richtingen verschoven kan worden. Door het
draaien van deze ring schakelt u naar de vol-
gende versnelling.
Afhankelijk van de fabrikant wisselt u met
dezelfde draairichting in een hogere of lagere
versnelling. Lees de gedetailleerde functies in
de bijgevoegde handleiding van de versnelling
en/of raadpleeg uw dealer.
1. Zo schakelt u bij een naafversnelling:
Om te kunnen schakelen moet u trappen.
Draai de roterende ring totdat de gewenste
versnelling is ingeschakeld.
2. Zo schakelt u bij een derailleur naar een
groter tandwiel:
Om te kunnen schakelen moet u trappen.
Draai de roterende ring totdat de gewenste
versnelling is ingeschakeld.
Voor een snelle verschuiving over meerdere
tandwielen draait u de ring zover totdat de
gewenste versnelling is ingeschakeld.
3. Zo schakelt u naar een kleiner tandwiel:
Om te kunnen schakelen moet u trappen.
Draai de roterende ring totdat de gewenste
versnelling is ingeschakeld.
Voor een snelle verschuiving over meerdere
tandwielen draait u de ring zover totdat de
gewenste versnelling is ingeschakeld.
B
A
44 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
8.6.4 Shimano STI
Aan uw versnelling zitten twee hendels.
Hendel A - dit is tegelijkertijd de remhendel
- wordt gebruikt om over te schakelen naar
een groter kettingblad of tandwiel, hendel B
naar een kleiner:
1. Zo schakelt u naar een groter tandwiel:
Om te kunnen schakelen moet u trappen.
Druk met versnelling A naar de eerste stop
en houd deze ingedrukt totdat de gewenste
versnelling is ingeschakeld.
Voor een verschuiving over meerdere
tandwielen drukt u hendel A naar beneden
en houd deze ingedrukt totdat de gewenste
versnelling is ingeschakeld.
2. Zo schakelt u naar een kleiner tandwiel:
A
B
8.6.5 Sram Force / Rival / Red
Aan uw versnelling/remhendel zit een hen-
del waarmee u zowel naar een kleinere als
een grotere versnelling kunt schakelen.
U kunt deze naar binnen drukken om te
bedienen:
1. Zo schakelt u naar een groter tandwiel:
Om te kunnen schakelen moet u trappen.
Druk de versnellingshendel naar binnen en
houd deze ingedrukt totdat de gewenste
versnelling is ingeschakeld.
Voor een verschuiving over meerdere
tandwielen drukt u de hendel naar beneden
en houd deze ingedrukt totdat de gewenste
versnelling is ingeschakeld.
2. Zo schakelt u naar een kleiner tandwiel:
Om te kunnen schakelen moet u trappen.
Druk de hendel in totdat hij goed vast zit en
laat vervolgens gelijk weer los.
Om te kunnen schakelen moet u trappen.
Druk hendel B in totdat hij goed vast zit en
laat vervolgens gelijk weer los.
A B
| 45
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
8.7 Remmen bedienen
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Verkeerde bediening van de remmen kan
leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen,
ongevallen en schade aan eigendommen.
U dient zich vertrouwd te maken met het
gebruik van de remmen.
Bekijk goed welke remhendel bij het voor-
wiel en welke bij het achterwiel hoort.
Knijp daartoe terwijkl u stilstaat meerdere
keren de betreende remhendel in.
Aan de betreende remschijf, respectie-
velijk velg, kunt u zien dat de remblokken
of remschoenen open- en dichtgaan.
1. Om de rem te bedienen, trekt u de hendel
naar het stuur.
De beste remwerking wordt bereikt
wanneer u beide remhendels gelijktijdig
goed doseert.
8.8 Snelspanas gebruiken
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Onjuiste installatie van de wielen met
behulp van een snelspanas, kan leiden
tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen,
ongevallen en schade aan eigendommen.
Volg de volgende beschrijving van de wer-
king van uw snelspanas.
U dient zich vertrouwd te maken met het
gebruik van de snelspanas.
Oefen het inbrengen en verwijderen van uw
wielen met de snelspanas meerdere malen.
Controleer te allen tijde na de installatie de
wielen aan de hand van paragraaf 7.
Bent u er na de installatie niet zeker van of
de wielen correct geïnstalleerd zijn, gebruik
uw ets dan niet en raadpleeg uw dealer.
Gevaar voor brandwonden!
De hendel van de snelspanner bij schijf-
remmen kan tijdens het rijden heel warm
worden.
Tik met de blote vinger heel kort op de
snelspanhendel.
Als deze heet aanvoelt, laat u hem afkoelen.
De naven van de wielen en eventueel ook de klem-
men van uw zadelpen zijn vaak uitgerust met snel-
spanassen (ook wel snelspanhendel of snelspanner
genoemd).
Deze snelspannerassen maken zonder gereedschap
een snelle demontage en montage van deze onder-
delen mogelijk.
Montage/functie:
lange as met schroef, met aan de ene zijde
een moer en aan de andere zijde een excen-
trisch gemonteerde remhendel.
Tussen de moer en de naaf en tussen de
hendel en de naaf zit een kleine veer.
De uiteinden van de veer met de kleinere
diameter zijn te zien op de naaf.
Snelspanneras:
1: As 2: Moer
3: Hendel 4: Veer
1
23
44
46 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
3. Bij een snelspanhendel voor klemming
van de zadelpen: Draai tegen de richting
van de klok in met de inbussleutel aan de
schroef om deze los te draaien en niet aan
de moer.
Sluiten: In omgekeerde volgorde
1. Als de snelspanneras volledig uit de naaf
verwijderd is, schuift u deze vanaf links
(in de rijrichting) weer door de naaf.
2. Plaats de veer en de moer op de as.
Draai de moer nu op het rechter uiteinde
dat nu uitsteekt uit de naaf, met de klok
mee.
3. Bij een snelspanhendel voor een zadel-
penklem:
Draai tegen de richting van de klok in met
de inbussleutel aan de schroef om deze
los te draaien en niet aan de moer.
4. Kantel de excentrische hendel, zodat deze
ongeveer het verlengstuk van de naafas
vormt. Houd de hendel in deze positie.
Bij de snelspanhendel aan de zadelpen
bevindt zich in plaats van een moer een
schroefkop met inbuskant.
Speciale vormen:
Sommige wielen zijn gemonteerd met een stee-
kas of met een combinatie van een steekas en
een snelspanhendel, of zijn met andere asklem-
systemen uitgerust. Hoe u daar mee omgaat
leest u in de bijgevoegde handleiding van de
fabrikant van de voorvork en/of raadpleeg uw
dealer.
Zo opent u de snelspanneras:
1. Druk op de excentrisch gemonteerde
hendel van de naaf. Deze kan nu ca. 180°
om zijn as worden gedraaid.
2. Draai de moer zo ver naar links totdat
het wiel zonder veel inspanning in het
frame kan draaien, respectievelijk uit de
voorvork van het voorwiel genomen kan
worden.
Als u de moeren volledig van de schroe-
ven verwijdert, let er dan op dat de kleine
veren niet kwijt raken.
| 47
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
5. Draai de moer met de inbussleutel nu
zover totdat de excentrisch gemonteerde
hendel bij een rotatie om de opslag van
90° alleen nog met weerstand te bewegen
is (hij vormt nu de geschatte lineaire
verlenging van de naafas).
6. Druk nu de hendel nog eens 90° tot aan
de aanslag.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
De bediening van de snelspanhendels
kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties,
valpartijen, ongevallen en schade aan
eigendommen.
Als de hendel te gemakkelijk in de hoog-
ste stand gedrukt kan worden, zit het
wiel niet stevig genoeg vastgeklemd en
kan dus tijdens het rijden verschuiven en
losraken.
