142
REPEAT
Met de knop REPEAT (preselectie 6) herhaalt u de
huidige afspeelmodus tot de schijf wordt uitgeworpen
of tot op de knop POWER wordt gedrukt. U blijft in de
modus Herhalen tot de schijf wordt uitgeworpen of tot
op de knop POWER wordt gedrukt.
Externe audiobronnen beluisteren
Als u over een externe audiobron beschikt die u
permanent op de SoundWorks Radio CD aangesloten
wilt houden, bijvoorbeeld een desktopcassettespeler,
sluit u dat apparaat aan op de AUX-ingang aan de
achterkant van de Radio CD (zie Afbeelding P).
Druk op de knop AUX op het bedieningspaneel
of op de afstandsbediening om deze ingang te
selecteren (zie Afbeelding Q).
Als u over een externe audioprogrammeerbron
beschikt die u regelmatig, maar niet permanent
wilt aansluiten op de Radio CD, bijvoorbeeld
een draagbare MP3-speler, sluit u dat apparaat
aan op de AUX-F-ingang van het bedieningspaneel
(zie Afbeelding Q). Deze ingang heft de instelling van
de achterste AUX-ingang op. Druk op de knop AUX
op het bedieningspaneel of op de afstandsbediening
om deze ingang te selecteren (zie Afbeelding R).
MIXING INPUT/RECORD OUTPUT
U kunt het geluid van een audioprogrammeerbron
(bijvoorbeeld computeraudio-uitvoer) mixen met
andere Radio CD-audiobronnen (FM, MW, Disc, Aux).
Sluit de bron aan op de MIXING INPUT/RECORD
OUTPUT-connector aan de achterkant van de Radio
CD (zie Afbeelding S). De programmeerbron wordt
gemixt met de Radio CD-programmeerbron die op
dat ogenblik is geselecteerd.
De audiobron die op de MIXING INPUT/RECORD
OUTPUT-connector is aangesloten, moet over een
regelknop beschikken als u de balans tussen de Radio
CD-programmeerbron en de MIXING INPUT/RECORD
OUTPUT-audiobron wilt aanpassen.
EEN EXTERNE AUDIOBRON AANSLUITEN