6
ALARM INSTELLING
Druk op de ALARM toets om te kiezen tussen AL1 of AL2 en houdt de ALARM toets 3 seconden ingedrukt.
Druk op + en – om de gewenste alarm uren en minuten in te stellen en druk op ALARM om de instelling te
bevestigen.
Om alarmtijd 1 en 2 in te zien, druk herhaaldelijk op ALARM in de normale tijd uitlezing. Alarm tijd 1 of 2 wordt
gedurende 5 seconden getoond en keert weer terug naar de normale tijd uitlezing.
Om Alarm 1 of 2 aan en uit te zetten, drukt u herhaaldelijk op de
+ toets in de normale tijd uitlezing.
Bij het bereiken van de ingestelde alarm tijd, gaat het alarm gedurende 1 minuut af. In de sluimer functie gaat
het alarm om de 5 minuten opnieuw af.
SNOOZE/ LIGHT TOETS
Als u bij het bereiken van de alarmtijd op de
SNOOZE toets drukt treedt de sluimer functie in werking. Om het
alarm voor een dag af te zetten drukt u op de ALARM toets. Als u op de
SNOOZE toets drukt in de normale tijd
uitlezing, licht de display verlichting gedurende 5 seconden op.
MAX/MIN GEHEUGEN
Druk op de MIN/MAX toets om de maximum waarden (Binnen/buiten temperatuur, luchtvochtigheid en druk)
gedurende 5 seconden in te zien, nogmaals indrukken om de minimum waarden in te zien. Om het geheugen
te wissen drukt u op de MIN/MAX toets als de te wissen waarden in de respectievelijke uitlezingen getoond
worden. Het druk geheugen kan niet handmatig worden gewist, dit wordt automatisch elke 12 uur gewist.
TEMPERATUUR & LUCHTVOCHTIGHEID TREND INDICATIE
De 3 iconen geven aan of de temperatuur stijgend, bestendig of dalend is indien de temperatuur verandering
meer dan 1 graad in een uur bedraagt.
TEMPERATUUR/LUCHTVOCHTIGHEID WAARSCHUWING
Druk op de ALERT toets om de temperatuur waarschuwing aan of uit te zetten. Het icoon [alert icon] verschijnt
in het binnen en buitentemperatuur scherm.
Houd de ALERT toets 3 seconden ingedrukt om in de instelstand te komen. Het binnentemperatuur scherm en
de op/neer pijlen knipperen.
Druk op + en – om te kiezen tussen binnen temperatuur en Kanaal 1, 2, 3 en druk op ALERT om het kanaal te
bevestigen.
De ‘Op’ pijl en temperatuur aanduiding knipperen, voer de gewenste hoogste temperatuur in waarbij het alarm
moet afgaan met de
+ en - toetsen, druk op ALERT om te bevestigen en naar de laagste temperatuur instelling
te gaan.
De ‘Neer’ pijl en temperatuur aanduiding knipperen, voer de gewenste laagste temperatuur in waarbij het alarm
moet afgaan met de + en - toetsen, druk op ALERT om te bevestigen en de instelstand te verlaten.
Elke instel cyclus geldt voor het temperatuur alarm voor één kanaal. U kunt een temperatuur alarm invoeren
voor de hoofd unit en voor de kanalen 1, 2, 3.
Als de temperatuur de ingestelde waarde bereikt gaat het alarm af en knippert het Op/Neer pijl symbool van het
ingestelde kanaal. Druk op de
ALERT toets om het alarm te stoppen.
LEGE BATTERIJ INDICATIE
De lege batterij indicatie is beschikbaar voor de hoofd unit en de (maximaal 3) remote sensors.
Vervang de batterijen als de indicatie oplicht zoals beschreven in deze handleiding.
WAT TE DOEN MET LEGE BATTERIJEN
Vervang lege batterijen door types met dezelfde specificaties.
Gooi lege batterijen niet weg, maar lever ze in als KCA.