Er bestaat gevaar van vallen.
8.8.1 Steekas bedienen
8.8.2 Algemene informatie
Steekassen worden op CUBE modellen zowel op het
frame als op de vork gebruikt. Alle CUBE modellen
gebruiken het geavanceerde en veilige 12mm uit-
valnaafsysteem op het frame (MTB + ROAD + TOUR +
URBAN) en de vork (ROAD + TOUR + URBAN). Op onze
MTB-modellen worden fabrikantspecieke 15mm of
20mm steekassen met snelspanners gebruikt op de
verende voorvork. Meer informatie over de 15mm
en 20mm uitvalnaafsystemen vindt u in de gebruiks-
aanwijzing voor de vork of op de website van de
betreende fabrikant.
Standaard steekasX12
8.8.3 Voor de montage
Controleer het klemoppervlak en de
schroefdraad van de steekas en het frame of
de vork voor de montage van de steekas op
vuil. Vuil en verontreinigingen kunnen de
veiligheid van het assysteem beïnvloeden.
Het wordt aanbevolen om de asdraad licht
in te vetten.
48 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
2. Bevestig de steekas handvast met een
inbussleutel.
3. Gebruik vervolgens een momentsleutel
om de door de fabrikant opgegeven
waarde toe te passen, maar nooit meer
dan 16Nm.
4. Voor de demontage moet u de steekas
met een inbussleutel losdraaien.
Gevaar voor letsel en materiële scha-
de!
Belangrijke informatie over de behande-
ling en het gebruik van steekassen
Gebruik voor de montage van de naaf
nooit ander gereedschap dan door de
fabrikant wordt aanbevolen. Werk altijd
met een momentsleutel.
Overschrijd het door de fabrikant opge-
geven maximale aandraaimoment niet!
Lees in ieder geval altijd eerst de gebru-
iksaanwijzing voor de verende voorvork
of van de wielfabrikant voordat u een
vork-wielcombinatie met een uitvalnaaf-
systeem in gebruik neemt of verwisselt.
Gevaar voor materiële schade!
Controleer voor elk gebruik de juiste
positie van de steekas.
Onjuist gemonteerde wielen en steekas-
sen kunnen leiden tot ernstige valparti-
jen en ongevallen! Laat uw CUBE dealer u
uitleggen hoe u veilig kunt omgaan met
het gemonteerde type steekas.
8.8.4 Montage / demontage van de steekas
1. Steek het wiel in de vork of het frame en
plaats tegelijkertijd de remschijf in de
remklauw. Zorg ervoor dat u de steekas
recht invoert om de schroefdraad niet te
beschadigen. De steekas mag niet kante-
len bij het inbrengen/schroeven en mag
niet moeilijk te draaien zijn om beschadi-
ging van de draad of andere onderdelen
te voorkomen.
8.8.5 Montage / demontage van een steekas
met snelspanner
Gevaar voor letsel en materiële schade!
Neem in dit verband altijd de gebruik-
saanwijzing van de vorkfabrikant in acht
Gevaar voor materiële schade!
Bij verende vorken wordt vaak een snel-
spanner met excentriek gebruikt om de
naaf vast te klemmen. Deze snelspanner
moet na het erin schroeven handvast
maar met behoorlijke kracht naar binnen
worden geklapt. Als dit niet in acht wordt
genomen, bestaat er gevaar dat de snel-
spanner loskomt en de etser valt!
| 49
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
8.8.6 Montage / demontage van een steekas
met snelspanner op het achterwiel
Gevaar voor letsel en materiële schade!
Neem in dit verband altijd de gebru-
iksaanwijzing van de fabrikant van de
steekas in acht.
Gevaar voor materiële schade!
Controleer voor elk gebruik de juiste
positie van de steekas.
1. Steek het wiel in het frame en let erop
dat u tegelijkertijd de ketting erop legt
en de remschijf in de remklauw plaatst.
Zorg ervoor dat u de steekas recht invoert
om de schroefdraad niet te beschadigen.
De steekas mag niet kantelen bij het
inbrengen/schroeven en mag niet
moeilijk te draaien zijn om beschadiging
van de draad of andere onderdelen te
voorkomen.
2. Gebruik de snelspanner en sterke hand-
kracht om de naaf goed vast te zetten.
Een vergelijkbaar aandraaimoment van
16Nm mag niet worden overschreden.
3. Als de snelspanner in een ongunstige posi-
tie staat, zodat u de handkracht niet goed
kunt uitoefenen, maak dan de snelspan-
nervergrendeling met twee vingers los.
Gebruik twee vingers om de snelspanner
180° tegen de klok in los te maken. U kunt
nu de snelspanner een stukje van de naaf
trekken en de snelspanner in een willekeu-
rige positie draaien.
Om de naaf verder vast te zetten, kunt u
de snelspanner in een gunstige positie
op de naaf terugduwen en een aangepast
aandraaimoment aanbrengen.
4. Wanneer u de naaf voldoende hebt
aangedraaid, zet u de snelspanner in
de rijrichting naar voren en duwt u de
snelspanner op de naaf. Draai nu de borg-
schroef weer vast met 180° in de richting
van de wijzers van de klok om de snel-
spanner te beveiligen tegen loskomen.
5. Om de naaf los te maken, kunt u de
snelspanner direct gebruiken en tegen
de wijzers van de klok in draaien. Als u
niet genoeg kracht kunt uitoefenen in de
huidige stand van de snelspanner, moet
u de stappen 1 tot en met 4 in omge-
keerde volgorde uitvoeren. Zo kunt u
de snelspanner in een stand zetten die
het gemakkelijker maakt om hem los te
maken.
8.8.7 Uitvaleinde
Zorg ervoor dat de borgschroef van het
uitvaleinde op het frame (MTB + ROAD
+ TOUR + URBAN) en op de vork (ROAD
+ TOUR + URBAN) correct is vastgezet.
De schroef wordt alleen gebruikt om het
schroefdraadinzetstuk vast te zetten
wanneer het wiel is verwijderd en hoeft
daarom slechts ‘handvast’ te worden
aangedraaid.
50 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Open de hendel en draai de moer dienover-
eenkomstig verder met de klok mee.
Controleer of de wielen goed vast zitten,
zoals beschreven in paragraaf 7.1.
8.9 Klikpedalen gebruiken (optioneel)
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Klikpedalen zijn geen veiligheidspedalen.
Als deze te strak zijn ingesteld, is het
mogelijk dat u in een noodgeval de
schoenen niet snel genoeg uit de pedalen
kunt draaien.
Als ze niet strak genoeg zijn ingesteld,
kan de schoen tijdens het rijden per on-
geluk van het pedaal schieten.
In beide gevallen is er een verhoogd risico
op vallen en schade.
U dient zich vertrouwd te maken met het
gebruik van de klikpedalen.
Oefen het in- en uitstappen van de pedalen
meerdere malen terwijl u stilstaat.
Ga op het zadel zitten en houd u stevig vast
aan bijvoorbeeld de muur of een ander
object. Klik afwisselend met beide schoenen
in en uit de pedalen. Raadpleeg daarvoor
uw eigen dealer.
Maak voorzichtig oefenritjes om vertrouwd
te raken met de klikpedalen.
Zoek uit wat de beste instelling voor uzelf is.
Oefen het in- en uitstappen met verschil-
lende instellingen van veerspanning.
Raadpleeg voor het instellen van de veer-
spanning de bijgevoegde handleiding van
de fabrikant van het onderdeel of raadpleeg
uw dealer.
In chaotische verkeerssituaties en op
moeilijk terrein, is het vaak noodzakelijk
om met één of zelfs met beide schoenen
"losgeklikt" te etsen.
