van de door de applicaties gebruikte opslagcapaciteit, wijzigen
van de plaats voor de installatie van nieuwe applicaties.
PERSONAL (persoonlijk)
1. Location access (lokalisatie)
In- of uitschakelen van de toegang tot de eigen lokalisatie /
GPS-satellieten / Wifi- en mobiele netwerklokalisatie
2. Security (beveiliging)
Schermvergrendeling met keuze uit Geen / Schuiven /
Gezichtsherkenning / Patroon / PIN of Wachtwoord.
Bewerken van de op het vergrendelde scherm afgebeelde
eigenaargegevens.
Instelling van de SIM/USIM-kaart vergrendeling en
wachtwoordenbeheer.
Wachtwoord wel of niet zichtbaar maken.
Keuze van de administratoren.
Bekijken of wijzigen van de applicatietoestemmingen.
Niet-markt applicaties wel of niet toestaan.
Installatie van mogelijk schadelijke applicaties wel of niet
toestaan.
Afbeelden van betrouwbare CA-certificaten
Installatie van certificaten vanaf een SD-kaart.
Alle certificaten verwijderen.
3. Language & input (taal en invoer)
Taalkeuze.