Oefen dit afwisselend met beide zijden.
Zet daarbij uw schoen tijdens het trappen
midden op het pedaal zodat ze niet vergren-
delen. Indien nodig kunt u dan met een of
beide voeten op de grond steunen.
Met klikpedalen zijn schoen en pedaal in
de verticale richting goed aangesloten.
U kunt dus het pedaal tijdens het trappen
niet alleen naar beneden drukken, maar
ook naar boven trekken.
Om een klikpedaal te kunnen gebruiken,
moet u speciaal passend schoeisel dragen
dat geschikt is voor het pedaalsysteem,
waarop de pedaalhaken van het pedaal
bevestigd kunnen worden.
De volgende beschrijving is slechts een
voorbeeld.
Volg de gebruiksaanwijzing van de fabri-
kant van de pedaal-/schoencombinatie
en/of
raadpleeg uw dealer,
om een correcte installatie en het gebruik
van hun klikpedaalsysteem te waarbor-
gen
Raceets MTB
Raceets MTB
| 51
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
1. Laat de montage uitvoeren door uw
dealer.
2. Zo stapt u op het pedaal:
a) Zet het pedaal in de laagste stand.
b )Positioneer, met de tenen van de
schoen naar beneden gericht, de punt
van de haak over de schoen aan de voor-
kant van het pedaal.
c ) Als de punt van de haak zich op de
juiste positie van het pedaal bevindt
stapt u met een krachtige duw met
het gehele oppervlak van de voet naar
beneden, totdat het klemmechanisme
duidelijk hoorbaar vastklikt.
De schoen zit nu verticaal vast op het
pedaal.
Afhankelijk van het pedaalsysteem heeft de
schoen zijdelingse bewegingsvrijheid.
3. Zo haalt u uw schoen van het pedaal af:
Draai met een stevige ruk de hiel van de
ets weg.
52 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
8.10 Bagagedrager beladen
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Een bagagedrager dient niet voor het ver-
voer van grote voorwerpen of personen.
Misbruik kan leiden tot gevaarlijke rijsi-
tuaties, valpartijen, ongevallen en schade
aan eigendommen.
Vervoer alleen compacte bagage met
geschikte bevestigingssystemen tot max.
25kg.
Plaats uw bagage midden op de bagage-
drager.
Gebruik etstassen en zorg ervoor dat deze
geschikt zijn voor uw bagagedrager.
Installeer deze volgens de instructies. Let op
de bijbehorende gebruiksaanwijzing en/of
raadpleeg uw dealer.
Bevestig de etstas met behulp van klem-
men of met daarvoor bestemde spanban-
den.
"Schud" na het laden de ets heen en weer.
De bagage, etstassen of onderdelen mo-
gen niet los zitten.
Uw bagage, etstassen of delen daarvan
mogen u tijdens het rijden niet in uw bewe-
gingsvrijheid beperken.
Uw bagage, etstassen, of delen daarvan,
mogen de wielen niet raken.
Uw bagage, etstassen, of delen daarvan,
mogen uw verlichting en reectoren niet
bedekken.
9 Problemen tijdens het
rijden
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Als u onderhoudstaken uitvoert waartoe
u eigenlijk niet bevoegd bent, kan dit
leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpar-
tijen, ongevallen en schade aan eigen-
dommen.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Als u ongewoon rijgedrag, ongewone
geluiden of storingen aan uw ets be-
merkt die niet in deze paragraaf staan
beschreven, kan dit leiden tot gevaarlijke
rijsituaties, valpartijen, ongevallen en
schade aan eigendommen.
Laat afwijkingen die niet in de onderstaande
tabel worden vermeld, onmiddellijk nakijken
door de dealer en indien nodig repareren.
Als genoemde maatregelen geen oplossing
bieden, raadpleeg dan onmiddellijk uw
dealer.
| 53
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
9.1 Versnelling, aandrijving
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing
Versnelling wisselt niet
of niet soepel
Versnellingshendel is niet correct
bediend Opnieuw bedienen
Versnelling afgesteld Instellen door een gespecialiseerde werkplaats
Op steile helling te veel
druk op het pedaal en/of
te langzaam etsen
Versnelling op vlak terrein opnieuw bedienen;
schakelen terwijl u stilstaat: Achterwiel optillen,
crank in rijrichting bedienen, tot de gewenste
versnelling is ingeschakeld.
Aandrijving blokkeert
na of tijdens het scha-
kelen
Ketting is vastgelopen
Blijf staan, bedien versnelling tegenovergesteld,
til het achterwiel op, crank tegen de rijrichting
draaien.
Als de crank niet beweegt mag u in geen geval
geweld gebruiken.
Zoek direct een gespecialiseerde werkplaats.
Ongebruikelijke kraak-
geluiden, zoals klikken,
luid schuren en/of
bonken
Beschadigde aandrijving/versnelling Zoek direct een gespecialiseerde werkplaats.
Onregelmatige
weerstand tijdens de
trapbeweging
Beschadigde aandrijving/versnelling Zoek direct een gespecialiseerde werkplaats.
Ketting afgesprongen
Onjuiste bediening van de versnel-
lingen (zie hoofdstuk 8.6)
Versnelling geblokkeerd of bescha-
digd,
in principe mogelijk onder ongun-
stige omstandigheden
Blijf staan, til de ketting handmatig naar de
volgende versnelling, til het achterwiel op,
druk op de crank in aandrijfrichting (alleen als
dat soepel gaat).
Als u het op deze manier niet kunt oplossen,
gaat u onmiddellijk naar een gespecialiseerde
werkplaats.
Ketting na of tijdens het
schakelen afgespron-
gen.
Onjuiste bediening van de versnel-
lingen (zie hoofdstuk 8.6)
Versnelling geblokkeerd of bescha-
digd,
in principe mogelijk onder ongun-
stige omstandigheden
Blijf staan, bedien de versnelling tegenoverge-
steld, til de ketting handmatig naar de volgende
versnelling, til het achterwiel op, druk op de
crank in aandrijfrichting (alleen als dat soepel
gaat).
Indien reparatie niet mogelijk is, neemt u onmid-
dellijk contact op met een gespecialiseerde
werkplaats.
Ketting springt er
constant af
Permanent verkeerde bediening van
de versnellingen
Versnelling geblokkeerd of bescha-
digd,
Bedien de versnellingen alleen zoals beschreven
in paragraaf 8.6 Bij de juiste bediening van de
versnellingen, neemt u onmiddellijk contact op
met een gespecialiseerde werkplaats.
54 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
9.2 Remmen
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
De remmen van uw ets zijn een van de belangrijkste onderdelen voor uw rijveiligheid.
Niet goed functionerende remmen kunnen leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongeval-
len en schade aan eigendommen.
Neem bij de geringste verstoring en als de remmen niet goed werken, onmiddellijk contact op met uw
dealer.
Gebruik uw ets pas weer als deze is gerepareerd door de erkende dealer.
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing
Remmen werken niet
Rem is niet goed gemonteerd Vakkundige installatie zoals beschreven
in paragraaf 11.1
Remmen beschadigd Zoek direct een gespecialiseerde werk-
plaats.
Afnemende remwerking, remhen-
del kan te ver worden uitgetrok-
ken
Versleten remblokken of remvoe-
ringen
Laat de remblokken of remvoeringen
direct vervangen in een gespecialiseer-
de werkplaats.
Remkabel uitgerekt, versleten of
beschadigde klemmen
Zoek direct een gespecialiseerde werk-
plaats.
Bij hydraulische remmen: Lekkend
remsysteem
Zoek direct een gespecialiseerde werk-
plaats.
9.3 Frame, zadelpen en vering
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Defecten aan frame en vering kunnen leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en
schade aan eigendommen.
Neem bij de geringste verstoring onmiddellijk contact op met uw dealer.
Gebruik uw ets pas weer als deze is gerepareerd door de erkende dealer.
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing
Geluid: Kraken, bonken,
schuren, etc. Frame en/of vering beschadigd Neem onmiddellijk contact op met
een gespecialiseerde werkplaats.
Zadelpen schuift in het
frame of draait rond
Aandraaimoment te laag Controle en correctie van de
aandraaimomenten (zie paragraaf 3.3)
aan het frame en/of de zadelpen
van carbon:
Zoek direct een gespecialiseerde
werkplaats.
| 55
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing
Zadelpen schuift in het
frame of draait rond
Verkeerde montage
Demonteren en opnieuw correct
monteren
+ montagepasta overeenkomstig
paragraaf 11.2.
Zadelpen heeft een te kleine
diameter
Monteer een zadelpen met de juiste
diameter.
Gebrek aan veerkracht Vering niet correct ingesteld
Instellen en afstellen overeenkomstig
de instructies in de handleiding van de
fabrikant.
Minder veerkracht ondanks juiste
instellingen Vering beschadigd Zoek direct een gespecialiseerde
werkplaats.
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing
Geluid: Kraken, bonken,
Wschuren, etc.
Spatbord of
bagagedrager kan los zitten
Neem onmiddellijk contact op met
een gespecialiseerde werkplaats.
Verlichting werkt gedeeltelijk
of helemaal niet
Lampjes (gloeilampjes, LED's)
opgebrand
Lampen vervangen Raadpleeg daar-
voor uw eigen dealer.
Kabels beschadigd Neem onmiddellijk contact op met
een gespecialiseerde werkplaats.
Defecte dynamo
9.4 Spatborden, bagagedrager, verlichting
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Defecten aan frame en vering kunnen leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en
schade aan eigendommen.
Neem bij de geringste verstoring onmiddellijk contact op met uw dealer.
Gebruik uw ets pas weer als deze is gerepareerd door de erkende dealer.
56 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
9.5 Wielen en banden
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Schade aan wielen en banden kunnen leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en
schade aan eigendommen.
Neem bij de geringste verstoring onmiddellijk contact op met uw dealer.
Gebruik uw ets pas weer als deze is gerepareerd door de erkende dealer.
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing
Wielen "hobbelen" Schade aan de band
Spaken gebroken Zoek direct een gespecialiseerde werkplaats.
Geluid: Kraken, bonken, schuren,
etc.
Er zitten vreemde voorwer-
pen in de wielen
Verwijder de vreemde voorwerpen.
Gebruik uw ets daarna extra voorzichtig.
Laat uw ets bij de dealer nakijken op even-
tuele gevolgschade.
Schade aan wiel Zoek direct een gespecialiseerde werkplaats.
Zwabberend rijgedrag Luchtdruk te laag
Verhoog de luchtdruk (zie paragraaf 7.1.3).
Als snel daarna opnieuw hetzelfde rijgedrag
optreedt, dan is er sprake van een trage
lekke band (zie volgende regel).
In toenemende mate zwabberend
rijgedrag, zeer ongebruikelijk
afrollen
(u voelt elke kleine steen)
Lekke band
vervang de binnen- of de buitenband en het
velglint bij banden zonder binnenband.
Banden vervangen.
Zoek direct een gespecialiseerde werk-
plaats(*). De ets mag tot die tijd niet
worden gebruikt.
(*): Als u voldoende ervaring hebt, kunt u
ook zelf de binnen- en buitenband en het
velglint verwisselen.
Laat dit wel controleren door uw dealer en
oefen dit klusje zo vaak mogelijk, zodat u er
goed vertrouwd mee raakt.
Raadpleeg voor het verwisselen van de
banden en het monteren
van de wielen paragraaf 8.8 en 11.1.
| 57
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
10 Na een val of ongeval
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Schade na een val of ongeval kan leiden
tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen,
ongevallen en schade aan eigendommen.
Ga na een val of ongeval onmiddellijk naar
uw dealer.
Gebruik uw ets pas weer als deze is gerepa-
reerd door de erkende dealer.
Na een val, moeten in principe alle beschadigde
etsonderdelen zoals
• Stuur
• Triatlon-/tijdritstuur
Raceetsstuur (Bar Ends)
• Stuurvork
Zadelpen (indien van carbon)
Zadel (indien zadelonderstel van carbon)
Velgen (indien van carbon)
en crank
vervangen worden.
Alle andere etsonderdelen moeten door de dealer
worden gecontroleerd en indien nodig vervangen.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Steeds meer etsen zijn uitgerust met
onderdelen van carbon.
Carbon onderdelen zijn zeer gevoelig en
kunnen bij slechte montage en kleine
beschadigingen leiden tot gevaarlijke
rijsituaties, valpartijen, ongevallen en
materiële schade tot gevolg hebben.
Let op eventuele speciale instructies voor de
installatie, het onderhoud en de inspectie
van deze onderdelen volgens de bijbeho-
rende handleidingen van de onderdelen.
Laat de montagewerkzaamheden uitslui-
tend uitvoeren in een gespecialiseerde
werkplaats.
Na schade en eenval dient u absoluut uw
dealer te raadplegen.
Gebruik uw ets pas weer, als de bescha-
digde onderdelen vervangen zijn of als u
er zeker van bent dat u de ets veilig kunt
gebruiken.
Let ook op de informatie in paragraaf 4.8.
11 Fiets vervoeren
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Als gevolg van een ontoereikend trans-
portsysteem kunnen etsonderdelen
beschadigd raken en leiden tot gevaar-
lijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen
en schade aan eigendommen.
Vervoer uw ets alleen binnenin de auto.
Op deze ets en op het frame van deze
ets mogen geen andere objecten worden
gelegd.
Deze ets mag niet in een autodraag-
systeem worden vastgezet (dakdrager,
etsdrager, etc.)
Deze ets mag alleen in een voertuig worden ver-
voerd. Let er daarbij op dat de ets goed vastzit en
niet bijvoorbeeld door andere bagage beschadigd
wordt.
Voor vervoer kunt u het voor- en achterwiel en de
zadelpen met zadel verwijderen, voor zover deze
met snelspannerassen zijn uitgerust.
Demonteer deze alleen als u er zeker van bent dat u
deze onderdelen ook weer correct kunt terugzetten.
Zie paragraaf 8.3, 8.8.
Als uw wielen aan uw frame zijn vastgeschroefd
(bijv. bij naafversnelling) dan raadpleegt u uw
dealer.
Gevaar voor beschadiging!
Als uw ets binnenin het voertuig ligt,
kunnen de banden door de zon barsten of
loslaten van de velg.
Laat daarom vóór het transport de lucht uit
de banden lopen en pomp ze na het vervoer
weer op (zie daarvoor paragraaf 7.1.3.)
58 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
11.1 Wielen verwijderen en monteren
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Verkeerd geïnstalleerde wielen kunnen
leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpar-
tijen, ongevallen en schade aan eigen-
dommen.
Vraag uw dealer u te laten zien hoe u de
wielen verwijdert en weer monteert.
Oefen dit minstens één keer onder zijn
toezicht en controle.
Verwijder en monteer de wielen alleen als u
er zeker van bent dat u deze werkzaamhe-
den beheerst.
Gevaar voor brandwonden!
Na lange afdalingen kunnen etsvelgen
en remschijven erg heet worden.
Raak onmiddellijk na een afdaling de velgen
of remschijven niet aan.
Laat de velgen en remschijven eerst afkoe-
len voordat u ze aanraakt.
Ter controle van de temperatuur raakt u met
de blote vinger heel kort de velgen en de
remschijven aan. Als deze heet aanvoelen
wacht u even en vervolgens herhaalt u deze
test zo vaak, totdat de velgen en remschij-
ven afgekoeld zijn.
Gevaar voor beschadiging!
Hydraulische remmen mogen na verwij-
dering van het wiel in geen geval gebruikt
worden.
Als uw ets een schijfrem heeft, gebruik dan
voor het vervoer na demontage van het wiel
de hiervoor bedoelde en voorgeschreven
transportklem.
Verwijder deze onmiddellijk vóór de vervan-
ging van de wielen.
Raadpleeg daarvoor de bijgevoegde
handleiding.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Alleen geldig voor velgremmen:
Bij het verwijderen en monteren kunnen
de remblokken worden verdraaid door
de band.
Let er na het installeren van de wielen op
dat de remblokken op de juiste plaats zitten
(zie paragraaf 7.8).
Als ze niet in de juiste stand staan, dient u
zich onmiddellijk te wenden tot een gespe-
cialiseerde werkplaats.
Voor het transport mag u de wielen van
uw ets verwijderen en daarna weer op-
nieuw monteren, als deze tenminste met
snelspannerassen zijn bevestigd.
Als uw ets velgremmen heeft, let er dan
op dat u niet met de banden de stand van
de remblokjes verandert. Dit kan vooral
gebeuren bij banden met groot volume.
Als de band niet gemakkelijk tussen de
remmen door kan, laat dan veel lucht uit
de banden lopen.
Pomp de banden daarna weer voldoende
op.
11.1.1 Alle categorieën / series behalve
Categorie Raceets/triatlon
1. Verwijder eerst het voorwiel
(Ga door met stap 3).
2. Schakel het achterwiel naar het kleinste
tandwiel (zie paragraaf 8.6).
| 59
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Draaiende wielen kunnen letsel aan uw
handen
veroorzaken.
Grijp nooit in de buurt van een draaiend wiel.
Rem het draaiende wiel met behulp van de
juiste remhendel totdat het wiel volledig stil
staat, voordat u werkzaamheden in de buurt
van het wiel uitvoert.
Til de achterkant van de ets omhoog,
bedien de juiste versnelling en draai met de
hand de crank in aandrijfrichting totdat de
ketting op het kleinste tandwiel ligt.
Rem het wiel tot stilstand (zie paragraaf 8.7).
3. Open de rem (alleen bij velgremmen,
geen schijfremmen)
a) Voor velgremmen met kabel
(bijv. Shimano):
Knijp de remschoenen met één hand samen
en hang de kabelgeleiding uit de beugel.
b) Bij hydraulische velgremmen van
Magura:
Zet de ontgrendelingshendel om en trek de
complete rem met rembekrachtiger van de
remsokkel.
Zorg ervoor dat u de eventueel aanwezige
afstandsringen niet kwijt raakt.
4. Op voorwiel met naafdynamo
(indien beschikbaar):
Maak de stekkerverbinding tussen de dy-
namo en bedrading los.
5. Maak de wielnaven los.
Open de snelspanner aan uw wiel (zie ook
paragraaf 8.8, snelspanhendel).
Draai de borgmoer zover open dat deze nog
net op de as zit.
Bij andere klem:
Maak de klemmen los overeenkomstig
bijgevoegde handleiding.
6. Verwijder de wielen uit het frame en de
voorvork.
Voorwiel: Til de ets aan het stuur omhoog
en trek het wiel uit de voorvork.
Achterwiel: Til de ets aan de achterkant iets
op en duw de achterderailleur naar achte-
ren. Schuif in deze staat het achterwiel met
lichte druk in de richting van de opening van
de uitvallers.
60 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
7. Leg de ets na het verwijderen van de
wielen voorzichtig op de linkerkant.
Gevaar voor beschadiging!
Zonder achterwiel kan het frame en/of de
versnelling beschadigd raken.
Leg de ets na het verwijderen van het
achterwiel op de linkerkant of gebruik
een geschikte montagestandaard.
Zo zet u de wielen er weer in:
1. a) Plaats eerst het achterwiel terug:
Til de ets aan de achterkant op,
zet het achterwiel zo eronder zodat de ket-
ting op het kleinste tandwiel zit.
Met schijfremmen: Zet het wiel zo terug,
zodat de remschijf soepel tussen de rem-
blokken schuift.
Laat de achterkant van de ets voorzichtig
zakken, totdat de as zich links en rechts van
de druklager van de uitvallers bevindt.
| 61
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
1. b) Plaats het voorwiel:
Til de ets aan het stuur omhoog,
Zet het voorwiel onder de uitval van de
voorvork.
Met schijfremmen: Zet het wiel zo terug,
zodat de remschijf soepel tussen de rem-
blokken schuift.
Laat de voorvork van de ets voorzichtig
zakken, totdat de as zich links en rechts van
de druklager van de uitvallers bevindt.
2. Bevestig de wielnaven.
bij het vastzetten met een snelspanhendel:
zie paragraaf 8.8.
Bij andere klem: Bevestig de naven overeen-
komstig bijgevoegde handleiding.
3. a) Sluit de velgremmen
bij kabelremmen:
Knijp de remschoenen dicht.
Bevestig de kabelgeleider in de beugel.
3. b) Hydraulische velgremmen:
Installatie en verwijdering in omgekeer-
de volgorde.
Zet de rembekrachtiger op de schroef.
Plaats eventueel aanwezige afstandsringen
in de juiste stand en de rem op de remsok-
kel.
Zet de ontgrendelingshendel weer om
zodat de rem weer vergrendeld is.
4. Zorg ervoor dat de remblokjes tijdens
het bedienen van de rem goed aansluiten
op de rand van de velg.
62 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
5. Op voorwiel met naafdynamo
(indien beschikbaar):
Sluit het stekkercontact aan tussen de naaf-
dynamo en bedrading.
6. Controleer de installatie:
Bedien daarvoor de remmen.
Raak vervolgens een remblokje, of een
remschoen van de velg of de remschijven
aan, zo kunt u zien of de naaf goed in de
uitvallers zit.
Maak in dit geval de snelspanhendel nog
even los, controleer en corrigeer de positie
van de naaf en sluit de snelspanhendel weer.
De rem (bij velgremmen ) mag niet worden
geopend. Als er dan nog geen verbetering
optreedt, neemt u contact op met uw dealer.
Zorg ervoor dat de verlichting (indien aan-
wezig) werkt.
Zorg ervoor dat de wielen geen spatborden
of bagagedrager (indien aanwezig) raken.
11.1.2 Raceets/triatlon
1. Verwijder eerst het voorwiel
(zie paragraaf 3).
2. Schakel het achterwiel naar het kleinste
tandwiel (zie paragraaf 8.6).
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Draaiende wielen kunnen letsel aan uw
handen
veroorzaken.
Grijp nooit in de buurt van een draaiend wiel.
Rem het draaiende wiel met behulp van de
juiste remhendel totdat het wiel volledig stil
staat, voordat u werkzaamheden in de buurt
van het wiel uitvoert.
Til de achterkant van de ets omhoog,
bedien de juiste versnelling en draai met de
hand de crank in aandrijfrichting totdat de
ketting op het kleinste tandwiel ligt.
Rem het wiel tot stilstand (zie paragraaf 8.7).
3. Open de velgrem.
| 63
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
a) Bij raceetsremmen van Shimano
en Sram:
Beweeg de hendel omhoog.
b) Campagnolo:
Er zit geen hendel aan de rem:
Om te openen, drukt u op de pin op de rem-
hendel van binnen naar buiten. Trek daarbij
lichtjes aan de remhendel.
4. Maak de wielnaven los.
Open de snelspanner aan uw wiel (zie ook
paragraaf 8.8, snelspanhendel).
Draai de borgmoer zover open dat deze nog
net op de as zit.
5. Verwijder de wielen uit het frame en de
voorvork.
Voorwiel: Til de ets aan het stuur omhoog
en trek het wiel uit de voorvork.
Achterwiel: Til de ets aan de achterkant iets
op en duw de achterderailleur naar achte-
ren. Schuif in deze staat het achterwiel met
lichte druk in de richting van de opening van
de uitvallers.
6. Leg de ets na het verwijderen van de
wielen voorzichtig op de linkerkant.
Gevaar voor beschadiging!
Zonder achterwiel kan het frame en/of de
versnelling beschadigd raken.
Leg de ets na het verwijderen van het
achterwiel op de linkerkant of gebruik een
geschikte montagestandaard.
Zo zet u de wielen weer terug.
Zet eerst het achterwiel er in.
1. a) Plaats het achterwiel terug:
Til de ets aan de achterkant op.
64 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Zet het achterwiel zo eronder zodat de ket-
ting op het kleinste tandwiel zit.
Laat de achterkant van de ets voorzichtig
zakken, totdat de as zich links en rechts van
de druklager van de uitvallers bevindt.
b) Plaats het voorwiel:
Til de ets aan het stuur omhoog,
Zet het voorwiel onder de uitval van de
voorvork.
Laat de voorvork van de ets voorzichtig
zakken, totdat de as zich links en rechts van
de druklager van de uitvallers bevindt.
2. Bevestig de wielnaven.
Bij het vastzetten met een snelspanhendel:
zie paragraaf 8.8.
3. Sluit de velgremmen
a) Bij raceetsremmen van Shimano
en Sram:
Druk de hendel naar beneden.
b) Campagnolo:
| 65
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
11.2 Zadelpen met zadel monteren
en verwijderen
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Een verkeerd geïnstalleerde zadelpen
kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties,
valpartijen, ongevallen en schade aan
eigendommen.
Vraag uw dealer u te laten zien hoe u de
zadelpen verwijdert en weer monteert.
Oefen dit minstens één keer onder zijn
toezicht en controle.
Verwijder en monteer de zadelpen alleen als
u er zeker van bent dat u deze werkzaamhe-
den beheerst.
Voor vervoer kunt u de zadelpen en het zadel van
uw ets verwijderen en vervolgens weer monteren.
De zadelpen is met een klem aan de zitbuis van het
frame bevestigd en vastgeklemd met een snelspan-
ner of een inbusschroef.
Er kunnen ook andere schroeven met speciale
vormen gemonteerd zijn.
Voor een klem zonder snelspanneras heeft u een
inbussleutel en een momentsleutel van de juiste
grootte nodig. Raadpleeg daarvoor uw eigen dealer.
Zo demonteert u de zadelpen:
1. Open de zadelklem met de snelspanner
overeenkomstig paragraaf 8.8 of bij de
inbusschroef met een bijpassende inbus-
sleutel.
2. Trek het zadel en de zadelpen uit het
frame.
Zo monteert u de zadelpen:
Er zit geen hendel aan de rem:
Ga te werk in omgekeerde volgorde voor het
openen voor en druk de pin op de remhen-
del van de buitenkant naar de binnenkant.
Trek daarbij lichtjes aan de remhendel.
4. Controleer de installatie:
Bedien daarvoor de remmen.
Raak vervolgens een remblokje van de velg
aan, zo kunt u zien of de naaf goed in de
uitvallers zit.
Maak in dit geval de snelspanhendel nog
even los, controleer en corrigeer de positie
van de naaf en sluit de snelspanhendel weer.
De rem (bij velgremmen ) mag niet worden
geopend. Als er dan nog geen verbetering
optreedt, neemt u contact op met uw dealer.
66 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
1. Bij een zadelpen en/of zitbuis van carbon:
Smeer de zadelpen en de binnenkant van
de zadelbuis, zonder uitzondering, in met
montagepasta voor carbon onderdelen.
Zadelpen en zitbuis mogen niet worden
ingevet. Hiervoor mag alleen carbonmonta-
gepasta worden gebruikt.
Zadelpennen van aluminium mogen alleen
worden gemonteerd met behulp van een
carbonmontagepasta.
2. Schuif het zadel met zadelpen in de
zitbuis van het frame tot de gewenste
zithoogte is bereikt. In deze stand moet
het ondereinde van de zadelpen ten
minste 10 cm onder de bovenkant van de
zadelbuis zitten.
Vertrouw niet op de markering op de
zadelpen.
Zo kunt u de juiste insteekdiepte contro-
leren:
Houd een vinger op de zadelpen bij mon-
tage, direct boven de klem.
Houd uw vinger op deze plek en draai de
zadelpen uit de zadelbuis.
Houd de zadelpen naast de zitbuis, zodat
uw vingertop zich weer in hoogte direct
boven de klem bevindt.
In deze stand moet het ondereinde van
de zadelpen ten minste 10 cm onder de
bovenkant van de zadelbuis zitten.
3. Draai het zadel zodat de punt van het
zadel in de rijrichting wijst.
4. Zorg ervoor dat de klem kort op het
frame zit en de sleuven van de zitbuis en
de beugel bedekt.
5. Sluit de snelspanner, zoals toegelicht in
paragraaf 8.8, of draai de inbusschroef
met een momentsleutel vast.
Volg de installatie-instructies en het aan-
gegeven aandraaimoment in tabel 3.3.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Een te strak vastgeklemde zadelpen van
carbon kan tijdens het rijden breken en
leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpar-
tijen, ongevallen en schade aan eigen-
dommen.
De zadelbuisklem moet zo worden gespan-
nen dat de zadelpen tijdens het rijden niet
zakt en niet zijwaarts draait.
Als de zadelpen niet in de gewenste positie
blijft, of als het maximaal toegestane aan-
draaimoment bereikt is, neem dan onmid-
dellijk contact op met uw dealer.
Markeer de voor u juiste positie van de
zadelpen met plakband.
| 67
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
12 Fiets schoonmaken en
onderhouden
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Door corrosie kunnen veiligheidsgere-
lateerde onderdelen beschadigd raken,
waardoor stabiliteit niet meer gewaar-
borgd is. Deze componenten kunnen
breken tijdens het rijden en dus leiden
tot een ernstige val. Corrosie wordt onder
andere bevorderd door
-Zout ( bijvoorbeeld door zout strooien in
de winter)
-zoute lucht (bijv. in de kustgebieden,
industrieterreinen)
-Zweet.
Gevaar voor beschadiging!
Gebruik geen stoomreiniger. De scherpe
waterstraal kan uw ets beschadigen.
Een goede verzorging verlengt de levensduur van
uw ets en de onderdelen. Maak uw ets regelmatig
schoon en pleeg onderhoud.
Gebruik voor het nat reinigen een zachte waterstraal
of een emmer water en een spons. Gebruik alleen
schoon zoet water of ontzilt water.
Er zijn vele methoden om een ets te reinigen. Het
volgende is een goed reinigingsvoorbeeld voor een
vieze ets:
1.
2.
3.
Gebruik een zachte waterstraal om grote
vervuilingen als aarde, steen, zand, etc. te
verwijderen.
Laat nu eerst uw ets iets opdrogen.
Spray uw hele ets in met een geschikt
reinigingsmiddel.
Bij veel schoonmaakmiddelen en lichte
vervuiling is het voldoende om het vuil
in te spuiten en na de voorgeschreven
inwerktijd af te spoelen.
Hardnekkig vuil kunt u na de inwerktijd
met bijvoorbeeld een harde borstel
losmaken.
Gevaar voor beschadiging!
Reinigings-, smeer- en conserveringsmid-
delen zijn chemische producten.
Onjuist gebruik kan uw ets beschadigen.
Gebruik alleen producten die speciek
geschikt zijn voor etsen.
Zorg ervoor dat dit middel geen verf of
rubber, kunststof, metalen onderdelen,
enz. aantast. Raadpleeg daarvoor uw eigen
dealer.
Volg de aanwijzingen van de betreende
fabrikant.
4. Spoel met een zachte waterstraal de
gehele ets af en laat het drogen.
5. Reinig de ketting:
Besprenkel een niet-pluizende katoenen
doek met een geschikte kettingreiniger en
veeg daarmee de ketting af. Bedien daarbij
langzaam de crank tegen de rijrichting in.
Herhaal dit proces zo vaak met een schoon
stuk van de doek totdat de ketting schoon is.
Laat het schoonmaakmiddel ca. 1 uur
verdampen.
Als er dan nog steeds schoonmaakmiddel
tussen de kettingschakels zit, dan wordt
nieuw vet onmiddellijk ontbonden en is
daarom niet eectief.
Breng een klein beetje smeermiddel
(geschikt voor etsketting) aan op de ket-
tingschakels.
Gevaar voor beschadiging!
Smeermiddel voor motoretskettingen
verkleeft uw etsketting en de aandrijf-
componenten.
Gebruik alleen smeermiddelen die speciaal
geschikt zijn voor etskettingen.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Bij gebruik van te veel smeermiddel kan
het gaan druppelen op de velg en rem-
schijf, waardoor ze vies worden.
Daardoor vermindert ook de remwerking.
68 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Verwijder overtollig smeermiddel op de
ketting met een schone, droge, pluisvrije
katoenen doek.
Reinig velg en remschijf met een geschikt
ontvettingsmiddel.
Raadpleeg uw dealer.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Als er spuitwas of een conserverings-
middel op de velgen of remschijven en/
of remblokken of remvoeringen komt,
wordt de remwerking verminderd.
Reinig deze onderdelen met een
geschikt ontvettingsmiddel. Raadpleeg uw
dealer.
6. Reinig eventuele resterende sterk
vervuilde plekken handmatig met een
schone, pluisvrije katoenen doek met een
geschikt reinigingsmiddel.
7. Spuit de hele ets met een geschikte was
of een vergelijkbaar conserveringsmid-
del in.
Uitzonderingen:
remblokken of remvoeringen
velgen met velgremmen
remschijven
handgrepen,
remhendel, ersnellingshendel
zadel
banden
8. Poets uw ets na de voorgeschreven in-
werktijd met een schone, niet-pluizende
katoenen doek.
9. Maak de remblokjes, remvoeringen, vel-
gen (bij velgremmen) en remschijven met
de hand met een schone, droge, pluisvrije
katoenen doek met een geschikt ontvet-
tingsmiddel schoon.
Reinig en smeer uw ketting,
zoals beschreven na een rit in de regen,
na elke lange rit op een zanderige onder-
grond, ten minste om de 200 km.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Versleten onderdelen en niet gerepareer-
de etsschade kan leiden tot gevaarlijke
rijsituaties, valpartijen, ongevallen en
schade aan eigendommen.
Onderhoud uw ets zeer regelmatig.
Breng uw ets overeenkomstig de voorge-
schreven onderhoudsintervallen naar een
gespecialiseerde werkplaats.
Alleen dan kunnen versleten onderdelen, en
eventuele schade opgemerkt en gerepa-
reerd worden.
Gevaar voor schade aan personen en
eigendommen!
Kinderen en jongeren gebruiken hun ets
intensiever dan volwassenen.
Breng kinderetsen elke 6 maanden voor
controle naar een werkplaats.
Als u beschadigingen bemerkt aan een kin-
derets, breng deze dan direct voor controle
naar een gespecialiseerde werkplaats.
| 69
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
Soort controle Bij normaal gebruik Bij frequent sportief, wedstrijdmatig
of daarop gelijkend gebruik
1. Controle uiterlijk na 200 km of 2 maanden uiterlijk na 100 km of 1 maand
Volgende controle elke 2000 km of 1 x per jaar elke 500 km of elke 2 maanden
Controle remschoenen/rem-
blokken elke 400 km elke 100 km
Controle remschijven elke 400 km elke 100 km
Controle kettingslijtage elke 500 km elke 250 km
Controle achterophanging bij
frame met volledige vering,
incl. controle/smeren van de
naaldophanging aan de dem-
per (indien aanwezig)
elke 500 km of 1 x per jaar elke 250 km of elke 2 maanden
Vervanging stuur en stuurpen
na een val (zie paragraaf 10)
zoals gespeciceerd door de
fabrikant van de onderdelen of ten
minste om de vijf jaar
na een val (zie paragraaf 10)
zoals gespeciceerd door de fabrikant
van de onderdelen of ten minste om de
twee jaar
Onder ongunstige omstandigheden kan uw ketting snel slijten.
Vroegtijdige vervanging van de ketting verlengt de levensduur van de tandwielen.
Onderhoudsplan:
Laat de onderhoudswerkzaamheden met de voorgeschreven tussenpozen uitvoeren in een door de
fabrikant erkende gespecialiseerde werkplaats.
13 Fiets gedurende langere tijd
niet gebruiken
Gevaar voor beschadiging!
Onjuiste stalling van een ets kan lagers
en banden beschadigen, evenals corrosie
bevorderen.
Let op de volgende instructies.
1. Reinig en onderhoud uw ets, zoals in
hoofdstuk 12 beschreven.
2. Stal uw ets in een droge, stofvrije
ruimte.
3. Gebruik geschikte etsrekken (bijv.
3-poot, muurhaken). Raadpleeg daarvoor
uw eigen dealer.
4. Als uw ets met een of met beide wielen
op de grond staat:
Til uw ets elke 2-3 weken op en draai met
de hand de wielen een paar slagen rond.
Beweeg het stuur een paar keer heen en
weer.
Draai de crank met de hand een paar slagen
tegen de rijrichting in.
Als u de ets weer in gebruik neemt, voert
u een controle uit zoals beschreven in
paragraaf 7.
70 | MTB/ RACEFIETS/ TREKKING
14 Garantie, aansprakelijkheid
14.1 Garantie
In principe geven wij op Cube-frames en
starre voorvorken de door de wet bepaalde
garantie van 2 jaar vanaf de aankoopdatum.
Uw contactpersoon voor garantieclaims is
de leverancier van wie u ons product hebt
gekocht.
14.2 Garantie
Daarnaast bieden wij op een aantal Cube-
frames en starre voorvorken extra garantie,
naast de wettelijke garantie:
Op alle frames en starre voorvorken geven
wij vanaf datum van verkoop:
Aluminium 6 jaar garantie
Carbon, Alu-Carbon 3 jaar garantie
Als er binnen deze periode sprake is van een
breuk (vanaf datum van verkoop), verbinden
wij ons ertoe dit product te vervangen door
een zelfde of vergelijkbaar artikel.
Wij behouden ons het recht voor om
beschadigde frames of onderdelen te re-
pareren of te vervangen door een passend,
opvolgend model.
Als voor een aanstaande uitwisseling van
een frame geen gelijk type beschikbaar is,
behouden wij ons het recht voor om een
vervangend frame, dat kan afwijken van het
originele frame in vorm en kleur, te leveren.
Aanspraak op levering van goederen van
dezelfde soort bestaat niet.
Ombouwwerkzaamheden buiten de wette-
lijke garantie (2 jaar) worden niet gratis door
ons uitgevoerd of vergoed.
Uitzondering:
Voor de modellen Fritzz, Hanzz, TWO 15,
voor alle Dirtbikes en voor alle onderdelen
aan het betreende frame, is de garantie
niet van toepassing.
Daarvoor geldt 2 jaar beperkte garantie.
14.3 Garantiebestemming
De diensten hebben alleen betrekking op
het frame en de starre voorvork en niet op
verf en decor.
Kosten voor benodigde onderdelen door de
frameverandering (bijv. derailleur, vervan-
gend stuur, dempers, etc.) zijn in het geval
van een garantie niet inbegrepen en moeten
door de klant worden betaald.
14.4 Verlies van het recht op garantie /
garantie ongeldig
Bij wijzigingen aan de ets zonder de vooraf-
gaande toestemming van de fabrikant.
bij defecten of beschadigingen:
door externe accessoires. (zoals bijv.
etstassen, slot, bagagedrager, enz.
die te wijten zijn aan het feit dat zij niet
hebben voldaan aan de eisen van deze
handleiding.
die terug te voeren zijn op overmacht,
ongevallen, onjuist gebruik, niet vakkundige
reparaties, gebrek aan onderhoud/zorg, of
slijtage.
die op oneigenlijk gebruik (bijv. gebruik van
een standaard frame als Dirtbike, installatie
van een dubbele kroonvoorvork, uitbreiding
van het veerbereik, overbelasting door het
maken van sprongen, enz.)
terug te voeren zijn.
die te wijten zijn aan het feit dat u bij het
vervangen van etsonderdelen geen
gebruik hebt gemaakt van in de handleiding
gespeciceerde originele onderdelen of van
door ons goedgekeurde reserveonderdelen.
| 71
MTB/ RACEFIETS/ TREKKINGMTB/ RACEFIETS/ TREKKING
15 Overdrachtscontrole
Checklijst
Controle van de remmen:
Verplaatsing remkabels
Controle remleidingen
Instelling remblokken
Controleer visueel op hydraulische lekken
remsystemen.
Controle van alle bevestigingsschroeven van
het remsysteem.
Functie en werking van de vooren achterrem.
Controle van de versnellingen:
Verplaatsing van de versnelling en versnel-
lingskabels.
Instellen versnellingshendel of versnellings-
greep.
Instellen eindaanslagen (derailleur/
schakeling)
Instellen van de kabelspanning.
Functie en soepelheid van de versnellingen.
Controle van alle schroeven van de versnel-
ling.
Controle onderstel:
Basisfuncties en dichtheid van de
voorvork.
Basisfuncties en dichtheid van de veerpootin-
stelling/soepelheid van de stuurkoplagers en
controle van alle bevestigingsschroeven van
de onderdelen van het onderstel.
Controleer alle schroeven van de achterste
driehoek.
Controle van de wielen:
Rondloop en centrering van de velgen
Rondloop en pasvorm van de mantel.
Controle van de spaakspanning
Luchtdruk/bandenspanning.
Correcte installatie en montage van wielen.
Overige controles:
Instellen en montage van het stuur en de
stuurpen, montage van de crank en pedalen.
Instellen en montage van zadel en zadelpen,
montage van de handgrepen.
Montage van de klinknagels van de ketting.
Werking van de verlichting.
Instellen en montage van bagagedrager,
spatborden en standaard.
Installatie en montage van eventuele andere
toebehoren.
Bij het overhandigen van de ets:
Het doel van de aankoop is compleet en is
in perfecte staat, inclusief handleidingen
geleverd.
Mondelinge informatie over foutloos ge-
bruik, in het bijzonder met betrekking tot de
inrijvoorschriften bij schijfremmen -
voor zover aanwezig, is gegeven.
Er werd gewezen op het in acht nemen van
de instructies in de handleiding(en).
Er werd gewezen op de garantiebepalingen
in de CUBE-handleiding.
Na het verwerken, alle vakjes aankruisen!
Opmerkingen:
Handtekening koper (indien jonger dan 18 jaar, voogd):
Plaats en datum: Handtekening verkoper:
Vanwege de wettelijke bepalingen met betrekking tot de verplichte
informatieverschang bij terugroepingen, en zoals voorzien in de
garantiebepalingen, moet dit leveringscerticaat worden opgesteld
voor of tijdens de overdracht van een verkochte ets. De dealer moet het
leveringscerticaat met de klant tot in detail doorspreken, invullen en on-
dertekenen. Door ondertekening bevestigt de dealer dat hij de ets heeft
gecontroleerd aan de hand van de navolgende checklist en dat hij de klant
informatie verstrekte over foutloos gebruik van de ets in overeenstem-
ming met de handleiding. Opmerking voor de dealer: Een kopie van het
volledig ingevulde en door beide partijen ondertekende formulier dient
voor documentatiedoeleinden te worden bewaard door de dealer.
HAND OVER CERTIFICATE
Due to legal regulations with regards to the duty to provide information
for recalls, as well as warranty and guarantee obligations, this hand over
certicate should be issued before or upon handing over a purchased
bicycle. The retailer must talk the customer through all details of the hand
over certicate, ll it out, and sign it. By signing this certicate, the retai-
ler conrms that they have inspected the bicycle according to the follo-
wing checklist and have instructed the customer on how to use the bicycle
correctly according to the operating manual. Retailer information: A copy
of the completed document which has been signed by both contractual
parties should be retained by the retailer for administrative purposes.
Stuur
handlebars
Verlichting
lighting system
Pedalen
pedals
Controle van de schroefbevestigingen
check the screw connections
De volgende onderdelen hebben een grondige
controle
ondergaan:
Merk
brand
Model
type
Materiaal frame
material frame
Kleur
colour
Speciale uitvoering
extra equipment
Datum van aankoop
date of purchase
Framenummer
frame number
Bouwjaar
bicycle model
bijgesloten handleidingen van onderdelen
werden meegeleverd
Asklemsysteem
axel system
Demper
rear shock
Voorvork
suspension fork
Schakeling
shifting system
Remmen
brake system
Pedalen
pedals
Following parts have been checked in detail:
Framenummer
frame number
extra component Instruction/ Handbook are
also delivered
Handtekening klant
Materiaal
material
Materiaal zadelpen
material seat post
Categorie
category
Serie
series
LEVERINGSCERTIFICAAT
De fiets werd uiteindelijk samengesteld door:
The bicycle is finally assembled by:
en werd rijklaar overgedragen.
and will be hand out in a roadworthy condition.
Stempel/ stamp
Handtekening van de dealer/ Signature of the dealer
Datum
date
Plaats
location
Dealer / Verkoper:
Retailer/seller:
Naam verkoper:
Name of retailer:
Firma:
Company:
Straat::
Street:
Plaats:
Post code/city:
Land:
Country:
Telefoon/fax:
Telephone/fax:
E-mail:
Klant/koper:
Customer/purchaser
Achternaam:
Name:
Voornaam:
Surname:
Straat:
Street
Plaats:
Post code/city:
Telefoon:
Telephone:
Het origineel blijft in deze handleiding
The Original should remain in the Handbook
date
date
stamp
Signature of the dealer
stamp
Signature of the dealer
stamp
Signature of the dealer
stamp
Signature of the dealer
stamp
Signature of the dealer
stamp
Signature of the dealer
date
date
date
Service:
1st inspection
3rd inspection
5th inspection
2nd inspection
date
4th inspection
6th inspection
63

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Cube 2021 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Cube 2021 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3.65 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Cube 2021

Cube 2021 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 73 pagina's

Cube 2021 Gebruiksaanwijzing - English - 73 pagina's

Cube 2021 Gebruiksaanwijzing - Français - 76 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info